Advanced Search found 6 item(s) featuring "Ward Schouteden"
1927-02-25 De creatie van "Jezabel" te Antwerpen (Rob)
- . . . om het opzet allereerst al deze voornaamste liefhebberskring uit onze kunststad te loven. De droeve klucht in vier bedrijven van den jongen schrijver Ward Schouteden verwekte heel wat belangstelling. Dat heeft zeker niet geschaad aan de Franciscaansche Missien (Oever). Een der weinige gelegenheden waarop men in die stijf-deftige . . .
- . . . Een der weinige gelegenheden waarop men in die stijf-deftige Katholieke Kring veel vroolijke gezichten ziet. De jongens van St. Augustinus zijn met Ward vol geestdrift van Brussel gekomen en ze werden nog meer aangevuurd tot "spel" door de tegenwoordigheid van den schrijver zelf, die na het . . .
- . . . hebben. Dus, na de gecompliceerde "Tijl" van Anton Van de Velde hebben we hier het duidelijk sprekende symbolisme van "Jezabel" van Schouteden . Dat heeft zeker veel goede stemming verwerkt. Beide stukken waren een oproep tot Vlaanderen. (Zal hij gehoord worden?!) De schrijver van "Reimond en Renilde" . . .
- . . . hebben er ten slotte Pieter Breughel aan, Felix Timmermans . En die zijn ons lief, om dat zij "Vlaanderen" zijn. Ward Schouteden mag gerust zoo voortdoen. Toch is het voor de inrichters van een tooneelfeest altijd gevaarlijk een stuk op voorhand teveel op te hemelen. . . .
- . . . elke gelegenheid zoo zal gepresteerd worden lijk hier St. Augustinuskring het gedaan heeft, dan twijfelen wier niet aan of 't stuk van Ward Schouteden , als is het zoo wat "hoog-laag, hoog-laag", gaat overal blijheid brengen. 't Was alhier de ster van 't grootliefhebbers seizoen. Rob . . .
1927-01-18 De vijfde landjuweel wedstrijd te Mechelen (J.B.)
- . . . werden wij door een misverstand niet in de gelegenheid gesteld om den inzet van het Landjuweel bij te wonen. Vertoond werd "Jezabel" van Warden Schouteden waarover wij hier schreven naar aanleiding van de vertooning in den Kon. Vlaamschen Schouwburg te Brussel. Het spijt ons des te meer omdat . . .
1924-05-03 Ward Schouteden : "Reinoud en Renilde" door "Gudrun" te Hasselt (Willem Putman)
- . . . Ward Schouteden : "Reinoud en Renilde" door " Gudrun " te Hasselt. De vertooning dezer "nieuwe sproke in een bedrijf" van den jongen Limburger gaf . . .
- . . . "ontdekt" worden, wijl het denkelijk sinds een tweetal jaren in de schuiflade ligt van een of ander onzer officieele directie-bureau's. Het werk van Ward Schouteden is een veelbelovende verrassing, die al onze belangstelling waard is. Reinoud en Renilde is een van deze zeldzame stukken, waarmede onze schouwburgbestuurders hun . . .
- . . . meer te betreuren, daar het stukje zelf goed is en tot het interessantste behoort, dat in onze tooneelliteratuur in den laatsten tijd verscheen. Schouteden koos zijn onderwerp in de naieve Maria-vereering der middeleeuwen. In de kapel der "Verloren Minne", diep in het donkere bosch, komen bedrogen en verlaten . . .
- . . . Carcarus, de geile drift; Roodkapke de bedrogen onschuld; Reinoud en Renilde, de ware zegepralende liefde. En vooral verdienstelijk in dit jonge pogen van Schouteden is het streven naar stijl in den dialoog. De taal is fel gekleurd met verrassende, direkte beelden, die almaar-door den toon van het spel . . .
1927-09-21 Nawoord (Willem Putman)
- . . . ons benevens een vrij onbeduidend gelegenheidsstukje van Herman Teirlinck , "De Lamme en de Blinde", een nieuw stuk van den jongen Limburger Ward Schouteden , "Jezabel". Deze bijbelsche titel brenge u niet op een dwaalspoor, lezer. Deze Jezabel is niets anders dan een Vlaamsche pastoorsmeid. Maar welke pastoorsmeid . . .
- . . . auteur alles behalve bedreven is in zijn vak. Feitelijk is dit een eerste proeve, maar ontegensprekelijk zijn hier genoeg kwaliteiten voorhanden, om van Ward Schouteden het beste te verhopen. Wat zijn werk vooral sympathiek maakt is de felle kleur waarmede het overstreken is. Wij denken daarbij aan schilderwerk . . .
1927-01-09 Ward Schouteden: "Jezabel" (Lode Monteyne)
- . . . Ward Schouteden «JEZABEL» Reeds het eerste optreden van Ward Schouteden als tooneelschrijver, met het sprookjesspel «Reinhard en Renilde» (1923), waarin Maeterlincksche invloeden . . .
- . . . Ward Schouteden «JEZABEL» Reeds het eerste optreden van Ward Schouteden als tooneelschrijver, met het sprookjesspel «Reinhard en Renilde» (1923), waarin Maeterlincksche invloeden merkbaar zijn, bleek een verrassing. Van uit het hartje van het . . .
- . . . in de voorstelling der feiten en bevolkt met leuke menschentypes: specimina van de Limburgsche mentaliteit op haar malst. En zoo verscheen de schrijver Ward Schouteden ons in zijn klein, maar interessant werk, onder een dubbele gedaante: als droomend fantast en als scherp-opmerkend realist. Maar, bij nader inzicht, waren . . .
- . . . Het was hoofdzakelijk als ironisch opmerker van den samenhang der feiten, en niet als een scherp beschouwer van het wezen der menschen, dat Schouteden zich deed gelden. Zijn verbeeldingskracht bleek hem vooral te hebben gediend om de lijnen en kleuren en verhoudingen, waargenomen in de werkelijkheid, op fantastische . . .
- . . . Toen schreef hij «Jezabel» -- een droeve klucht in vier bedrijven -- waarin nogmaals de fantast ter hulp snelde van den realist, die Schouteden in wezen blijkt te zijn, om een groteske uitbeelding van het tragi-komisch levensspel te verwezenlijken... Het vergaat, naar onze meening, den kunstenaar
- . . . Schouteden in wezen blijkt te zijn, om een groteske uitbeelding van het tragi-komisch levensspel te verwezenlijken... Het vergaat, naar onze meening, den kunstenaar Schouteden , die meer dichterlijk-gevoelig van aanleg dan dichter is, alzoo: Wat hij met vinnig speurende, scherpe blikken opmerkt, wordt door zijn nuchteren geest beironiseerd. Wat . . .
- . . . krijgen we een op deze manier vervormd visioen te zien van de wereld... en wel bepaaldelijk van de kleine, bekrompen Vlaamsche wereld, waarvan Schouteden reeds een hoekje toonde in zijn «Dorpsherrie». Strevend naar het burleske, slaagde de schrijver er in aan de door hem in «Jezabel» ontworpen werkelijkheid, . . .
- . . . er in aan de door hem in «Jezabel» ontworpen werkelijkheid, een algemeener beteekenis met symbolische waarde te leenen... * * In «Jezabel» stelt Schouteden de logge massa tegenover het zelfbewuste Gezag -- dit woord dan genomen in zijn breedste beteekenis en derhalve zoowel de wereldlijke als de geestelijke . . .
- . . . groteske van zijn wereldvoorstelling enormer verhoudingen te leenen. Hij is er gewis in geslaagd de kluchtigheid van het geval te accentueeren. Misschien wilde Schouteden er op wijzen, hoe het volk, dat tegenover de verwaarloozing van zijn hoogste en heiligste belangen van intellectueelen of moreelen aard, volkomen onverschilligheid aan . . .
- . . . waardoor de ontplooiing der «allegorie» bemoeilijkt wordt, in de zich opvolgende tafereelen uit de eerste twee bedrijven van «Jezabel». Al de gebreken, die Schouteden bij het volk -- bij het Vlaamsche volk -- gispen zal, duidt hij slechts aan. Hieruit spruit dan ook gemis aan klaarheid in zijn . . .
- . . . op eigen voordeel azende Russische ambtenaren, en de onder de knevelarijen in hun stoffelijke belangen lijdende onderdanen, worden gedramatiseerd. Met dit drama vertoont Schouteden 's «Jezabel», deze goedmoedige VIaamsche satire!, een wel wat meer dan oppervlakkige gelijkenis. Uitgaande van de realiteit, doch, dank zij de fantastische ordening in de . . .
- . . . zich in de «De Revisor», de eeuwige strijd tusschen de individuen, die het Gezag vertegenwoordigen, en de amorphe, physische-sterke, doch geestelijk bevreesde massa. Schouteden slaagt er niet in dit plan met «Jezabel» te bereiken. Hij moet nog zijn toevlucht nemen tot uiterlijke middelen, om het belang van het . . .
- . . . verband door den auteur gelegd tusschen deze daad van Pirewiet en de bijbelsche geschiedenis van Samson, zullen we niet aandringen. De fantasie van Schouteden uit zich minder in ongemeene verbeeldingen dan wel in een willekeurige en soms zoo origineele als verrassende schikking van bizonderheden aan de werkelijkheid ontleend. . . .
- . . . lezer of toeschouwer, welke zich niet geheel laat in beslag nemen door de werkelijk pittoreske tafereelen, stelt: Welke leidende gedachte heeft de oolijke Schouteden met zijn «Jezabel», dat toch een stuk met uitgesproken allegorische bedoelingen schijnt te zijn, willen dramatiseeren ? -- Een zeer vage strijd van het . . .
- . . . aan onze veronderstelling. Dat we deze zekerheid ontleenen moeten aan het gebruik van een uiterlijk effectje, bewijst wel hoe zwakjes de symboliek van Schouteden 's bedoelingen is. En het is toch de eerste vereischte van elke allegorie, dat ze direct den volksgeest treffen kan. Van het symbool op het . . .
- . . . volk, dat zelfs niet in staat is de veroverde macht te gebruiken voor zijn ontvoogding... Zoo bestaat er verwantschap tusschen de bedoelingen door Schouteden met zijn Jezabel nagestreefd en deze welke Anton van de Velde in Tijl in symbolen poogde vast te leggen... We wenschen beide . . .
- . . . op een zeer verschillend terrein bewegen. Maar én Tijl én Jezabel voeren tot dezelfde pessimistische conclusie: het Vlaamsche volk is nog niet rijp. Schouteden evenwel hecht aan den invloed van het «franskiljonisme» als sloopende kracht heel wat minder waarde dan Van de Velde het doet in . . .
- . . . het volk zelf. * * Als een opvolging van geanimeerde, zeer sterk folkloristisch-getinte chromo's zijn we geneigd een stuk als Jezabel te beschouwen. Schouteden lijkt wel het procédé door Veterman en Timmermans gevolgd in «Als de Sterre bleef stille staan», op zijn beurt te . . .
- . . . aan de pogingen door Russische voorstellingskunstenaars beproefd om sterke indrukken te wekken door het vereenvoudigen der bewegingen tot hun essentieële lijnen. «Jezabel» van Schouteden is een wild en weeldrig gegroeid, niet van alle onkruid gezuiverd werk, saprijk, gezond en vooral oprecht : de natuurlijke uiting van een eigen . . .
1926-02-09 Anton Van de Velde : "Tijl" in het Trocadero-paleis, Brussel (Willem Putman)
- . . . werk van Teirlinck of zelfs -- om jongere acteurs te noemen --Nuances van Paul de Mont of Jeezabel van Schouteden . Tijl is een briljante anecdote, neergepend door een rijkbegaafden fantast in den rand van ons tooneelrenouveau. Men heeft er ten onrechte als etiket opgedrukt . . .