KUNST EN VOLKSLEVEN TE NIJVEL I
Karel Van de Woestijne, 1926-07-17
Source
N.R.C, 1926-07-17
Items that may be related to this text • More...
- ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: KUNST EN VOLKSLEVEN ... 1926-07-22
- ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: FOLKLORE I... 1925-08-24
- ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: VACANTIEKRABBELS IV... 1923-07-31
- ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: HAMLET TE GENT III... 1926-06-28
- ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: EMIEL GIELKENS... 1926-04
KUNST EN VOLKSLEVEN TE NIJVEL I
Brussel,
Kent gij, lezers die ook in vacantietijd wel iets leeren wilt, de wieg en bakermat van de Niebelungen?
Wij zijn er. Ik bedoel: wij zijn op de plaats waar de Niebelungen hebben geleefd, of althans waar de legende der Niebelungen hare bestanddeelen heeft geput.
Het is te zeggen dat ik enkele dagen geleden eene "exposition d'art, d'archéologie, d'histoire et de folklore" heb bezocht te Nijvel. Nijvel is, voor wie het niet weten mocht, een Zuid-Brabantsch, dus Waalsch stadje, dat teert op zijne papiernijverheid, wat ons wel sympathiek moet stemmen, en nog andere merkwaardigheden vertoont waar ik het over hebben zal binnen een kwartier of zoo. Nijvel heet in het Fransch Nivelles, dat een meervoudsvorm is. En nu moet gij geen toponymist van allereerste grootte zijn om onmiddellijk, zonder vergrootglas te merken dat het verband tusschen Nivelles en Niebelungen onwederlegbaar in het oog springt, om het aldus uit te drukken. Ik ben trouwens niet de eerste geweest om dat verband in te zien: ik ben ootmoedig genoeg om te bekennen dat het mij tot voor acht dagen nog totaal was ontgaan. En het zijn ook de Nijvelaren niet, doorgaans nederige menschen, die tot deze glorierijke ontdekking gekomen zijn, welke van deze Walen ineens Oer-Germanen zou hebben gemaakt, wat in de tegenwoordige politieke omstandigheden misschien minder gewenscht is. Het is, eenvoudig en natuurlijk, een Duitscher,
Ik heb mij maar laten overtuigen: het is dezer dagen veel te warm om te twisten zelfs over den oorsprong der Niebelungen. Of liever: ik kon over dien oorsprong koeltjes-sceptisch blijven, aangezien Nijvel en zijne folkloristische tentoonstelling genoeg boeiends bood, dat eene nog levende werkelijkheid is, om mij niet te hoeven over te leveren aan
Met of zonder Niebelungen dus, is Nijvel een stadje dat al heel wat merkwaardigs bevat. Om helaas te zwijgen van de kanonballen die eene Fransche en zeventiende eeuw-sche belegering er heeft achtergelaten en menige archaeologische aardigheid, zijn daar in de eerste plaats de legenden, die het meest-doodsche stadje tot iets zeldzaam-levends weten te maken, dat verre boven geschiedenis en archaeologie uitrijst. En zoo zijn er op zijn minst twee legenden, die Nijvel onsterfelijk maken.
Er is eerst die van hertog Jan. De dagen en daden van dien Jan zijn in mijn geheugen zoo goed als geheel verloren geloopen. En dat zal wel het geval zijn bij de over-groote meerderheid van mijne landgenooten, die echter zoo goed als allen blijven weten dat deze hertog zich verheugde in het bezit van een hond. Jan van Nijvel is alleen beroemd gebleven door zijn hond. Die hond was trouwens een ongewone hond: riep men hem tot zich, dan zette hij het op een loopen. En daarvan getuigt een rijmpje, dat in België en, durf ik te hopen, ook daarbuiten populair is gebleven:
"C'est Le chien de Jean de Nivelles Qui s'enfuit quand on l'appelle".
Doch Nijvel is niet alleen de stad van ongehoorzame honden: zij is ook de stad der mystiek. In de tweede helft der twaalfde en in de eerste der dertiende eeuw was zij onder de kloosterzusters een centrum van hooger mystiek leven. Onder de beroemdste van die geestelijke vrouwen is Ida van Nijvel te noemen. Doch lang voor deze Ida, en reeds in de zevende eeuw, leefde te Nijvel een heilige, die nog veel beroemder was dan zij: het is de heilige Geertrui, die er stierf op
"Hoert na mi, ic maecs u vroet
Hoe sinte Gheertruut leede haer leven".
Gertrudis nu was de dochter van Pepijn van Landen en van Ideberga, die samen het leven schonken aan een tweede heilige, die Begga heet. Al jong had zij van wereldschheid afgezien om in het klooster van Nijvel te gaan leven. Dit tot groot spijt van een ridder (gij hadt het reeds geraden!) die smoorlijk op haar verliefd was, en dan ook ging wonen in de dichtste nabijheid van het klooster, met de hoop haar hart te vermurwen en tot een huwelijk over te halen. Daartoe was hem geen offer te groot: hij overlaadde de gemeenschap met weldaden,
"Soe datten prijsde seer tconvent";.."Hie liet schoone geesten malen Beyde in cameren ende in zalen, Die hem costen groten schat";
met het gevolg dat "..Sinen staet die quam ten einde. Doe was die ridder in ellende".
Er bleef hem dan ook niet anders meer over dan de hulp van den duivel in te roepen: het gewone gebruik in de Middeleeuwen. Hij maakte een contract met hem, waarbij hij hem zijne ziel beloofde zoo hij, binnen het verloop van zeven jaar, bereikte wat hij zoo vuriglijk verlangde. - De zeven jaar verliepen zonder eenig resultaat. Het belette den Booze niet, zijn loon te komen ontvangen.
De jonkvrouw had echter steeds eene bijzondere devotie gehad voor Sinte Jan, die haar dan ook op het gepaste oogenblik in een visioen kwam melden welk onheil haar afgewezen minnaar bedreigde. Geertrui had medelijden. Met al haar nonnen ging zij voor het klooster staan, waar de ridder met den duivel ten hellevaart zouden voorbijrijden. En toen hij verscheen, bood zij hem een beker aan (men zal hem u te Nijvel toonen), vol wijns, en met deze zoete woorden: "Drinkt doch om die minne van my, Ende den vrienscap al daer by Des apostels Sinte Johan, Dat u gheleide die heilige man". De ridder drinkt. En toen de beker geledigd was, was Satan met schrikkelijk gehuil verzwonden, terwijl het contract verscheurd aan des ridders voeten lag.
Helaas, op een huwelijk mocht het niet uitloopen. Maar "die ridder" was nu "wel gheleert, Ende ter doghet soe bekeert, Dat hi starff een heylich mensch". Wat dan toch ook niet te versmaden is....
Met dat al heb ik niet de minste hoop, u in de atmospheer te hebben gebracht van Nijvel en de Nijvelsche tentoonstelling. Die atmospheer is trouwens toch wel eenigszins anders. In een volgend briefje zal ik trachten ze te omschrijven.
N.R.C.,
Items that may be related to this text
- ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: KUNST EN VOLKSLEVEN ... 1926-07-22
(author) Karel Van de Woestijne • nijvel • (date-month) 1926-07 • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: FOLKLORE I... 1925-08-24
Jacob Grimm • (author) Karel Van de Woestijne • Isidoor Teirlinck • Guido Gezelle • Alfons de Cock - ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: VACANTIEKRABBELS IV... 1923-07-31
goed • (author) Karel Van de Woestijne • leven - ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: HAMLET TE GENT III... 1926-06-28
goed • (author) Karel Van de Woestijne • (date-year) 1926 • Richard Wagner - ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: EMIEL GIELKENS... 1926-04
jan • (author) Karel Van de Woestijne • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: TOONEEL TE BRUSSEL I... 1926-07
(author) Karel Van de Woestijne • (date-month) 1926-07 • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: HAMLET TE GENT II... 1926-06-27
goed • (author) Karel Van de Woestijne • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: André Rivelle : "La... 1926-07-29
(date-month) 1926-07 • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Het mystieke tooneel... 1926
Guido Gezelle • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: TOP NAEFF TE GENT... 1926-11-19
(author) Karel Van de Woestijne • (date-year) 1926