Te Brussel: "De meester van de zee" in den Vlaamschen Schouwburg

H.B., 1931-12-11


Source

De Standaard, 1931-12-11


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◻◻ H.B.: Te Brussel: Kon. Vla... 1931-11-13
  2. ◼◼◼◻◻ H.B.: Te Brussel: "De Gebr... 1931-10-16
  3. ◼◼◻◻◻ H.B.: Te Brussel: Kon. Vla... 1932-01-15
  4. ◼◼◻◻◻ H.B.: Het Klooster... 1935-09-09
  5. ◼◻◻◻◻ W.R.: Te Brussel: "Verwoes... 1930-02-31

Te Brussel: "De meester van de zee" in den Vlaamschen Schouwburg

Op het programma zijner kunstvoorstellingen had de h. Poot een nieuw stuk genomen van Roger Avermaete, een Franschschrijvend Antwerpenaar, nog betrekelijk jong, die zich in de laatste jaren op litterair gebied vrij sympathiek heeft weten te onderscheiden. De première of liever de creatie van dit stuk, ging verleden Woensdag voor een niet al te talrijk maar niettemin voornaam en dankbaar gestemd publiek. Wij merkten in de zaal de aanwezigheid op van menig-vooraanstaand persoon uit de Vlaamsche intellectueele wereld der hoofdstad, waaronder oud-minister Camiel Huysmans, alsook van verscheidene Antwerpenaren uit de bekende groep "Lumière", waaronder den auteur zelf en zijne echtgenoote.

Alles wel beschouwd is het drama "De meester van de zee" een krachtig en bitter pleidooi. Ten einde zijn opzet des te aantrekkelijk te maken, heeft de schrijver zijn gegeven gesitueerd aan het Hof van Duitschland, in de tragische dagen die het uitbreken van den wereldoolog voorafgingen. Wanneer het doek openschuift, wonen wij een gewichtige conferentie bij waaraan deelnemen, onder voorzitterschap van den keizer: de kanselier, de chef van den generalen staf, de groot-admiraal, de staalbaron, de financier en even later de reeder. De politieke toestand is somber. Maar op deze conferentie gaat het ongeveer toe als op een socialistisch congres waarom gedebateerd wordt over de staatstoelagen aan het vrij onderwijs. Alle betoog en alle redeneering ten spijt, is geen enkel van zijn vooringenomen standpunt af te brengen. Moedig en waardig biedt de pacifistische reeder gansch alleen het hoofd aan de bende oorlogszuchtende militairen en kapitalisten. Hij waarschuwt voor een noodlottig avontuur en... wordt uitgescholden voor "vuile Jood" die beangst is om zijn schepen.

De reeder ziet dat er hardnekkig aangestuurd wordt op oorlog. Het wordt een ramp voor het land. Vruchteloos schermt hij met het spook van Engeland. In hun overmoed smalen zij op het onverzettelijke Albion. En de reeder, wiens Joodsch instinct hem tot een soort mysticus maakt, verzint een laatste wanhoopspoging. Hij weet dat de keizer dol verliefd is op zijn vrouw Sarah. Hij eischt van haar dat ze zich als een Judith gaat opofferen. Niet het hoofd van den keizer is de inzet van dezen uitersten stap, wel de belofte dat de oorlog niet zou verklaard worden. Met gebroken hart gaat Sarah zich van haar ontstellende taak kwijten. Niets baat. De oorlogswaanzin heeft zich van het volk meester gemaakt. En wanneer de reeder ziet dat ook voor hem alles verloren is: zijn vloot, zijn eer, zijn 17-jarige zoon, die als vrijwilliger optrekt, jaagt hij zich koelbloedig een kogel in het hart na deze paradoxale woorden te hebben neergeschreven: "Alles wat de keizer doet, is wel gedaan. Leve de keizer!"

Uiterlijke actie is in dit drama omzeggens afwezig. Sommigen zullen het een praatstuk vinden. Wij heeten het liever een gedachtenstuk en daarmede is meteen gewezen op de onevenwichtigheid van het werk: het is te cerebraal om bij het groote publiek volkomen te kunnen inslaan. Dat kon al dadelijk gemerkt worden na het eerste bedrijf, toen het applaus eerder matig klonk. Drie kwart lang hadden ze daar aan de groene tafel zitten redetwisten over de oorlogskansen. Het was allemaal zeer boeiend, maar voor den gewonen schouwburgbezoeker zeer vermoeiend. De tragische toedracht dezer conferentie mocht nog zoo aangrijpend zijn, het debat moest op den duur eentoning worden. Het tweede bedrijf, dat wij ook als het best geslaagde beschouwen, bracht meer leven in de brouwerij. De innige dialogen tusschen de reedersvrouw en haar zoon, tusschen dienzelfden en zijn vader en ten slotte het kapitaal tooneel tusschen der reeder en zijne echtgenoote, wanneer hij deze laatste tot het groote offer aanzet, boden natuurlijk meer afwisseling en de conflikten werden menigvuldiger en spannenderd. Dan volgde een oogenblik van inzinking: het tooneel tusschen Sarah en den keizer, waarbij evenwel het schitterend spel van Mevr. R. Verschueren veel onbeholpenheden, vooral aan 's keizers kant, zooveel mogelijk weer goed heeft kunnen maken. Het laatste bedrijf kende weer enkele flinke tooneelen. Wel het aanstippen waard, is het feit, dat de hevige uitval van 's reeders secretaris tegen broedermoord en het diepingrijpend pleidooi voor dienstweigering, in de zaal een daverende ovatie uitlokte... enkele uren nadat de kamer eveneens overeind had gestaan om wille van hetzelfde thema.

Wat nu de vertolking betreft, dient deze welgemeend geprezen. Er waren af en toe nog haperingen, maar die zullen na een paar uitvoeringen spoedig zijn verdwenen. In de rol van den reeder had Gust Maes een klofje naar zijn hand. In het tweede bedrijf bood hij werkelijk ontoerend spel. Jammer dat hij hier en daar nog een zinsnede onverstaanbaar laat, door te doffe stemdaling. Mevr. R. Verschueren (Sarah) beleefde een harer schoonste avonden. Zelden zagen wij haar met zooveel overtuiging en nobele beheersching optreden. Hare weelderige toiletten maakten sensatie. In de rol van den keizer, kende R. Dubois in het eerste bedrijf goede momenten maar in het tooneel met Sarah scheen hij uit den toon gevallen. Aan de conferentietafel onderscheidde zich keurig R. Sonck (groot-admiraal) die aldoor flink spel leverde, ook wanneer hij niets te zeggen had. Vermelden wij ten slotte nog A. Bouchez, de dweepzieke reederszoon en P. Bergers, de edelmoedige secretaris, die zich in hun betrekkelijk bescheiden rollen verdienstelijk wisten te maken.

De regie van Gust Maes was volkomen in den geest van het stuk. De Nederlansche vertaling van het werk blijkt verzorgd en vlot.

Naarmate de voorstelling vorderde, groeide de geestdrift in de zaal. Na afloop van het slotbedrijf, werden de spelers herhaalde malen teruggeroepen en Mevr. Verschueren mocht een armvracht bloemen in ontvangst nemen.

H.B.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◻◻ H.B.: Te Brussel: Kon. Vla... 1931-11-13
    gust maes • Gust Maes • Jan Poot • H.B. • (date-year) 1931 • (author) H.B. • Koninklijke Vlaamsche Schouwburg, Brussel
  2. ◼◼◼◻◻ H.B.: Te Brussel: "De Gebr... 1931-10-16
    Gust Maes • H.B. • (date-year) 1931 • (author) H.B. • Koninklijke Vlaamsche Schouwburg, Brussel
  3. ◼◼◻◻◻ H.B.: Te Brussel: Kon. Vla... 1932-01-15
    Gust Maes • H.B. • (author) H.B. • Koninklijke Vlaamsche Schouwburg, Brussel
  4. ◼◼◻◻◻ H.B.: Het Klooster... 1935-09-09
    gust maes • Gust Maes • (author) H.B. • Koninklijke Vlaamsche Schouwburg, Brussel
  5. ◼◻◻◻◻ W.R.: Te Brussel: "Verwoes... 1930-02-31
    Gust Maes • Jan Poot • Koninklijke Vlaamsche Schouwburg, Brussel
  6. ◼◻◻◻◻ O.S.: Ghetto... 1936-04-12
    Gust Maes • Jan Poot • Koninklijke Vlaamsche Schouwburg, Brussel
  7. ◼◻◻◻◻ Anon.: Openluchtvoorstellin... 1931-07-30
    Gust Maes • (date-year) 1931 • Koninklijke Vlaamsche Schouwburg, Brussel
  8. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Het Lam van den Arme... 1931-12-19
    (date-month) 1931-12 • (date-year) 1931
  9. ◼◻◻◻◻ H.B.: The English Players:... 1932-03-12
    Gust Maes • H.B. • (author) H.B.
  10. ◼◻◻◻◻ Anon.: Het gezin van Paemel... 1920-11-21
    Jan Poot • Koninklijke Vlaamsche Schouwburg, Brussel