Advanced Search found 20 item(s) featuring "Nestor de Tière"
1920-01-15 De windmolen van Stuivenberg (Anon.)
- . . . van " De Kunstvrienden ". Talrijke bloemgarven en geschenken o.a. een eerepenning van de stad Brussel. De heer Lejour las een gelegenheidsgedicht voor van Nestor de Tière . Maar het grootste geschenk van den jubilaris ging naar anderen, naar onze ongelukkige oorlogsblinden. Dat had Dewit zelf zoo gewild. Eene som . . .
1920-11-01 Opening van den Koninklijke Vlaamsche Schouwburg (Anon.)
- . . . burgerij der hoofdstad door geregeld bezoek deze uiting van Vlaamsche cultuur te versterken. Een korte, maar zeer juiste bepaling van de plaats van Nestor de Tière in onze literatuur en zijn waarde als tooneelschrijver besloot deze inleiding. Het kon moeilijk anders of die avond moest gewijd zijn aan . . .
- . . . literatuur en zijn waarde als tooneelschrijver besloot deze inleiding. Het kon moeilijk anders of die avond moest gewijd zijn aan het werk van de Tière , wiens borstbeeld links van het tooneel prijkte en die zijn naam en zijn roem aan den Vlaamschen Schouwburg van Brussel verbonden . . .
1923-10-08 Te Brussel: Kon. Vlaamsche Schouwburg: "De man die een moord deed" (J.B.)
- . . . er niet tal van andere middelen voor de hand lagen om een grooter publiek te bereiken, en of bijvoorb. romantisch Vlaamsch werk, zooals De Tière , Scheltjens , e.a. er ons leverden, niet als sensatietooneel kon gebruikt worden. Bezit dit werk brutaliteit dan is het toch een gezonde . . .
1939-07 HET VIER-EN-TWINTIGSTE JAAR 1921-22 (August Monet)
- . . . arme seizoen had nog twee nationale creaties gekend : Op Zondag 30 October 1921 : deze van «Het Rouwkleed», een bedrijf van Nestor de Tière , op muziek gezet door F. Goeyens , en op Donderdag 22 December 1921 : deze van «De Vlasgaard», libretto van . . .
1928 Pieter Magerman (Lode Monteyne)
- . . . ambtenaar te teekenen in zijn strijd voor administratieven vooruitgang, terwille waarvan hij zelfs zijn dochter opofferen zou. Deze Joost Cornelis is een ontaarde de Tière -figuur, zonder echtheid, overgeleverd als hij is aan de willekeurigheid van den schrijver, die naar het verwekken van altijd maar pathetischer toestanden streeft, wat . . .
- . . . kampende individuen doorgrondt hij niet. Hij fantaseert rond hetgeen de realiteit hem biedt, een romantische historie, waarvan hij de elementen aan een zwak de Tière -drama ontleent. Hecht is de band, die den schrijver Pieter Magerman verbindt aan de streek, waar hij zijn jeugd doorbracht. Lijk de . . .
1921-11-03 Vlaamsche Opera te Antwerpen: "De Bruid der Zee" en "Het Rouwkleed" (Anon.)
- . . . futiele actie, maar in het algemeen menschelijke van den brutaal gespannen toestand. Blockx heeft met zorgvuldige hande de dramatische verwikkelingen van de Tière 's libretto onderlijnd. Het werk geeft geen bijzondere kijk op de kunst van den toondichter, maar toont aan hoe hij zijn muze naar de . . .
- . . . door het vervroegde aanvangsuur der vertooning en minstens de helft gemist hebben van "Het Rouwkleed", libretto van Van Rooy, naar het drama van Nestor de Tière , muziek van Goeyens . 't Valt mij derhalve moeilijk volledig verslag te geven. De muziek, die ik te hooren kreeg, doet . . .
1924-12-06 Helmuth Unger : "De Nacht" in "De Nieuwe Spieghel" (Willem Putman)
- . . . jongen heeft zelfmoord: gepleegd en het programma zegt ons dat de kellners strompelen over zijn lijk. Wij kregen echter een scènetje à la De Tière , waarbij, "het meisje van de bar" bloempjes strooit overheen het lijk en zegt : "Arme beste kerel". Mein Liebchen, was willst du noch . . .
- . . . gesprek dat niets -- maar heelemaal niets -- met het stuk , e maken heeft, en daar is ingeschoven uit een stuk van De Tière . Ik verzeker u dat het mogelijk is nog een bladzijde lang zulke onhandigheden aan te halen. Men zegge mij; nu niet dat die . . .
- . . . te wanhopen, alle rhythme mist en allen stijl. Het fijnst-genuanceerde "zeggen" kon dat niet goed maken. Ik beweer dat het dialoog is van De Tière , waarin Paul de Mont ; een paar dichterlijke beelden van Wies Moens heeft gezet. On-literair, werd ergens verklaard. Beter was . . .
1926-03-10 Lodewijk Scheltjens : "Hilda Flam" door "De Winterbloem", Temsche (Willem Putman)
- . . . is dat hij in een kader van werkelijk leven niet heeft opgehouden de romantische thema's uit te werken, die hij met zijn voorganger Nestor de Tière gemeen had. Scheltjens zocht de actie van zijn stukken vooral in uiterlijke bewogenheid. Bijna ieder van zijn stukken groeit uit . . .
1926-02-20 Josip Kosor : "Onbekende hartstochten" (Willem Putman)
- . . . geen geval -- en daargelaten de onbetwistbare waarde van de verheven taal, vol bekorende lyriek, kunnen wij best aannemen dat een opvoering van De Tière 's "Roze Kate" in Dalmatië nagenoeg denzelfden indruk zou verwekken als de opvoering van "Ontketende Hartstochten" alhier. Kosor staat nog . . .
1925-02-03 Ernest W. Schmidt: "De gang van de wereld" door "De Vrijheidsliefde", Antwerpen, op den Landjuweel-wedstrijd te Thienen (Willem Putman)
- . . . welk laatste stuk met den drie-jaarlijkschen prijs voor tooneelletterkunde werd bekroond. Hij is de meest interessante onder de realistische groep, die hier, na De Tière , rechtstreeks onder invloed van Heijermans , vooral sinds 1918 werkzaam is. Op bovengenoemde stukken volgde minder "flink" werk. De Klapperbeentjes, een blijspel, . . .
1920-09-30 NESTOR DE TIERE (Karel Van de Woestijne)
- . . . NESTOR DE TIERE Brussel, 30 September . Heden in hun avondblad gelezen te hebben dat Nestor de Tière gestorven is, zal velen, Vlamingen - want hij was in de eerste plaats met krachtdadigheid een Vlaming -, en Brusselaars - want . . .
- . . . bekend Brusselsch figuur -, met een dubbele verrassing hebben geslagen. Die dood immers komt zeer onverwacht, ook voor de weinigen, die wisten dat de Tière sedert enkele maanden aan asthma leed (hetgeen hij liefst verborg). En daarbij vernemen ineens al die bekende en niet-bekende vrienden, dat deze levenslustige . . .
- . . . zaken. Want deze zegevierende dramaturg, die in Frankrijk millioenen zou hebben verdiend, was "dans le civil" een ambtenaar. Maar zelfs als dusdanig bleek Nestor de Tière , wiens administratieve loopbaan lang genoeg was om hem eervol rustgeld te verzekeren, al even naïef- en uitbundig-romantisch als hij het meer nog . . .
- . . . het geluk had gekend, bij voortduring een troetelkind van het bestaan te zijn. En was hij dat niet geweest: zou de houding van Nestor de Tière wel anders zijn geworden? Sedert ruim veertig jaar behoorde hij tot eene heldhaftige Vlaamsche bohème, waar hij de laatste, gestilde, maar naar . . .
- . . . zouden er hem eens lauwerkransen om vlechten. Niet alleen echter om het ruime deel dat hij in dit dichterlijk-ongebonden leven heeft gehad, verdient Nestor de Tière onze lof. Hij is immers geweest een dramaturg van ongewone kracht, en voor het geestelijk-arme Vlaanderen van ongewone beteekenis. Zeker, hij is . . .
- . . . feit ter eere van den schrijver, indien deze niet was blijven steken in tekortkomingen waaruit zij ons hebben gered. De werkelijkheid, die tevens De Tière 's beteekenis aangeeft, is, dat hij ons publiek hielp uit de drakenwereld van een Dennery en een Holtei ... "om hem . . .
- . . . schouwspel van andere draken te bezorgen", zegt meesmuilend een jongere naast mij; wien ik trouwens al antwoord geef: "Goed, ik geef toe dat De Tière niet diep genoeg gaat en grootsprakerig is: maar zijne menschen zijn echt-Vlaamsch; is zijn psychologie armzalig-oppervlakkig en -conventioneel, zijne voorstelling is levend en . . .
- . . . in Vlaanderen begint men thans buiten dat "nut" te kunnen. Het belet niet dat het wel degelijk heeft bestaan. En zoo blijft het Nestor de Tière 's eer, tot het louteringswerk in ruime mate en met ontzagwekkende forschheid te hebben bijgedragen. N.R.C., 3 October 1920 . . . .
1926 Gaston Martens: "Derby" (Lode Monteyne)
- . . . waaraan niemand weerstaat, smijt hij de straatdeur wijd-open en jaagt de opdringerige heerschappen, welke naar Emmy's gunsten dingen, de herberg uit. Bij een de Tière zou dit drama der ijverzucht zeker einden met moord en doodslag en om zoover te raken zou deze auteur zeker geen vier bedrijven . . .
1939-07 HET DRIE-EN-TWINTIGSTE JAAR 1919_20 (August Monet)
- . . . 27 Maart , met de allereerste opvoering van «De Kinderen der Zee», een spel van Rafael Verhulst ongeveer gelijktijdig met de Tière 's «Bruid der Zee» geschreven en waarop Lodewijk Mortelmans twintig jaar gewerkt had. Als aan het Hof gevraagd was geworden om zich bij . . .
1921-03 Nestor de Tière (A. Gille)
- . . . Nestor de Tière Nestor Jan Baptist de Tière werd geboren te Eine in Oost-Vlaanderen den 6 Augustus 1856. Zijn ouders waren . . .
- . . . Nestor de Tière Nestor Jan Baptist de Tière werd geboren te Eine in Oost-Vlaanderen den 6 Augustus 1856. Zijn ouders waren zeer eenvoudige, doorbrave lui uit de kleine . . .
- . . . er wordt beweerd zelfs, dat zij een gezonden blik had op de nationale letterkunde van haren tijd en daarbij een warm kunsttemperament. Toen de Tière acht jaar oud was trok hij met zijn ouders naar Aalst en later naar Gent, waar hij studeerde aan het Atheneum. In zijn . . .
- . . . hij met zijn ouders naar Aalst en later naar Gent, waar hij studeerde aan het Atheneum. In zijn prilste jeugd was de jonge Nestor vijand van wetenschap en schoolgaan : vrij slenteren langs weide en veld, droomen langs de boorden der bochtige Schelde, kattekwaad uitrichten in bosschen en . . .
- . . . deed richten naar het tooneel; want samen met hem schreef hij Roosje van den veldwachter. In 1880 vinden wij den vier en twintigjarigen de Tière te Brussel, waar hij een betrekking had bekomen aan het ministerie van Spoorwegen. Nu gaf hij zich gansch en voor goed aan het . . .
- . . . van het zwarte woud, Honger, De stoel van Napoleon, Grolpoi, Een spiegel, Liefdedrift, Roze Kate, Wilde Lea, Eene misdadige. Als laatste werken van de Tière stippen wij nog aan : Pietje, Op de vroegmarkt, 't Was op eersten Januari, Het allerlaagste, God zegent de wapens. Tusschen die opgesomde . . .
- . . . dat ook in Engeland verscheidene weken voor het voetlicht bleef. Wanneer we vijf en twintig jaar terug denken dan durven we verklaren, dat de Tière om zoo te zeggen alleen stond met Scheltjens , Roeland en enkele anderen om het repertorium onzer tooneelkringen te verrijken . . .
- . . . uit naar een of ander nieuw werk van den gevierden volksschrijver en zelden werden zij in hun verwachting bedrogen. Nog een woordje over de Tière 's werk in 't algemeen. Wat Conscience , Sleeckx en Snieders waren als volksvertellers, was de Tière . . .
- . . . de Tière 's werk in 't algemeen. Wat Conscience , Sleeckx en Snieders waren als volksvertellers, was de Tière voor het tooneel. Het Vlaamsche volksleven, in de volle uiting van zijn drift, gaf ons de Tière met een ontembare, meestal . . .
- . . . waren als volksvertellers, was de Tière voor het tooneel. Het Vlaamsche volksleven, in de volle uiting van zijn drift, gaf ons de Tière met een ontembare, meestal woeste kracht, die weieens zeer kiesche gemoederen schokte. -- Om verouderde vormen en gebruiken bekreunde hij zich bitter weinig . . .
- . . . over het algemeen was de bouw zijner stukken stevig en kan hij menigen schrijver van onzen tijd nog wel tot toonbeeld aangewezen worden. de Tière was hier te lande de baanbreker op het tooneel der realistische school en menig schrijver is na hem de poort doorgestapt die hij . . .
- . . . volk deed liefhebben en die de kringen onzer buitengemeenten nader heeft gebracht tot de betrachting van gezonde en echte kunst. En nochtans werden de Tière 's werken weinig door onze katholieke tooneelkringen gespeeld. Waaraan zulks te wijten ? Waren zij onzedelijk ? -- Verre van daar. In hun einddoel . . .
- . . . dezen tooneelschrijver de noodige kieschheid en de gewenschte stichtende waarde, die wij katholieken te recht van een tooneelwerk vergen. Ook als operadichter ging de Tière gansch nieuwe wegen op. Hierover schreef hij als voorrede van De bruid der zee. In «Herbergprinses» -- al werd hier en daar, voor . . .
- . . . zangen die der actie niets bijbrengen, enkel den toondichter verlammen, en hem doen slenteren in de muzikale uitdrukking van het ensemble.» Ziedaar hoe de Tière zich een operatekst voorstelt en wat hij zich, bij dit gedeelte van zijn letterkundig werk, als doel voorstelde : geen mooie verzen, eenige . . .
- . . . verzen, eenige rythmische zinnen, een dramageraamte, soberheid in woorden, rijkdom in actie. «Men kan nu het niet geheel en al eens zijn met de Tière », schrijft Bruylants , «waar hij den vorm al te zeer verwaarloost en in een plat proza vervalt, terwijl een meer gepolijst en . . .
- . . . ongeschikt maken voor het tooneel, waar het alleen recht blijft door de waarde der muziek, laat me zeggen den goeden wil der muziekliefhebbers...» de Tière schreef voor het zangtooneel : Herberprinses in vier tafereelen, De bruid der zee, in drie bedrijven, die beide de ronde deden van de . . .
- . . . der zee, in drie bedrijven, die beide de ronde deden van de Europeesche schouwburgen, Baldi, in vier bedrijven, De kapel, in één bedrijf. de Tière neemt terecht een eereplaats in tusschen onze Vlaamsche kunstenaars en hij heeft recht op de liefde en erkentelijkheid van zijn volk. A. . . .
1923-01 Lodewijk Scheltjens (A. Gille)
- . . . naar waarheid, omdat hij ze waarheid heette, is hij stoutmoedig rond de jaren 1890, meen ik, de baan opgegaan van het realisme die de Tière dan reeds als de ware aanwees. Met dezen en met eenige andere tooneelschrijvers heeft hij den oorlog verklaard aan den drakenrommel, die het . . .
1926-04-11 Gaston Martens: "Het gouden Jubelfeest" (Lode Monteyne)
- . . . eenig uitzonderlijk geval de wereld te verbluffen. Velen zullen zelfs meenen, dat Gaston Martens braafjes de bekende wegen volgt, waarop een de Tière hem reeds was voorafgegaan. Feitelijk is niets zoo fel in strijd met de waarheid dan deze bewering. Indien Martens den geijkten . . .
1926 Herman Teirlinck: "Ik dien" (Lode Monteyne)
- . . . Snieders , Van Beers -- om enkel deze drie te noemen -- schonken kunst aan de gemeenschap... Ook Benoit ... En de Tière op tooneelgebied. Moet de literator, die de massa wil bereiken en ontroeren, dan de verouderde formules van deze menschen weer toepassen en dus . . .
1926 Ernest W. Schmidt: "Het kindernummer" (Lode Monteyne)
- . . . zelfs eigen onderwerpen. Eén eigenschap hebben ze gemeens : ze hebben onze tooneelschrijfkunst hooger-op gevoerd, bevrijd van het ruwe romantisch realisme à la de Tière , veredeld tot literatuur en verrijkt -- zij het dan ook met werken van ongelijke waarde. Putman , de jongste van dit driemanschap, . . .
1924 Tooneelrenaissance in Vlaanderen (Jan Boon)
- . . . tooneel zijn intrede deed in Vlaanderen. En ik herinner me met pleizier al dat geestdriftig proza gewijd aan de zgz. realistische stukken van De Tière en Scheltjens . En met nog meer pleizier denk ik er aan hoe vreeselijk romantisch we nu die stukken toch vinden. De . . .
1924-06-14 Een nieuwe Vlaamsche opera. "Vikings" van Arthur Meulemans (Willem Putman)
- . . . overvloed. Wij moeten bijv. vaststellen dat geen der jongere tooneelschrijvers, die hun vak kennen, het libretto-genre totnogtoe heeft aangevat. Feitelijk is ons van Nestor De Tière alleen goed werk bekend -- en van laatstgenoemde is dan ook deze uitlating, waarop Buskens zich in zijn opvatting steunt . . .