Modernistische experimenten; Herman Teirlinck; De ekster op de galg
Willem Putman, 1937-11-14
Source
Willem Putman, Tooneeldagboek (1928-1938). Antwerpen: Globus-uitgaven, 1938, pp. 221-224.
Items that may be related to this text • More...
- ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Als meisjes Vondel s... 1937
- ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Fransch Tooneel te B... 1936-01
- ◼◼◻◻◻ Willem Putman: De Lucifer van Joris... 1937
- ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Door mijn luidspreke... 1930-01-30
- ◼◻◻◻◻ M.G.: Pelias en Melisande... 1920-02-17
« DE EKSTER OP DE GALG ».
Het heeft ongeveer tien jaar geduurd, aleer
Tusschen «Ave» en zijn laatste stuk ligt er dan ook heel wat afstand. En allicht zal ik mij hieromtrent het duidelijkst uitdrukken, als ik zeg : we staan in 1938 nader bij den schrijver van «Meneer Serjaanszoon» dan ooit te voren...
Men heeft veel etiketten op dit stuk gedrukt. Men heeft het een literairen zwanezang genoemd, het drama der geslachtelijke seniliteit, het drama van den ouderdom tout court, het drama van de geestelijke onmacht. Allicht kunnen we het best al deze fit eis samengaren in dezen enkelen : het spel der ineenstorting van den menschelijken droom.
In feite is dit stuk een monoloog, een lange zelfontleding van den grijzen geleerde, die vanwege een onbeduidend toeval -- het verschijnen in zijn leven van een bekoorlijk en onbeschaamd jong meisje -- in zijn ziel «de asch, die in sereenheid doodging» opnieuw voelt gloeiend worden. Dit is tot uiting gekomen in een zwaren, beeldrijken tekst, dien de bekende acteur van Dalsum te «verspelen» kreeg, wat in zekere mate slechts te verwezenlijken was door een soort worsteling. Het aspect van den worstelaar had de speler dan ook dikwerf. Hij behaalde op bepaalde momenten -- vooral wanneer hij de plotseling muisstil geworden zaal volkomen vermocht te beheerschen door de descrescendo's van zijn zegging -- glanzende overwinningen. Het werd bij poozen werkelijk de intense beleving van een «climat», als ik mij zoo uitdrukken mag. En gedurende deze aandoenlijke smorzando's scheen het of de speler telkens den zwaren mantel van woordenpraal, waarin dit stuk is gehuld, vermocht op te lichten en ons een blik liet werpen in de ziel zelf van het dramatisch conflict.
In feite heeft onze emotie zich beperkt tot deze momenten van samenvoeling tusschen den hoofdspeler en het publiek, momenten waarop een huivering ons aangreep bij het overschouwen van deze menschelijke misère, van deze menschelijke onmacht en fataliteit ten aanzien van wat in het leven de mooiste en verhevenste droom is : de liefde, en waarvan ons hier een soort seniele parodie is getoond, gegrift in de rimpels van Benedikt ais een tragisch masker en geworpen over de verstorven ledematen van den ouden man als een carnavalspak. Men denkt aan de zachte weeklacht van den ouden Arkel in
Rondom dezen centralen speler moeten we dan de verdere bestanddeelen van de vertooning rangschikken. Vooreerst het décor. Ik moet zeggen : een weinig oorspronkelijke combinatie, die denken deed aan plaatjes naar ontwerpen van Taïroff en -- eigenaardige vaststelling -- vooral verouderd scheen. In het midden, tusschen een stemmig intérieur en een gestyleerden tuin, gaat een gewone houten stellage de hoogte in. Daarboven blinkt een witte rookzuil, die vermoedelijk den melkweg moet aanduiden. Maar dit bouwsel krijgt bij poozen een eigenaardig en ook soms zeer stemmig leven vanwege een goed gedoseerde en verfijnde verlichting. Hierin kon de regie van; Gust Maes -- ook de muziek van
Een ander bestanddeel is de tekst. Een tamelijk uitgesponnen tekst, voorgedragen zonder coupures -- die zich in dit geval nochtans opdrongen -- een tekst, volkomen in den stijl en den toon van
Het trof dan ook, dat het publiek heel wat opgetogener scheen na het eerste gedeelte dan bij het einde van het spel. Men kreeg het gevoel, dat hier iets essentiels ontbrak, althans wanneer men dit werk als tooneel te zien krijgt.
Ik stel mij voor, dat een dramaturg als
Aldus ziet gij dit stuk bestendig achter een waas. Daar staat Benedikt met de levenlooze pop tegen zijn hart gedrukt. Gij weet, dat hiermee het onbereikbare van den droom is in beeld gesteld. Maar af en toe schijnt u dit beeld verkleind door een anecdotisch geval van seniliteit, dat ongetwijfeld een diep-menschelijke tragiek uitstraalt, maar voorzeker ook adel mist. Althans in deze bewerking.
Het tweede bedrijf stelt teleur om meer dan één reden. Het brengt vooreerst niet de gewenschte opklaring. Integendeel. Het waas dikt aan. Ook biedt dit tweede gedeelte ons hoofdzakelijk een amplificatie van het eerste en geen verdere dramatische ontwikkeling. Het stuk verstart, wordt zooiets als de moegekwelde oude man : statisch. Wij bevinden ons aan de uiterste grens van iets...
Alleen reeds dit gevoel is kostbaar. En wij kunnen niet nalaten schroom te betuigen en eerbied, want ook de minst bevredigde zal moeten getuigen, dat hij iets groots genaderd heeft.
Items that may be related to this text
- ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Als meisjes Vondel s... 1937
drama • (date-year) 1937 • (author) Willem Putman - ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Fransch Tooneel te B... 1936-01
Maurice Maeterlinck • George Bernard Shaw • Herman Teirlinck • drama • (author) Willem Putman - ◼◼◻◻◻ Willem Putman: De Lucifer van Joris... 1937
(date-year) 1937 • Herman Teirlinck • (author) Willem Putman - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Door mijn luidspreke... 1930-01-30
George Bernard Shaw • Herman Teirlinck - ◼◻◻◻◻ M.G.: Pelias en Melisande... 1920-02-17
Maurice Maeterlinck • Herman Teirlinck - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Herman Teirlinck: "A... 1938-11
Ave • Herman Teirlinck • (author) Willem Putman - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Leonid Andrejew : "H... 1925-10-19
tekst • (author) Willem Putman - ◼◻◻◻◻ Anon.: Modern Vlaamsch toon... 1928
Ave • Herman Teirlinck - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
Herman Teirlinck • (author) Willem Putman - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: André Rivelle : "La... 1926-07-29
George Bernard Shaw • (author) Willem Putman