Conscience's "Leeuw van Vlaanderen" ten tooneele
Willem Putman, 1938-11
Source
Willem Putman, Tooneeldagboek 1928-1938. Ekeren: Vermeiren, 1938, pp. 117-125.
Items that may be related to this text • More...
- ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Het Vlaamsch Nationa... 1938-11-30
- ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Het realistisch toon... 1938-11-30
- ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Kluchten... 1938-11-30
- ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Na "Tooneelgroei"... 1938-11-30
- ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het religieus toonee... 1938-11-30
Het past, dunkt mij, dat wij in dit hoofdstuk, gewijd aan het Vlaamsch-nationaal tooneel, nog in het bijzonder aandacht wijden aan de diverse tooneelbewerkingen van «De Leeuw van Vlaanderen». Maar aanvankelijk wil ik ook nog een andere poging vernoemen, want het Vlaamsche strijdmotief is altijd een geliefkoosd onderwerp geweest voor den Vlaamschen dramaturg en voor den Vlaamschen speler.
Te onthouden is o. m. een massa-vertooning van «GUDRUN», het bekende drama van
Maar het Vlaamsch onderwerp bij uitstek is en blijft: 1302. Reeds in vroeger jaren ging er nagenoeg geen seizoen voorbij, of de een of andere dorpscène reveleerde een nieuwe tooneel-bewerking van het Groeninghe-gebeuren. Mijn vader schreef er al eene in 1900, en uit den voorraad tooneelstukken van het tooneelfonds, dat in mijn geboortehuis was ondergebracht, herinner ik mij nog een «GROENINGHEZEGE» van oud-minister Hendrik Heyman. Van zelf sprekend zou het jubeljaar 1938, waarbinst het ontstaan van
Laat ik hier vooral aandacht vragen voor het werk van
Het bekroonde spel van
Zooals men verwachten mocht, had de vertooning een grootsch en statig karakter. Toen wij aankwamen op de propvolle markt, van Antwerpen regenwolken dreigden, maar het is gelukkig bij dreiging gebleven, stierven juist de klokketonen weg, waarmee het begin van het spel was aangekondigd van de transen van den Onze Lieve Vrouwe toren. In den hoek van de markt staat het breede speelplan opgetimmerd, twee groote tribunes, waarvan de eene, rechts van ons, grootendeels door het volk is ingenomen terwijl links de tooneelen tusschen ridders en edellieden zich gewoonlijk afspelen. Beide speelplannen zijn onderling verbonden door een boogvormige brug, die mede een belangrijke functie krijgen moet in de vertolking.
Daar hooren we Pieter de Coninck's stem, die tamelijk ruw klabettert in de luidsprekers en ons onmiddellijk den droom vertelt, die hem bezielt en tot verwezenlijking waarvan de gebeurtenissen te Groeninghe heel zeker een belangrijke bijdrage zijn geweest. Ik moet zeggen dat het begin nogal gemengde indrukken schept. Er is in deze overigens voorname en kernachtige taal, die af en toe gekleurd is met een bescheiden West-Vlaamsch tintje, een innigheid aanwezig, die ongetwijfeld in een schouwburg beter tot haar recht zou komen. Maar daar ontplooit zich ineens een felle beweging over de speelplannen en het wordt een kleurige wemeling van historische personages te midden van een bonte massa Vlaamsche poorters en Fransche soldeniers. De groote geschiedkundige figuren rijzen daar voor ons : Valois, Dampierre, de Chatillon. Robrecht van Bethune. De «Leeuw van Vlaanderen» begint te leven. En dit leven zet in door een treffende weergave van een der beste en zeker een der populairste gedeelten van het boek : het gevecht tusschen den pezigen Beydel en den verwaten Fransch-man Lerroux. Een eerste trilling van geestdrift vaart door de menigte.
Intusschen ervaren wij hoe tegenstellingen loskomen onder de edellieden en ridders. De Fransche vorst, Filips de schoone, eischt van Gwijde van Dampierre den knieval. De oude Gwijde zal zich onderwerpen, maar zijn zoon, de jonge Robrecht van Bethune, fier gehuld in een kleed, dat als een zwart-gele vlag zijn leden omgolft, stelt zich trots te weer. Op dit felle accent eindigt de eerste handeling. Een uitstekend bedrijf.
Het vervolg brengt ons bovendien een verrassenden climax. Hef bedrijf lijkt mij dramatisch volmaakt. Nadat wij in de eerste handeling de aanvankelijke pogingen zagen vanwege graaf en volk in Vlaanderen om in nauwere aansluiting de vreemde dwingelandij het hoofd te bieden -- de band zal Robrecht van Bethune, de Leeuw van Vlaanderen, zijn, --, na die eerste toenaderingsbeweging wonen we de vijandelijke intrigues bij, die een verzoening tusschen het aldus éénwordende Vlaanderen en den Franschen leenheer willen bemoeilijken. Het beloop brengt hier dus een bij uitstek dramatische wending en wordt op treffende wijze geconcentreerd in de actie van de Fransche koningin, Johanna van Navarre en haar trawanten, die den weifelenden koning tegen de Vlaamsche «rebellen» opjagen. De «extremist» Robrecht van Bethune zal hun hierbij uitstekend van dienst zijn. Hij weigert te knielen. Hij slingert de koningin, wier wrok overigens berust op een oude familieveete, zijn trotschen afschuw in het gelaat. De koning echter aarzelt niet de Vlaamsche ridders te doen kerkeren, ondanks het feit, dat zijn broeder, de nobele monseigneur de Valois, op wiens aandringen de Vlamingen naar Compiègne zijn gekomen, zijn eerewoord verpand had voor hun vrijgeleide. Ook dit wordt een scherp dramatisch moment. Monseigneur de Valois aarzelt niet de houding van zijn koninklijken broeder te schandvlekken, nadat de vurige Robrecht van Bethune het paleis heeft doen trillen van zijn Vlaamsche belijdenis. Hef bedrijf eindigt brutaal en treffend op deze dubbele ontlading.
In het volgend beeld zal de weerstand in Vlaanderen zich verder uitbreiden en de straat bereiken. Dit is moeilijker te vertellen. Het is een reeks moment-opnamen, waarbij beurtelings figuren als de Coninck, Breydel, Machteld, de «zwarte ridder» (nieuwe incarnatie van den Leeuw) op het voorplan zijn gebracht. Feitelijk krijgt de massa hier de hoofdrol. Zij slingert zich met hartstocht rondom de hoofdfiguren. En het stijgend verzet breekt los in een woest «Schild en Vriend», nadat Breydel in een pakkend slot, dat een tikje al te romantisch aandoet bij de lijken van zijn vermoorde moeder en zuster zijn zware eeden heeft gezworen.
De dramatische spanning is reeds even geluwd en het spel is hier niet altijd vrij van zekere verwarring ; de toon slaat af en toe over naar het hol-pathetische. Het is waar, dat de auteur zich in zekere mate gebonden mocht achten door de tonaliteit van het boek.
Zijn slot-bedrijf is dan hoe langer hoe meer in den verhalenden trant gehouden, in een hoogegespannen oratorischen stijl. Er wordt hoofdzakelijk «verteld». Het is een commentaar van wat zich voltrekt aan beide kanten der Groeninghe-beek, de slag der Gulden Sporen, met als centrale figuren den koenen Adolf van Nieuwland, die in een dweependen roes sterven komt in de armen van Machteld en den ouden Willem van Gulik, die, tot verder strijden onbekwaam, zijn bekende en overal vertrouwen wekkende wapenrusting aan zijn dapperen schildknaap leent.. De geestelijke inzichten van den schrijver, zooals hij ze uit het boek van
Het is ongetwijfeld groot werk, groot gezien en groot gespeeld. Ik meen de niet te loochenen verzwakking naar het einde toe te hebben aangeduid. Laat ik nog even wijzen op wat ik er vooral in gewaardeerd heb. Vooreerst de treffende doseering, waardoor het conflict een diep menschelijk uitzicht krijgt en bewaart. Hier zijn niet alle Franschen schurken, wel integendeel, en de broer van Koning Filips is wellicht een der nobelste figuren van heel de handeling. Zelfs een Lerroux krijgt allure in zijn koene strijdvaardigheid. Hetzelfde geldt voor de Vlamingen. Hier zijn levende menschen uitgebeeld, menschen van alle tijden, met hun driften en hartstochten. Zij zijn een groote hoop. Wel, geen enkele van deze figuren schijnt verwaarloosd. Elkeen, ook aan de minder belangrijken, is gelegenheid gegeven zich in een tooneel, in een gesprek of in een ontboezeming waarlijk uit te leven, een beperkt maar vurig drama te worden in deze rijke aaneenrijging van conflicten, waaromheen het bekoorlijk en boeiend kader der geschiedenis bestendig leeft en groeit.
***
«Ik heb mij tegenover dat werk gedragen als tegenover dit van een levend auteur, die graag zijn boek zoo volledig mogelijk op de planken ziet verschijnen». Hier wordt het beloop van den roman dus angstvallig gevolgd. Zelfs heeft de bewerker gemeend de geschiedkundige vergissingen van Conscience te moeten eerbiedigen. Hij heeft hoofdzakelijk betracht te dienen.
Natuurlijk legt deze nieuwe zienswijze den bewerker allerlei beperkingen op. Wat bijvoorbeeld de taal betreft, zullen wij hier heel wat boekerig klinkende zinnen aantreffen, die we den auteur van te voren niet mogen ten kwade duiden, want in zijn voorgaand oeuvre heeft Demers voldoende laten blijken dat hij een vlotte en zeer natuurlijk klinkende tooneel-taal volkomen machtig is. Toch klinken sommige zinnen wat al te onecht. Vooral in de liefdestooneelen tusschen Machteld en Adolf van Nieuwland, waar men gerust een beetje frischheid mocht insmokkelen, liever dan ons even te doen glimlachen bij al te naïef en romantisch getinte dialogen of bij onverkwikkelijke phrases van dezen aard :
Adolf: Al de weken, die ik op het ziekbed heb doorgebracht, was het mij of ik geen geheugen meer had. Alleen gij bestondt nog.
Machteld : Arme jongen, met uitzondering voor uw lieve zuster en voor meester Rogart stemde die voorstelling ongeveer met de werkelijkheid overeen.
Bij een vertooning zal de lieve Machteld wel heel wat moeite moeten doen om er dat zinnetje uit te krijgen. En dergelijke parels van stroefheid zijn meer te vinden. Ik weet niet hoeverre ze regelrecht uit den oorspronkelijken roman komen, maar ik zei het reeds, te dien aanzien heeft de bewerker ons van te voren in zijn inleiding ontwapend : hij «dient».
Maar hij dient voor de rest met knappe tooneelvaardigheid. Het stuk is stevig gebouwd en geeft een logisch en boeiend relaas van het vaderlandsche epos. Ook het liefdemotief is naar behooren in het conflict ingeschakeld en wellicht is het juist in de behandeling van de romantische betrekking tusschen Adolf en Machteld, dat
Voor de rest blijven de personages tamelijk schetsmatig uitgebeeld zij zijn beeldekens uit het boek, beeldekens die bewegen en spreken, maar ons er bestendig aan schijnen te willen herinneren dat zij slechts fictie zijn, behoorend tot een verre legende, die men ons wil terugvertellen. De voorstelling zou dit kunnen onderlijnen, wat er mijns inziens een toon aan zou verleenen die het publiek niet zou mishagen.
Er wordt in deze bewerking ook veel verteld. Op dat punt waagt de bewerker zich tamelijk ver en stelt hij, dunkt mij, groote eischen aan de regie. Tal van gevechten, twisten, samenscholingen moeten door een onzichtbare menigte worden gesuggereerd.
Het best laat de bedreven tooneelschrijver
Aldus het slot na de heroïsche vechtpartij tusschen Breydel en Lerroux, als de waard óók al zijn zenuwen niet meer kan bedwingen en het zwaard van den gevallen Lerroux opraapt om met de Mackeliers te gaan meevechten. Hoe zou een Vlaamsch publiek hierbij ongevoelig blijven !
Dit is goed en knap volkstooneel, en het mag getuigd dat de spelen van
Items that may be related to this text
- ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Het Vlaamsch Nationa... 1938-11-30
Henrik Ibsen • Gudrun • Albrecht Rodenbach • Staf Bruggen • Dampiere • (date-month) 1938-11 • vlaamsche • (date-year) 1938 • Ferdinand Vercnocke • (author) Willem Putman - ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Het realistisch toon... 1938-11-30
demers • Eva • (date-month) 1938-11 • De Leeuw van Vlaanderen • De Dwingeland • Frans Demers • (date-year) 1938 • (author) Willem Putman - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Kluchten... 1938-11-30
(date-month) 1938-11 • Staf Bruggen • Johan De Meester jr. • (date-year) 1938 • (author) Willem Putman - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Na "Tooneelgroei"... 1938-11-30
(date-month) 1938-11 • boek • (date-year) 1938 • (author) Willem Putman - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het religieus toonee... 1938-11-30
Staf Bruggen • (date-month) 1938-11 • Marcel Schumacher • Johan De Meester jr. • (date-year) 1938 • (author) Willem Putman - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Beatrijs te Knokke-Z... 1938-11
(date-month) 1938-11 • Joris Diels • (date-year) 1938 • (author) Willem Putman - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het realistisch Toon... 1938-11-30
(date-month) 1938-11 • Jan Poot • (date-year) 1938 • (author) Willem Putman - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: De Lucifer van Joris... 1937
Johan De Meester jr. • (author) Willem Putman • Joris Diels • joris diels - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het realistisch toon... 1938-11-30
(date-month) 1938-11 • vlaamsche • (date-year) 1938 • (author) Willem Putman - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het realistisch toon... 1938-11-30
(date-month) 1938-11 • vlaamsche • (date-year) 1938 • (author) Willem Putman