Advanced Search found 12 item(s) featuring "Lodewijk Scheltjens"
1932-01-23 "De mannen van 't water" door L. Scheltjens en "Fanny en haar familie" door Jérome K. Jérome (Victor J. Brunclair)
- . . . Tooneel K.N.S. «De Mannen van 't Water» door L. Scheltjens «Fanny en haar Familie» door Jerome Als huldeblijk aan Lod. Scheltjens werd deze eenakter opgevoerd. Werk voor . . .
- . . . «De Mannen van 't Water» door L. Scheltjens «Fanny en haar Familie» door Jerome Als huldeblijk aan Lod. Scheltjens werd deze eenakter opgevoerd. Werk voor landelijke toneelgezelschappen of Zondagscholen, nauwelijks voor den eersten schouwburg van het land. Het stuk van
1936-09-25 Een Lodewijk Scheltjens-viering te Brussel (Anon.)
- . . . Een Lodewijk Scheltjens -viering te Brussel. Naar aanleiding van zijn vijftigjarig tooneelschrijversjubile De gekende Vlaamsche tooneelschrijver Lodewijk Scheltjens die den ouderdom van 75 jaar . . .
- . . . Een Lodewijk Scheltjens -viering te Brussel. Naar aanleiding van zijn vijftigjarig tooneelschrijversjubile De gekende Vlaamsche tooneelschrijver Lodewijk Scheltjens die den ouderdom van 75 jaar heeft bereikt en reeds vijftig jaar tooneelwerken schrijft, zal naar aanleiding hiervan op Vrijdag e.k. te Brussel . . .
- . . . van de " Folies-Bergère ". Er is namelijk dit: de viering zal gepaard gaan met de creatie te Brussel van een tooneelwerk van Lodewijk Scheltjens e.n. "De Salonboerin", waaruit een operette: "Isidora" is ontstaan met muziek van Rob De Leye , bestuurder der Muziekschool te Dendermonde. Ten . . .
- . . . Buskens , enz. Tusschen het 2de en 3de bedrijf van de operette, waarvan de creatie op Vrijdag 26 October e.k. te 20u15 doorgaan, zal Scheltjens naar verdienste worden gehuldigd. Vanwege de Brusselsche Vlamingen wordt groote belangstelling verwacht. . . .
1923-10-08 Te Brussel: Kon. Vlaamsche Schouwburg: "De man die een moord deed" (J.B.)
- . . . andere middelen voor de hand lagen om een grooter publiek te bereiken, en of bijvoorb. romantisch Vlaamsch werk, zooals De Tière , Scheltjens , e.a. er ons leverden, niet als sensatietooneel kon gebruikt worden. Bezit dit werk brutaliteit dan is het toch een gezonde brutaliteit, en die aansluit . . .
1932-01-22 Nederlandsche Schouwburg: Opvoeringen van "Mannen van 't Water" door Lode Scheltjens en van "Fanny en haar familie" door Jerome K. Jerome (V.G.)
- . . . Nederlandsche Schouwburg : Opvoeringen van "Mannen van 't Water" door Lode Scheltjens en van "Fanny en haar familie" door Jerome K. Jerome Tot huldiging van Lodewijk Scheltjens , die thans zijn . . .
- . . . 't Water" door Lode Scheltjens en van "Fanny en haar familie" door Jerome K. Jerome Tot huldiging van Lodewijk Scheltjens , die thans zijn zeventigste jaar is ingetreden, worden de voorstellingen van deze week ingezet met de opvoering van zijn jongsten éénakter: "Mannen van . . .
- . . . droomwereld is geen kunst. Wel kan zulk goochelspel een oogenblik om zijn eigenaardigheid verbluffen, maar niet blijven leven." Zoo is de richtsnoer van Scheltjens in al zijne werken geweest, waarvan wij dan ook voor alles de eerlijke oprechtheid moeten waardeeren, even sterk als de onverminderde bezieling die hij . . .
- . . . tenzij misschien dan hoe jongere auteurs kunnen leeren hoe een dialoog moet zijn en hoe de actie moet worden uitgewerkt. Daarin toont zich Lode Scheltjens nog immer als de meester. De vertolking van deze eenakter was zeer verdienstelijk, en de algemeene indruk zou nog gunstiger geweest zijn, indien . . .
1926-03-10 Lodewijk Scheltjens : "Hilda Flam" door "De Winterbloem", Temsche (Willem Putman)
- . . . Lodewijk Scheltjens : "Hilda Flam" door " De Winterbloem ", Temsche. Ik houd van Scheltjens , dien ik gekend heb, toen ik nog een . . .
- . . . Lodewijk Scheltjens : "Hilda Flam" door " De Winterbloem ", Temsche. Ik houd van Scheltjens , dien ik gekend heb, toen ik nog een heel klein jongetje was. Ik herinner mij nog onze wandelingen. Ik was zeer schuchter aan zijne . . .
- . . . zijn stukken. Ik kende een paar van zijn drama's geheel van buiten. Het eerste stukje, dat ik als jongen schreef zond ik naar Scheltjens . Hij was voor mij de traditie. Hij is het nog. Hij heeft mij zijn laatste stuk opgedragen. Ik heb het uit zijn handen aanvaard . . .
- . . . de gezondmaking van ons Vlaamsch tooneel, aan het jonge geslacht de voortzetting heeft toevertrouwd van den door hem gestreden strijd. Want de oude Scheltjens is geen zwartkijker geworden, geen ijzerbijter, geen verbitterde. Hij juicht de jongeren toe. Hij zelf getuigt voor de noodzakelijkheid eener vernieuwing. Hij draagt den . . .
- . . . hoop in zijn vermoeide oogen. Hij weet dat het Vlaamsch tooneel een voorspoedig bloei-tijdperk ingaat. Laten wij dan niet vergeten wat menschen als Scheltjens voor het Vlaamsch tooneel hebben gedaan. En hiermede wil ik niet zoozeer wijzen op de positieve waarde van hun oeuvre (ik ben er, evenwel . . .
- . . . hebben gedaan. En hiermede wil ik niet zoozeer wijzen op de positieve waarde van hun oeuvre (ik ben er, evenwel van overtuigd dat Scheltjens ' stukken lang nog zullen voortleven, omdat zij spiegels zijn van de volksziel, goed gebouwd en met oprechte liefde geschreven) dan wel op de mogelijkheden . . .
- . . . liefde geschreven) dan wel op de mogelijkheden voor de toekomst die wij danken aan hun durf, aan hun opofferingsgeest, aan hun taaie volharding. Scheltjens heeft gedurfd aan het schouwburgpubliek, dat hunkerde naar het gewone klatergoud en den ellendigen leugen der draken, een beeld te toonen van ons klein . . .
- . . . ons klein Vlaamsch volk, in zijn zwarte ellende, zijn ruwe onbeschaafdheid, houdende echter in dit verval een gouden hart en een onomkoopbare eerlijkheid. Scheltjens was de pionier van den realistischen vorm. Hij weerde zorgvuldig alle bombast, alle taal-rhetoriek -- en het voornaamste dat in zijn oeuvre zekere ongelijkheid . . .
- . . . werkelijk leven niet heeft opgehouden de romantische thema's uit te werken, die hij met zijn voorganger Nestor de Tière gemeen had. Scheltjens zocht de actie van zijn stukken vooral in uiterlijke bewogenheid. Bijna ieder van zijn stukken groeit uit een misdaad of leidt er henen. Hier . . .
- . . . een ruwen diamant : hun eerlijkheid. Dat vervormt ze wel eens tot helden ("Visscherseer") of laat ze ten onder gaan met ijzeren koppigheid. Scheltjens heeft figuren geschapen, die in ons geheugen blijven voortleven. Vaak groeien zij buiten de grenzen van zijn stuk. Zij zijn echter logische en stevige . . .
- . . . eerste periode van gezondmaking in de Vlaamsche tooneelletterkunde (vooral: worsteling met den draak. Nu gaat de strijd eerder tegen het psychologisch drama) is Scheltjens de belangrijkste figuur. Uit dien tijd zullen stukken als "Wildstroopers", "De Leemkruier", "De Kwade Hand" merkwaardige documenten blijven. "Hilda Flam" is een . . .
- . . . zullen stukken als "Wildstroopers", "De Leemkruier", "De Kwade Hand" merkwaardige documenten blijven. "Hilda Flam" is een geheel ander stuk. Hierin behandelt Scheltjens een meer innerlijk conflict -- het eeuwige conflict tusschen kunst en liefde. De componist Sonius is gehuwd met een Brave en lieve vrouw, josepha . . .
- . . . van ontrouw -- doch ziet ten slotte hare vergissing in. En het stuk eindigt met een algemeene verzoening. Het is wel eigenaardig dat Scheltjens , aan het einde zijner loopbaan, de behoefte voelt om het werkmanshuisje te verlaten en het bourgeois-salon te betreden. De sprong is een beetje bruusk. . . .
- . . . de behoefte voelt om het werkmanshuisje te verlaten en het bourgeois-salon te betreden. De sprong is een beetje bruusk. Het is begrijpelijk dat Scheltjens zich minder gemakkelijk beweegt in een artistiek boudoir dan in een visschershut. Niettemin blijken ook uit dit stuk zijne constructieve eigenschappen -- en bijwijlen . . .
- . . . in een visschershut. Niettemin blijken ook uit dit stuk zijne constructieve eigenschappen -- en bijwijlen is de dialoog zeer spiritueel. Ook ditmaal jaagt Scheltjens de toestanden op een hoogtepunt. De spanning breekt los in een fel pakkende scène tusschen de twee vrouwen. In het derde bedrijf overheerscht een . . .
- . . . vrouwen. In het derde bedrijf overheerscht een zeer sentimenteele toon. Ten slotte nog dit stukje dialoog, waaruit blijken moet welke de houding van Scheltjens is ten opzichte van de jongere generatie : Waldek. "U hebt u kunnen inspireeren... naar... hoe zal ik het zeggen ?... naar die nieuwe . . .
- . . . de nieuwe richting stuwt, door de groote nationale artiste Hilda Flam mij aangewezen..." Het doet me genoegen dit boek met dit citaat van Scheltjens te sluiten. Hij weet dat het Vlaamsch tooneel een voorspoedig bloei-tijdperk ingaat. Moge dit boek hem daarvan eens te meer de blijde boodschap brengen. . . .
1921-09-15 Driejaarlijksche wedstrijd voor Tooneelletterkunde: Tijdvakken 1913-1915 en 1916-1918: Het verslag van de Jury (Anon.)
- . . . tot het verwerpen van stukken, die door hun rhetorikale leegheid of onbenulligen opzet als geheel minderwaardig werden beschouwd, zoodat nog alleen werk van Scheltjens , Piet van Assche , Edm. Roeland , Balieus , Horemans , Crets , van Rooy ,
1921-03 Nestor de Tière (A. Gille)
- . . . we vijf en twintig jaar terug denken dan durven we verklaren, dat de Tière om zoo te zeggen alleen stond met Scheltjens , Roeland en enkele anderen om het repertorium onzer tooneelkringen te verrijken met oorspronkelijke werken en dat zij het waren, die stilaan den . . .
1923-01 Lodewijk Scheltjens (A. Gille)
- . . . Lodewijk Scheltjens door A. GILLÉ Kent ge Rupelmonde? In dit lief, ouderwetsch dorpje, met zijne smalle krunkelende straatjes met zijne lage witgekalkte visscher-en . . .
- . . . lage witgekalkte visscher-en schippershuizekens, dat zich bij helder weder zoo droomerig baadt en spiegelt in de zilveren golfjes der breede Schelde), daar leeft Scheltjens van ieder gekend, geacht en bemind; daar arbeidde hij ruim vijf en dertig jaren met warme liefde, met onverdroten ijver, met taaie volharding, als . . .
- . . . leeren kennen bewegend in zijn midden, zijn polsslag voelend, het oor op zijn kloppend hart rustend. In Rupelmonde leven de meeste typen, die Scheltjens ons op het tooneel voerde... Daarom is het werk van Scheltjens zoo frisch, zoo oprecht; zoo waar en daardoor is het zoo . . .
- . . . kloppend hart rustend. In Rupelmonde leven de meeste typen, die Scheltjens ons op het tooneel voerde... Daarom is het werk van Scheltjens zoo frisch, zoo oprecht; zoo waar en daardoor is het zoo innig volksch en Vlaamsch en wordt het zoo gretig genoten, daardoor gaat er . . .
- . . . zulke pakkende emotie en zulke begeesterende kracht van uit, daardoor is het uit te leggen dat er geen tooneelkring is in Vlaanderen, die Scheltjens niet kent en zijne werken niet voor het voetlicht leven doet. Durvend, los van allen knellenden band, zich niet bekommerend om vriend of vijand, . . .
- . . . andere tooneelschrijvers heeft hij den oorlog verklaard aan den drakenrommel, die het Vlaamsch tooneel over dertig jaren nog leelijk onteerde, en daardoor heeft Scheltjens gedurende meer dan het kwaart eener eeuw medegewerkt aan de veredeling en de ontwikkeling van dat Vlaamsche volk, dat hij zoo zielslief heeft. Wanneer . . .
- . . . als werk zonder veel kunstwaarde, dat, laat het mij uit de pen vloeien, een man met zijn talent onteert. In die spelen trekt Scheltjens het volk niet hooger op, hij zelf daalt er bij neer : fijn humor, frissche geestigheid zijn er vreemd aan, zij beoogen enkel te . . .
- . . . zijn Azouras, Booze driften en In den storm niet van verdiensten ontbloot. Booze driften is zelf te rekenen bij de verdienstelijkste werken van Scheltjens . Er worden ware karakters in uitgebeeld, de handeling is vlottend, stijgend en uitermate ingrijpend, de taal is volksch, het dialoog kernachtig en de zedeles . . .
- . . . niet te zeggen, dat ik, buiten Vergeten en vergeven, van Palmer Putman , geen moderne stukken, dat ermede kan vergeleken worden. Doch Scheltjens uit zich vooral als kunstenaar in zijne drama's met gemengde rollen. Naar het oordeel van velen is Wildstroopers (dr. 4 bedr.) het beste wat . . .
- . . . het leven, er zit dramatische kracht in en veel actie, het is kloek van bouw, origineel van bewerking, gespierd van taal, doch of Scheltjens ons in Braem, die verstokte wildstrooper, een mensch heeft uitgebeeld, een ware mensch, dat wil er bij mij niet in... in een mensch blijft . . .
- . . . dit stuk behaalde hij in 1903 den 1e prijs in den Driejaarlijkschen wedstrijd uitgeschreven door de stad Antwerpen. Alvorens Rina te schrijven heeft Scheltjens menige reis naar het «Paradijs der krankzinnigen» ondernomen om ter plaatse personen en toestanden te bestudeeren. 5° De kwade hand, met dit werk trekt . . .
- . . . hart van den verdrukten, en tevens inden persoon van Hannekenuit, de lijdzame onderdanigheid aan den dorpspotentaat uit vrees voor het oude gezag. Hadde Scheltjens in dit stuk een paar tooneeltjes vroeger het eindpunt gezet, het slot hadde erbij gewonnen en de indruk ware grooter geweest. 7° Menschwording. Met . . .
- . . . en opoffering, zooals de schrijver zelf het noemt. In geen zijner werken is de intrigue zooveel omvattend, zoo ingewikkeld. Hier krijgen wij van Scheltjens een echt roman te genieten, gemakkelijk echter om volgen en zeer pakkend! 9° Anna Ringe, tooneelspel in drie bedrijven waarmede de schrijver in 1910 . . .
- . . . vrouw bijeen houdt. Flink zijn de karakters weerom geteekend en zonder omweg gaat de schrijver op zijn doel af. Eenigen nochtans vinden dat Scheltjens hier de echte salontaal niet heeft weten te snappen en dat hij het waarschijnlijke soms wel eens geweld aandoet. Wat er van zij, de . . .
- . . . vaderlandsch drama, in 4 bedr.; Bastiaan Stoppel, blijspel in 3 bedr.; Batavia, heldendrama der Hollandsche zeelieden in 4 bedr. Zijn laatste woord heeft Scheltjens echter nog niet gesproken. De leus «rust, hiernamaals», schijnt hij tot de zijne gemaakt te hebben, nog steeds arbeidt hij druk voor 't Vlaamsch . . .
- . . . zoo goed als klaar. Ik heb hier vóór mij liggen, wat de geleerde critici gedurende de laatste vijf en twintig jaar schreven over Scheltjens werken : nu eens zag hij de regels der techniek over het hoofd, dan weer moet hij zijn toevlucht nemen, tot oude «trucs» om . . .
- . . . van 't Vlaamsche volksgemoed en volksleven, vlotte tooneeltaal, diepe, ingrijpende en boeiende dramatische actie, schrijvend met een hart blakend van liefde. Zoo dient Scheltjens gezien te worden en dan rijst hij op, als een schrijver van beteekenis. Mochte hij nog lange jaren in eene frissche en bloeiende . . .
1925-01-15 Herman Heyermans : "Op Hoop van Zegen" en "De Meid" (Willem Putman)
- . . . meer boeien. Het ingrijpen der gendarmen was bijna komiek. Het tooneel waar Jo weigert te bidden herinnert ons al de tooneelstukken van Lodewijk Scheltjens die op dit stuk van Heyermans hebben gevolgd. Het vierde bedrijf was om zoo te zeggen een parodie. Het was niet . . .
1939-07 HET VIER-EN-DERTIGSTE JAAR 1931-32 (August Monet)
- . . . 16 Januari 1932 : «Toni uit Weenen» van Ernest Stefan . Terwijl, als hun bijdrage tot de huldiging van den Vlaamschen tooneelschrijver Lodewijk Scheltjens , op Zondag 27 December 1931 , des namiddags de heeren Derickx en Tokkie van zijn zangspel in . . .
1924 Tooneelrenaissance in Vlaanderen (Jan Boon)
- . . . Vlaanderen. En ik herinner me met pleizier al dat geestdriftig proza gewijd aan de zgz. realistische stukken van De Tière en Scheltjens . En met nog meer pleizier denk ik er aan hoe vreeselijk romantisch we nu die stukken toch vinden. De vooroorlogsche tijd ligt ontzettend ver . . .
1925-05-25 De stilte op het tooneel: Causerie (Willem Putman)
- . . . zijn rol niet meer verder kent, -- maar zulke stilte is dan gewoonlijk geregulariseerd door het schreeuwen van den souffleur. Nog onlangs vertelde Lodewijk Scheltjens mij in verband daarmee een spiritueele aardigheid. Scheltjens kan zeer leuk vertellen -- bijna zoo goed als Emile Claus . . .
- . . . dan gewoonlijk geregulariseerd door het schreeuwen van den souffleur. Nog onlangs vertelde Lodewijk Scheltjens mij in verband daarmee een spiritueele aardigheid. Scheltjens kan zeer leuk vertellen -- bijna zoo goed als Emile Claus en Hugo Verriest . Die drie zal ik, o. m. . . .
- . . . goed als Emile Claus en Hugo Verriest . Die drie zal ik, o. m. wegens hunne smakelijke anecdoten, nooit vergeten. Scheltjens vertelde : 't Was op 'n vertooning van een zijner stukken. De hoofdrol had een vlammenden monoloog te houden en bleef er in steken. . . .