Tooneel te Brussel III

Karel Van de Woestijne, 1919-06-17


Source

N.R.C, 1919-06-17


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: MOLIÈRE TE BRUSSEL... 1922-02-21
  2. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: UN SONGE DE NUIT D'E... 1919-05-27
  3. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: KUNST EN VOLKSLEVEN ... 1926-07-22
  4. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: FOLKLORE II... 1925-08-25
  5. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: TOONEEL TE BRUSSEL I... 1923-04-28

TOONEEL TE BRUSSEL III

Brussel, 17 Juni.

Meer nog dan het tooneel, waarmede ik de tooneelliteratuur bedoel, is de tooneelspeler een beeld van zijn tijd. Tooneelstukken geven vaak de strekking van zijn tijd. Het gebeurt even dikwijls dat een acteur óf dien tijd, óf dien smaak vooruit is, omdat hij den geest vertegenwoordigt van eene élite, die wel midden in dien tijd staat, maar met den geest er toch, als een bloeisel, overheen is. Zoo mogen, ten uwent, een Royaards, een Verkade, werk-van-gisteren spelen: hunne opvatting streeft ze voorbij naar de neo-romantische opvatting van, misschien, morgen. Uit den aard actief-gevoelig, overdrijft de intelligente acteur, in zijne uiting, wat de sensibiliteit van zijne omgeving nog niet tot uiting bracht. Hierbij vergist hij zich natuurlijk meer dan eens, want zijne redeneering is er eene zeer aparte, waarbij dan nog zijn zucht-naar-personaliteit hem niet zelden naar gewaagde uitersten drijft. Het blijft echter waar, dat men in hem, zoo niet de feitelijke gedraging van een tijdperk kent (wat aan het tooneelwerk gelaten wordt), dan toch de geestelijke aspiraties van dat tijdperk. Wat hem maakt tot een kostbaar verschijnsel.

Wij hebben er deze week een voorbeeld van gehad in den heer De Max. Vlak vóór den grooten Féraudy, is hij ons klassiek werk komen geven. En het dient onmiddellijk gezeid: bij Féraudy is hij stellig een mindere. Doch, waar deze, de beste vertolker van een geest die gisteren nog bloeide (hij is de fijnste der tooneelrealisten en psychologen), biedt De Max, met een paradoxistischen wil die soms mishaagt, een verstandelijke, een cerebrale uitdieping, die volkomen strookt met de, bedoelde of onbewuste geesteshouding van wat wij onze jeugd noemen, - al gaat die jeugd stilaan naar het vijftigste jaar.

De Max trad op in tragedies, die voor klassiek-bij-uitstek gelden: in Racine's Britannicus en Andromaque. Wij kennen die werken heel goed; het laat ons toe, meer aandacht te wijden aan de interpretatie. Deze heeft ons, rechtuit gezeid, niet bevallen. Belet het echter, dat zij geheel deze is die bij dezen tijd past, in afwachting dat ze, gelouterd en verbreed, zonder nochtans van hare grondopvatting af te zien, de interpretatie van Morgen worde?

Britannicus is, n Racine's kostelijk oeuvre, et eerste werk-der-rijpheid. Volgens Voltaire "la pièce des connaisseurs", is het het werk van het dertigste jaar, het werk van het bewuste kunnen, dat ook het volst met bedoelingen zit. Racine verklaart zelf: "Voici celle de mes tragédies que je puis dire que j'ai le plus travaillée." Met welgevallen voegt hij er aan toe: "si j'ai fait quelque chose de solide et qui mérite quelque louange, la plupart demeurent d'accord que c'est ce même Britannicus." - Het is om deze "solidité" dat het den dichter ging; geen stuk zoo kloek gebouwd; geen (en dit is kenschetsend) waar het puurste eigendom van den dichter, de passie zoozeer opzettelijk in vermeden werd. Bij dien ernst, bij die stevigheid, komt de vastheid der dichterlijke factuur. Phèdre zal heel wat schoonere verzen bevatten: de vastheid der versificatie blijkt nergens volgehouden als in Britannicus. - Er is meer: Racine, de weeke, stelt zich Tacite, den stoere, als voorbeeld. Hij zegt het zelf: wat hij heeft willen maken is: "un tableau d'histoire". Wij zijn niet meer aan het hof van Lodewijk XIVe: wij zijn te Rome, onder Nero. Hij, de klassieke veralgemeener, deinst niet meer terug, drukt integendeel op de lokale bijzonderheid. Wij, die Racine zoo "modern" aanvoelen, omdat hij zoo humaan is, wij staan bij Britannicus eenigszins onthutst, omdat het zoozeer een specifiek-Romeinsch stuk is.

Hetgeen nochtans niet wil zeggen, dat het stereotype-Romeinsch zou zijn: daarvoor is Racine een te diepgaand psycholoog. Dat merkt men onmiddellijk in zijn personnage van Nero. Hij kiest hem niet, als de perverse bloedhond: hij neemt hem in het aanvangsstadium, in het incubatietijdperk van zijn karakter. Alles wat hem tot het latere monster maken moet: zijn sadisme en zijne ijdelheid in de eerste plaats, is nauwelijks aangeduid. Maar met welke scherpte en welke zekerheid!

Het is ongetwijfeld wat de Max in deze rol zal hebben aangetrokken: zijne zeldzame intelligentie gevoelde wel wat hier aan inzichten lag; die inzichten aan te duiden: het was de taak die hij op zich nam. In tegenstelling met de meeste klassieke spelers, die de rol van buiten uit weergeven, was hij ééne intentie. De fout echter was, dat zulke, zeer echte, opvatting te zeer met cerebrale middelen werd verbeeld. Wat de acteur-van-morgen zal moeten geven, n.l. het intuïtief en als spontaan uitbloeien van dit aanwassend karakter - aldus het individu tot archetype opvoerend - bleef hier een samenstelling van scherp-bedachte middeltjes, die eindigen met als grof en onsmakelijk aan te doen. Dit is natuurlijk de Nero nog niet van uit Het Teeken des Kruises: het is nog niet de Nero van Racine's Britannicus.... En hetzelfde geldt voor de Max' prestatie uit Andromaque. Wij weten het, die Oreste is reeds een romantisch personage, eene gehypertrophiëerde ikheid, behept, als Werther en Antony, met een soort vervolgingsmanie. Dat kon aan een De Max niet ontgaan, en hij heeft het ten overvloede laten blijken. Waarbij hij weer, met decadente middelen, het individu uitbeeldde ten koste van het genie, dat bij Racine nochtans zoo duidelijk naar voren komt.

Twee jaar jonger dan Britannicus, is immers Andromaque, een spel der passie. Het is het stuk der eerste groote liefde van Jean Racine. Deze, acht-en-twintig jaar oud, is geboeid geworden door de vijf- of zes-en-dertigjarige Duparc, de schoone Duparc, laatste liefde van Corneille. Deze is eerder vrouwelijk dan schrander: men kan aannemen dat Racine haar rijpe charme zeer diep heeft ondergaan, zooals dikwijls gebeurt waar de vrouw ouder is en in liefde zeer bedreven. Maar anderdeels heeft ook zij zijn invloed ondergaan; hij vormt ze, maakt er zijne leerlinge van, schrijft voor haar Andromaque, zijn eerste doorvoeld treurspel, het eerste Fransche treurspel waar echte, physiologische liefde uit spreekt, zoodra hij haar zich-zelf waardig acht. De wulpsche weemoed van den minnaar wordt hier gegalvaniseerd door den trots van den opvoeder, die trouwens nooit van ambitie ontbloot is geweest. Uit dezen dubbelen gemoedsgrond rijst Andromaque: voor een dichter als Racine, bij uitstek voor algemeene humaniteit aangelegd, kon zelfs een hystericus, een epilepticus als Oreste niet buiten die breede nobel-gevoelde menschelijkheid. En nu is het weer de fout van De Max geweest, alleen het epileptische met angstvalligheid te hebben opgediept, terwijl hij er juist, en niet meer dan den bodem tot het klassiek-algemeene had moeten in zien....

Toch blijft, wij herhalen het, hetgeen hij ons bood uiterst belangwekkend, omdat het zoo goed van onzen tijd is. Maar voor de toekomst is het tevens te weinig en te veel. Waarop wij hier hebben willen wijzen.

N.R.C 27 Juni 1919.


Items that may be related to this text

  1. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: MOLIÈRE TE BRUSSEL... 1922-02-21
    Andromaque • (author) Karel Van de Woestijne • Voltaire • Pierre Corneille • Jean Racine
  2. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: UN SONGE DE NUIT D'E... 1919-05-27
    (date-year) 1919 • (author) Karel Van de Woestijne • Willem Royaards
  3. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: KUNST EN VOLKSLEVEN ... 1926-07-22
    (author) Karel Van de Woestijne • tijd
  4. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: FOLKLORE II... 1925-08-25
    (author) Karel Van de Woestijne • tijd
  5. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: TOONEEL TE BRUSSEL I... 1923-04-28
    (author) Karel Van de Woestijne • Eduard Rutger Verkade • Willem Royaards
  6. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: TOONEELHERVORMINGEN ... 1926-08-23
    (author) Karel Van de Woestijne • Eduard Rutger Verkade • Willem Royaards
  7. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: TOONEEL TE BRUSSEL... 1922-04-27
    (author) Karel Van de Woestijne • Eduard Rutger Verkade • Willem Royaards
  8. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: DOOD VAN IWAN GILKIN... 1924-10-04
    (author) Karel Van de Woestijne • Pierre Corneille • dien tijd • tijd
  9. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: HAMLET TE GENT I... 1926-06-26
    (author) Karel Van de Woestijne • Eduard Rutger Verkade • Willem Royaards