Tolstoj: "Het levende lijk"

Lode Monteyne, 1926


Source

Lode Monteyne, Kritische Bijdragen over tooneel. Antwerpen: Ruquoy, Delagarde en Van Uffelen, 1926, pp. 221-226.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Karen Bramson, "Tijg... 1926
  2. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Jef Horemans: "Slang... 1926
  3. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
  4. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Willem Puteman: "De ... 1926
  5. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: August Strindberg: "... 1926

Tolstoj

HET LEVENDE LIJK.

Als tooneelschrijver is Graaf Leo N. Tolstoj minder bekend. Eén spel van hem is echter karakteristiek voor de kennis van zijn dichterlijk wezen en voor het doordringen in zijn levensopvattingen... Het heet « De Macht der Duisternis »: Een drama waarin het gruwelijkste gebeurt! Vier bedrijven vol ruwheid, onmenschelijke verdorvenheid, misdaad en domheid, gevolgd door een vijfde akte, waarin een zondaar zijn biecht spreekt en door elk zijner woorden een bovenaardsehe klaarheid weet te wekken. Zelfs in de ziel van den meest verdorven misdadiger leeft een sprankel van het oneindige Goede, van den goddelijken geest...

En door deze opvatting is Tolstoj verwant aan een ander groot Europeaan, aan Jean Jacques Rousseau, die het heil van de menschheid door zonde en door misdaad ondermijnd, zocht te bereiken door een terugkeer tot de natuur.

Tolstoj koesterde dezelfde illusie. Ook hij wilde terugkeeren naar de bron van het leven, nadat hij, die toen reeds bekend was als de dichter van « Oorlog en Vrede » en van «Anna Karénine » het boek had uitgegeven, dat hij « Mijn Biecht» heette. Het is hem feitelijk niet heelemaal gelukt zijn leven in overeenstemming te brengen met zijn opvattingen. Van de tweespalt, die het gezin van Tolstoj verdeelde, drong het geheim door naar de buitenwereld, toen de oude man, in 1910, zijn landgoed van Iasnaja Poljana vluchtte in het hardste van den wintertijd, om zich eindelijk te bevrijden van de knellende banden, die gedurende tientallen van jaren, zijn streven naar de hoogste toppen van vergeestelijkt leven hadden belemmerd. Deze poging om zich zelf te zijn eindigde, weinige uren later, met zijn dood in het kleine stationsgebouw van Ostapovo... Tolstoj was toen twee en tachtig...

* * *

Steeds nieuwe bijzonderheden worden er allengskens bekend over het leven van den grooten Slavischen denker en ziener. Men is er toe gekomen -- zooals blijkt o.a. uit het werk van den Slovakischen dokter Makovitski : Dagboek van Iasnaja Poljana -- in dit leven een massa tegenstellingen te ontdekken tusschen woord en daad. Niettemin blijft vooral hetgeen van Tolstoj door zijn werk bekend is van belang voor ons. Door zijn boeken heeft hij de wereld in haar wentelgang beïnvloed -- en dat is derhalve het éénige wat ons kan interesseeren.

Nu moge men er op wijzen, dat zijn boerenbestaan enkel fictie was -- ook voor hemzelf -- terwijl zijn practische vrouw, angstvallig het erfdeel der vaderen met zuinigheid beheerde. Nu moge men ook reppen over zonderlinge gesprekken door den dichter gevoerd en waaruit blijken zou, dat hij, de anti-militarist, de nederlaag der Japanners wenschte en ontevreden was over zijn zoon, die den legerdienst ontliep... Dit alles heeft toch zoo weinig invloed gehad op de buitenwereld, dat men het gerust als iets anecdotisch negeeren kan bij een bespreking van Tolstoj's politieke en wijsgeerige opvattingen.

Als officier, die in 1855 den Russisch-Turkschen oorlog meemaakte, had hij al de bitterheden van en al het sociale onrecht in het bestaan leeren kennen. Zoo groeide in hem de wil om al die ongerechtigheden te vernietigen. Een apostolaat voor het Goede en in dienst der Rechtvaardigheid zou zijn leven zijn. Aan het volk wilde hij zich wijden. Vandaar wellicht die betrekkelijke eenvoud in zijn werk, dat hij in de allereerste plaats bestemde voor den Russischen boer, al hoopte hij insgelijks de westelijke cultuurwereld door zijn woord te beroeren.

Enkele groote vragen hielden Tolstoj voortdurend bezig: Waarom leef ik ? Wat is de hooge zin van het leven ? In welke betrekking sta ik tot de Oneindigheid ?

Niet de Wetenschap kan daarop antwoord geven...

Niet de Kunst brengt de oplossing.

In het leven der knielende, nederige massa zoekt hij het antwoord. Zij staat in betrekking tot de Oneindigheid. Zij bezit het Geloof. Maar zoo menigmaal is dit Geloof enkel vormendienst. Zijn de dienaren van het orthodoxe Christendom tevens niet de steunpilaren van het wereldlijk gezag ? Hechten zij niet hun zegen aan elke krijgsonderneming, die een misdaad is ? Slechts de allereenvoudigsten, die lijden en dulden, bezitten het ware Geloof. Hoe sterker de ontwikkeling van onzen geest is, hoe minder begrijpen wij den zin van het Leven.

Zoo komt Tolstoj tot een christendom, dat met de Kerk geen verband houdt. Hij wil leven in God, die is het oneindig verstand en de oneindige Liefde. God leeft in alles -- in boom, kruid, dier en mensch. -- Daarom moet alles verdwijnen, wat Tolstoj belet in zijn medemensen een schepsel van God te zien. Weg met de scheidingslijnen door het bezit getrokken; weg met de beschavingsvormen, die de menschen verdeelen; weg ook met alle hartstochten, met de gruwelijke liefde, de gierigheid, de heerschzucht... Wie geen begeerten heeft, zal hulpvaardig wezen. Alle geweld van Kerk en Staat moet verdwijnen.

Geen wonder dus, dat Tolstoj in al zijn werken schier de tegenstrijdigheden aantoont tusschen de eischen van de moderne maatschappij en die der zuivere Menschelijkheid.

De kunstenaar, die Tolstoj altijd gebleven is en wel ondanks zich-zelf, wordt gesteund door den wijsgeer en den moralist in hem...

In Oorlog en Vrede bekampt hij het militarismus, in Anna Karenine : het kapitalisme en de liefde der zinnen, in Opstanding : de justicie, in de Kreuzersonate : het huwelijk en nog meer de geslachtelijke liefde, wier bestaansrecht hij ontkent... In het drama De Macht der Duisternis plaatst hij, in tragische tegenstellingen, Armoede tegenover Rijkdom, Kuischheid tegenover Zinnelijkheid, Gerechtigheid tegenover Egoïsme...

Ook in het « Levende Lijk » vindt de lezer den heelen Tolstoj terug als strijder voor meer oprechtheid in de individueele en sociale verhoudingen...

* * *

« Het Levende Lijk», werd voor 't eerst te Moscou vertoond op 6 October 1911. Een gewoon feit, door de dagbladen vermeld in de rubriek van het Gemengd Nieuws, gaf aanleiding tot het schrijven van dit drama...

In de jaren negentig had een beambte te Moscou zelf-moord gesimuleerd om zijn vrouw toe te laten den man, dien ze lief had, te trouwen. Guimer -- zoo heette de beambte -- die een liederlijk leven leidde, verkeerde weldra in geldverlegenheid en dwong zijn vrouw en haar nieuwen man hem geld te geven. Toen men hem niet langer voldeed ging hij haar bij de politie aanklagen. De vrouw werd wegens bigamie veroordeeld.

Later heeft Guimer zijn wedervaren aan Tolstoj gebiecht.

In het drama gaat het eenigszins anders : Fedia, die beseft dat zijn vrouw hem niet meer beminnen kan, zich schuldig voelt tegenover haar en weet hoe zij door een ander wordt bemind, verlaat de echtelijke woning. Hij wil scheiden, vindt het echter walgelijk te moeten liegen en zich zelf te beschuldigen om van het Consistorium de ontbinding van het huwelijk te bekomen. Om zijn vrouw toe te laten opnieuw gelukkig te worden met Karenine, besluit hij zelfmoord te plegen. Doch in zijn leven is een nieuwe liefde gekomen met Macha, het zigeunermeisje. Voor haar wil hij leven. Hij veinst zelfmoord... Lisa en Karenine trouwen. Fedia zakt al lager en lager. In een oogenblik van dronkenschap verraadt hij zijn geheim aan kroegvrienden. Zoo komen Fedia, Lisa en Karenine in aanraking met het gerecht en Fedia ziet zich verplicht tot het plegen van werkelijke zelfmoord...

Een fait divers...

Inderdaad.

Tolstoj heeft echter den achtergrond, waarvoor het drama zich ontwikkelt scherp belicht. Hij heeft de diepte der afgronden gepeild, waarvoor die menschen geplaatst worden en waarin één hunner, als zoenoffer, door de tyranieke Maatschappij wordt gestort...

Niet enkel menschen stelt Tolstoj tegenover elkaar. Hij plaatste ze tegenover de Samenleving en haar Rechtvaardigheid...

Lisa, Fedia en Karenine zouden het als menschen wel eens geworden zijn.

Fedia beseft dat zijn vrouw hem niet lief heeft, hem wellicht nooit beminde. Waarom zou hij met haar dan samenleven en elk hunner daden en woorden maken tot een leugen ? Waar geen wederkeerigheid, geen gedeelde passie bestaat, is geen liefde. Wanneer Lisa verneemt, dat Fedia zich aangetrokken gevoelt tot Macha, dan is ze gerustgesteld en voelt ze zich vrij; Fedia heeft heur niet meer noodig. Het offer van Fedia krijgt hierdoor geringer verhoudingen, verkrimpt tot de waarde van een gewone logische daad. Voor Fedia bestaat er nu ook het geluk eener gedeelde liefde, die hem anders zou ontzegd gebleven zijn.

Op deze wijze vermindert wellicht de waarde van het konflikt tusschen individuen, doch des te sterker wordt de sociale beteekenis van Tolstoj's drama. Immers, zoo komt de strijd tusschen individu en Maatschappij op den voorgrond. Het is de Menschelijke Gerechtigheid, de sociale justicie, die Fedia den afgrond indrijft.

Opdat zijn vrouw gelukkig zou kunnen zijn met Karenine, moet Fedia als eerste man verdwijnen... eerst uit het sociale midden, waartoe hij behoorde... dan uit het leven zelf !

Fedia zegt in den loop van het drama het volgende :

« Wij allen in onzen stand hebben drie wegen vóór ons liggen, slechts drie !... We kunnen ambtenaar worden, geld

verdienen en de gemeenheid, waarin we ploeteren, nog vergrooten... Dat walgde me... of misschien was ik daartoe niet in staat... De tweede weg is deze waarop men die gemeenheid bestrijdt... maar dan moet men een held zijn... en dat ben ik niet... Dan blijft er nog de derde: zich vergeten, drinken, zingen, slempen... Ik heb ze verkozen en zie nu, waarheen ze me geleid heeft... »

Fedia is bewust van de maatschappelijke ongerechtigheid, doch de moed tot strijd ontbreekt hem. Daaraan gaat hij ten onder. Wanneer de omstandigheden, gediend en gesteund door de sociale vooroordeelen, hem voor den Rechter brengen, zegt hij :

« Is U niet beschaamd, heer Rechter, U te moeien met het leven van anderen... U is blij omdat U eenig gezag bezit, waarvan U gebruik maakt om de menschen, die honderd maal beter en eerlijker zijn dan U, moreel en lichamelijk te kwellen ! »

Wat er edel en goed was in den Mensch, die enkel de stem der Natuur wilde volgen, wordt veroordeeld en vernietigd door de eischen der op conventies en onrecht gebouwde Maatschappij.

Wanneer Fedia zich werkelijk zelfmoordt om aan de dreiging der sociale gerechtigheid te ontsnappen denkt hij nog eenmaal aan Macha, het natuurkind, dat hem liefde schonk... «Macha kwam te laat»... zucht hij... Zij kon hem niet meer redden, nu de Maatschappij hem uit haar midden had gestooten.

Minsky, die « Het Levende Lijk» in het Fransch vertaalde, wijst er op, dat ook voor Tolstoj, Macha -- de bevrijdende daad -- te laat kwam, toen hij in later levensavond, kort vóór de eeuwige nacht zou komen, zijn eigen sociaal midden verliet, om zich-zelf te kunnen worden...

Tolstoj heeft echter velen den weg gewezen langs waar zij Macha kunnen vinden, vóór het te laat is...

« Het Levende Lijk» is een van de wegwijzers door Tolstoj langs die baan opgericht...


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Karen Bramson, "Tijg... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • liefde • (date-month) 1926-00 • man • (date-year) 1926
  2. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Jef Horemans: "Slang... 1926
    (author) Lode Monteyne • vrouw • menschen • liefde • drama • (date-month) 1926-00 • (date-year) 1926
  3. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • liefde • drama • (date-month) 1926-00 • (date-year) 1926
  4. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Willem Puteman: "De ... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • menschen • liefde • drama • (date-month) 1926-00 • (date-year) 1926
  5. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: August Strindberg: "... 1926
    (author) Lode Monteyne • vrouw • (date-year) 1926 • (date-month) 1926-00 • man
  6. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Herman Teirlinck: "D... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • menschen • liefde • (date-month) 1926-00 • man • (date-year) 1926
  7. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: August Strindberg: "... 1926
    (author) Lode Monteyne • vrouw • man • (date-month) 1926-00 • (date-year) 1926
  8. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • (date-month) 1926-00 • (date-year) 1926 • man
  9. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Willem Schürmann: "... 1926
    (author) Lode Monteyne • liefde • (date-month) 1926-00 • leven • (date-year) 1926
  10. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Gaston Martens: "Het... 1926-04-11
    drama • (author) Lode Monteyne • menschen • leven • (date-year) 1926