Cyriel Verschaeve: "Jacob van Artevelde"
Lode Monteyne, 1928
Source
Lode Monteyne, Koorn en Kaf. Antwerpen: Het Tooneel, 1928, pp. 147-152.
Items that may be related to this text • More...
- ◼◼◻◻◻ P.: Het Vlaamsche Volkst... 1927-04-23
- ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Michel van Vlaendere... 1928-01-21
- ◼◼◻◻◻ Anon.: "Gudrun" door het Vl... 1922-04-15
- ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
- ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1928
« JACOB VAN ARTEVELDE »
Toen
« Dat bij dit levend spel ontwake Vlaamsch gedacht,
begeerte en streven om in nieuwe glorietijden
't herboren en herbloeiend Vlaanderen te verblijden. »
En volgens een der verzen uit de lange inleiding die « Gudrun » voorafgaat, moet de tooneeldichter herscheppen in een reuzig tafereel «tot voorbeeld en begeestering, der vaadren grootsche kampen». Moest niet de Schouwburg den roem van Dietschland verkonden?
Zoo zette
« Jacob Van Artevelde » zouden we nader kunnen bepalen als een «oratorisch drama», waarin de melodramatische effecten veelvuldig zijn.
«Ik zal spreken. Het volk zal me kooren ».
Van Artvelde spreekt telkens weer. Hij redeneert. Hij oreert. Hij zweept op. Hij zalft. In welke levensomstandigheid de auteur zijn «held» ook plaatst, -- tegenover zijn vrienden of, tegenover zijn vijanden, of tegenover zijn vrouw -- hij stelt hem in de gelegenheid om te redevoeren. En ook dat is niet voldoende om Jacob's woordenvoorraad uit te putten. Nog heeft de Wijze Man van Gent zich niet geheel uitgesproken, vermits hij ook een paar monologen behoeft om den toeschouwer volkomen in te lichten omtrent zijn persoon, zijn plannen, zijn droomen, zijn ontgoochelingen. Handelen doet hij zelden. In de voorstelling van
En welbespraaktheid valt ook een paar andere personages ten deel: zoo den edelman Van Steenbeke, een van Artevelde's hardnekkigste tegenstanders... zoo ook Geeraert Denijs, die op tijd en stond in een volkomen overbodigen monoloog, zijn redenaarstalent laat schitteren. Zelfs Denijs' vrouw -- de booze Geertrude -- houdt toespraken, waarin zij, zooals gebeurt in de taveerne van 't Wevershuis -- het volk ophitst tegen Van Artevelde. Op deze wijze ontaardt het drama in een soort van prijskamp voor welsprekendheid, waarbij het volk als scheidsrechter optreedt en de kroon derhalve toehoort aan wie het laagst bij den grond weet te blijven.
Het tweede motief, dat mede als motor dient om het gebeuren te helpen stuwen doorheen de vijf bedrijven en de acht tafereelen, blijkt van meer gewoon-menschelijken aard. Het is de nijd, door Geertrui, de vrouw van Denijs, gevoeld voor de vrouw van Artevelde, die van eenvoudige kostersdochter als ze was, tot de eerste vrouw van de stad werd. Die actie ontwikkelt zich feitelijk buiten Van Artevelde om en heeft langen tijd enkel het huisgezin van Denijs tot tooneel. Tot een botsing plaats heeft tusschen Geertruide en Artevelde's vrouw, wat den auteur de gelegenheid biedt deze laatste, welke een wanhopige poging tot verzoening wagen zal, in 't volle licht te plaatsen.
Van de velen, die Artevelde omringen, heeft slechts zijn vrouw, welke in den aanvang net als Geertrui Denijs door eerzucht werd gedreven, geëvolueerd. Zij gaat den Wijzen Man in 't end geheel verstaan. Zij alleen in dit drama van een ontgoocheld streven ziet klaar in de werkelijkheid der tijden. Zij alleen weet waar Jacob's zwakheid schuilt, want zij begrijpt «Gent», de felle stad der onbeteugelde drift. Naast Artevelde en vóór Denijs, is Gent een der hoofdpersonen in het stuk. Alleen, dat Gent leeft enkel in de redevoeringen van Artevelde! In hoeverre de wevers, de volders, de hoofdmannen van de neringen, de edelen, die we op de planken zien, dit Gent vertegenwoordigen, heeft
Het gaat niet op te loochenen, dat er beweging is in dit spel, waarin tooneelen met volksoploopen voorkomen. Doch dat is uiterlijke beweging, die amper en maar bij plaatsen dan, den mangel aan een wezenlijke dramatische actie, die uit het innerlijk der menschen opschiet en ze tegenover elkaar of zelfs tegenover de onzichtbare machten plaatst, kan verduiken. Al wat Artevelde zegt lijkt wél een reuzige kant-teekening, gemaakt naar aanleiding van gebeurtenissen, welke óf enkel even aangeduid worden op het tooneel óf die we in 't geheel niet mee-beleven!
Of de Artevelde-figuur historisch getrouw werd weergegeven, hoeft ons niet te bekommeren zoolang de schrijver de hoofdfeiten niet vervalscht. De dichter is vrij van deze gebeurtenissen een psychologische verklaring te geven, die hem het meest aannemelijk lijkt. Dit wagend heeft de dichter
Items that may be related to this text
- ◼◼◻◻◻ P.: Het Vlaamsche Volkst... 1927-04-23
Cyriel Verschaeve • Jacob Van Artevelde • Albrecht Rodenbach • volk • artevelde • verschaeve • jacob - ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Michel van Vlaendere... 1928-01-21
Cyriel Verschaeve • Gudrun • (author) Lode Monteyne • drama • (date-year) 1928 • cyriel verschaeve • verschaeve • Albrecht Rodenbach • auteur - ◼◼◻◻◻ Anon.: "Gudrun" door het Vl... 1922-04-15
rodenbach • houwe trouw • Cyriel Verschaeve • gudrun • Albrecht Rodenbach • drama • Gudrun - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
wijze • (author) Lode Monteyne • vrouw • auteur • drama - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1928
(date-month) 1928-00 • (author) Lode Monteyne • geheel • drama • (date-year) 1928 • auteur - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Herman Teirlinck: "A... 1928-03
(author) Lode Monteyne • vrouw • geheel • (date-year) 1928 • auteur • dichter • man - ◼◻◻◻◻ C.Q.: "Jacob van Artevelde... 1927-05-15
artevelde • Cyriel Verschaeve • verschaeve • Jacob Van Artevelde - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het Vlaamsch Nationa... 1938-11-30
Cyriel Verschaeve • Gudrun • Albrecht Rodenbach • dichter • verschaeve • Jacob Van Artevelde - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Willem Putman: "Mama... 1926
wijze • (author) Lode Monteyne • vrouw • auteur • drama - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Alfred Hegenscheidt:... 1926
gudrun • (author) Lode Monteyne • dichter • drama • Albrecht Rodenbach • Gudrun