Michel van Vlaenderen: "De Tragedie van Judas"
Lode Monteyne, 1928-01-21
Source
Lode Monteyne, Koorn en Kaf. Antwerpen: Het Tooneel, 1928, pp. 79-88.
Items that may be related to this text • More...
- ◼◼◼◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: Het ge... 1926-04-03
- ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Cyriel Verschaeve: "... 1928
- ◼◻◻◻◻ Paul de Mont: "Vadertje Langbeen" ... 1928-02-10
- ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Willem Putman: "Loop... 1926-04-11
- ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Alph. Laudy : "De Pa... 1926-03-24
« DE TRAGEDIE VAN JUDAS »
We tellen in onze Vlaamsche tooneelliteratuur twee Judas-drama's van beteekenis: een van
«Een spel van uitwendigen strijd van rationalisme, materialisme en agnosticisme, tegen de Boodschap van den Geest der Liefde»...
Of in het stuk een zoo groote draagwijdte te erkennen valt, zullen we later beschouwen, vermits het beantwoorden dezer vraag niet gaat zonder het in acht nemen der principes welke de regisseur
* *
De auteur heeft alle licht geconcentreerd op Judas, zonder daarom het gebeuren, waarvan deze figuur het centrum vormt, geheel in de schaduw te laten. Het dient erkend, dat ook op het beeld van Jezus, en op den strijd van de Rabbi's tegen den Messias, zoowel als op het kudde-volk zonder sterke overtuiging maar met felle verlangens, af en toe een bundel licht geworpen wordt. En dat is geen beeldspraak, vermits de schijnwerpers van
Waar we Judas beschouwen als hoofdfiguur zoowel van het geschreven als van het vertoonde drama, dat dank zij de regie het eerste aanvult door het aanwenden van al de technische middelen van beweging, gebaren, dictie, kleur, licht, enz., stellen we tevens vast, hoe van den grootschen strijd «tusschen rationalisme, materialisme, agnosticisme en de boodschap van den geest der Liefde» minder terecht kwam dan de auteur zelf bedoelde. Verder blijkt het, dat de Judas-figuur, zooals
Ook de Judas van
En evenals de Judas van
Men hoeft om van de gelijkenis tusschen het drama van
Het gesprek, waarin
«En deze berg zou Sion,
Godsberg, Godstroom in eeuwigheid geweest zijn,
Had Hij gewild!... Wat was het schoon te weeg,
Die scharen zoo bedwelmend talrijk! Al
Die mannen, vrouwen rechtstaande als op Paschen
En handen zwaaiend als een bosch zijn kruinen;
Zijn zangen dreunend; heel de berg omgord
Met vreugde en geestdrift als de Sinaï
Weleer met donders! Ik ook, meegesleept
In nooit gekende geestdrift, 't midden, 't hart
Van heel dit volk geworden, dol van drift
En liefde voor den Koning Messias,
Aan 't razen, haast ijlhoofdig... Nimmer werd
Een koning ooit zoo koninklijk gekozen:
Hij was het reeds, Hij was het... en door mij!
Hij was 't... en wilde niet! Dit scheurt mij stuk.»
En verder, nadat hem gesproken werd van de schatten van den tempel, zegt Judas, die woedend is dewijl zijn meester de rabbi's en hun macht niet vernietigde en na hen «den keizer en geheel 't Romeinsche Rijk! »:
«Den Messias! Ligt hij op goud gestrekt
Uw tempel als de kloek op kuikens,
Zoo ligt de Messias op heel de wereld.»
Bij
« O droom, o schoone droom die vervloeit in het niet.
O droom van mijn Messias-rijk,
van den troon en de kroon voor mijn Heer en God,
en de macht van Caesars,
en het goud van den tempel,
Droom van mijn droom...
O Heer, wil dat Uw rijk gevestigd zij op aarde,
geef hem de sterkte van Uw goddelijken wil;
Nog leeft 't geloof in het hart zijner leerlingen,
nog wil ik gelooven in zijn Messias' rijk.
Maak dat ik gelooven blijf, in hem als Messias! »
Men zal het, na vergelijking van deze brokstukken, die evenwel niet gekozen werden met het opzet om de kunst van beide auteurs te toetsen doch wel met het doel om de overeenkomst in de bedoelingen te staven, wellicht begrijpen, dat wij de wel wat massieve verzen van
Wanneer we enkel de « gedachte » in 't oog houden, is -- we meenen het te hebben bewezen -- de overeenkomst zoo-niet volkomen, dan toch, voor wat de hoofdmomenten betreft, tamelijk opvallend, en wel in die mate, dat we deze « Tragedie van Judas » gaan beschouwen als een weliswaar vrije -- vooral in de uiterlijkheden der handeling! -- en ook meer prozaïsche, meer op scenische effect dan wel op innerlijke pathetiek berekende, nadichting van « Judas » -- net of
«Vroeger -- aldus
* *
«De schrijver is meester in zijn bibliotheek, maar de regisseur is koning op het tooneel: van zijn gaafheid als kunstenaar hangt de esthetische waarde van de tooneelprestatie af. Misschien ware het de gedroomde uitkomst dat éénzelfde persoon -- maar welk 'n persoon dan! -- èn schrijver èn regisseur èn metteur en scène èn... ja... ook auditorium zijn kon.»
Het zou ons niet verwonderen zoo de poging van
In de « Judas-tragedie » is enkel de titelrol met een zekere volledigheid geteekend -- niet echter met deze verdieping, waarop de drama's van Verschaeve en Verhulst hun waarde vestigden. Andere beelden zijn maar geschetst en wat de auteur bedoelde valt niet in den schralen tekst van zijn scenario te ontdekken en blijkt evenmin uit den gang der handeling. Soms toch kenmerkt
De tekst van
De toeschouwer, welke een goede opvoering
-- Een sober decor van draperijen begrenst de speelruimte. Links van den toeschouwer, op een verhoog, stelt een tent -- die door een naar beneden gerichten schijnwerper kan worden verlicht -- den tempel voor, waar de rabbi's hun heerschappij vestigden en deze tegen den golfslag van de opkomende Christusgedachte verdedigden. In bizonder plechtige oogenblikken, dan wanneer de Hebreeuwsche priesters het Gezag van hun heilig ambt in de schaal werpen, laat de regisseur een scharlaken voorhang, die als een wijden mantel om de schouders hangt van een viertal mannen, ontplooien om de speelruimte te beperken en de aandacht der toeschouwers te concentreeren op het gebeuren daarbinnen. Een zwarte lamfer, die den indruk wekt van den zich plots uitspreidenden vleugel eener vledermuis -- wordt plots gespannen aan de rechter-zijde van het tooneel, boven de plaats waar Judas zich bij voorkeur (doch niet voortdurend) ophoudt, wanneer hij zijn snood verraderswerk voltrekt. In den achtergrond, op een door trappen met het middenplan verbonden verhoog, achter de eerste draperijen-afsluiting, bevindt zich de plaats -- de boven het gewoel der massa verheven plaats, -- waar, in het van kleuren-wisselend etherische licht van een schijnwerper, de Christus-figuur opdoemt, telkens de gordijnen openschuiven. Midden- en vóórplan bieden de talrijke vertolkers (apostelen en personen uit het evangelie) zoowel als de naamlooze massa, een voldoende speelruimte, die naar gelang de kleur der stemming kan worden belicht...
Door het gelijktijdig of beurtelings bespelen der verschillende plannen, door het gebruik van gedeelten van het tooneel (terwijl de rest in 't donker blijft) is het mogelijk de elf beelden, waaruit de tragedie bestaat, schier zonder onderbreking te vertoonen. Elk dezer tafereelen lijkt dan een geanimeerd hoofdstuk uit een «verhaal» waarin slechts zelden een echt dramatisch element valt op te speuren.
Als schrijver heeft
Een conflict maakt alleen Judas door en deze strijd voltrekt zich in zijn innerlijk, maar zijn woorden blijven ontoereikend opdat de toeschouwer de tragiek van zijn noodlot zou gaan meevoelen. Niemand gelooft aan den al te plotsen ommekeer, die er in zijn ziel plaats grijpt en waardoor hij een verrader wordt. De auteur heeft hier niets gemotiveerd! Oog en oor worden getroffen. Maar het waargenomene dringt niet door tot de «luisterende» ziel.
Slechts één element van de dramatische kunst -- het plastische -- wordt in volkomen overgave gediend. Alle beweging is uiterlijk en heeft niets gemeens met actie. De acteurs gebaren wijl dit hun door de regie wordt opgelegd, niet omdat zij gedreven worden door de dynamische kracht van het drama zelf.
We herhalen : het literaire te-kort, in karakteriseering, actie, poëzie -- kan de regie niet vergoeden. Dat is ook haar taak niet -- tenzij men het Woord heelemaal uitschakelen zou om te komen tot een zuiveren vorm van voorstellingskunst, tot het gebarenspel of de film...
Maar dan heeft het gebodene ook niets meer te maken met «tooneel», welk een kunstvorm is, waarin de voorstelling enkel meewerkt ter verwezenlijking van de intenties, die een schrijver in het woord vastlegt. Insceneering en regie zullen de richting volgen door de literatuur aan geduid. Zooniet zal het tooneel niet meer zijn.
Alle apodictische manifesten en verklaringen, kunnen niets veranderen aan dit feit, steunend op een ervaring van eeuwen -- en ook op een psychologische werkelijkheid, die ons noopt het woord te beschouwen als den sterksten condensator van alle gedachte- en gevoelsleven, van alle innerlijke dynamiek. Het gaat al evenmin den grondslag der kunsten, als uitingen van het leven, te veranderen, als aan de wetten, die dit leven beheerschen, eenige wijziging te brengen.
(1) Aan V(alerius) D'h(ondt) in «Het Laatste Nieuws» van November 1927.
(2) «Het Tooneel»: -- Antwerpen -- 13e jaargang -- Nr 16 -- 17 December 1927, bladzijde 1.
(3) Creatie te Gent, onder leiding van den schrijver zelf, door de Katholieke Gilde van St-Niklaas, die deelnam aan den 6n Landjuweelprijskamp op 21 Januari 1928.
Items that may be related to this text
- ◼◼◼◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: Het ge... 1926-04-03
Anton Van de Velde • Cyriel Verschaeve • dramatische • schrijver • (author) Lode Monteyne • judas • Jezus de Nazarener • drama • Rafael Verhulst • Tijl • verhulst • Judas - ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Cyriel Verschaeve: "... 1928
Cyriel Verschaeve • Gudrun • (author) Lode Monteyne • drama • (date-year) 1928 • cyriel verschaeve • verschaeve • Albrecht Rodenbach • auteur - ◼◻◻◻◻ Paul de Mont: "Vadertje Langbeen" ... 1928-02-10
Anton Van de Velde • Cyriel Verschaeve • Gudrun • (date-year) 1928 • Johan De Meester jr. • Judas - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Willem Putman: "Loop... 1926-04-11
Anton Van de Velde • schrijver • (author) Lode Monteyne • woord • drama • auteur • strijd - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Alph. Laudy : "De Pa... 1926-03-24
Judas • Johan De Meester jr. • Cyriel Verschaeve • verschaeve • Tijl - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ward Schouteden: "Je... 1927-01-09
Anton Van de Velde • schrijver • (author) Lode Monteyne • drama • auteur • Tijl - ◼◻◻◻◻ A.J.M. Wijdeveld: Wijdeveld: "Gudrun" ... 1930-07-11
Albrecht Rodenbach • regisseur • Johan De Meester jr. • Anton Van de Velde • Gudrun - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Anton van de Velde: ... 1926
Anton Van de Velde • schrijver • (author) Lode Monteyne • drama • auteur • Tijl - ◼◻◻◻◻ Herman van Overbeke: Kantteekeningen bij ... 1924-04
Judas • regisseur • Cyriel Verschaeve • judas - ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het Vlaamsche Volkst... 1938-11-30
woord • Renaat Verheyen • Anton Van de Velde • regisseur • Tijl • regie • Johan De Meester jr.