Peer Gynt : in het "Théâtre du Parc"

Willem Putman, 1925-12-12


Source

Willem Putman, Tooneel-groei (1921-1926): Indrukken over het na-oorlogsch tooneel-herleven in ons land. Brugge: Excelsior, 1927, pp. 190-199.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Georg Kaiser : "Van ... 1925-12-20
  2. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Jules Delacre : Het ... 1925-06-01
  3. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Leonid Andrejew : "H... 1925-10-19
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Stève Passeur : "Un... 1925-12-05
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: August Strindberg : ... 1925-01-03

Peer Gynt : in het "Théâtre du Parc".

Het is zeldzaam dat ons te Brussel, in een anderen schouwburg dan de "Marais", iets geboden wordt dat de moeite waard is om aan te teekenen. Als ik de drie jaar tooneel, waaraan dit boek is gewijd, terug overschouw, komen mij alleen te binnen : een première in het "Théâtre des Galeries" van Bourget's "Echéance", een stuk dat ten slotte zeer gewoon is gebleken en alleszins van geene beteekenis in de huidige tooneel-evolutie, benevens "Mannequins", een frisch droomspelletje en "Si nous nous aimions", een werk van Charles Aulmont, waaraan deze bijzonderheid was verbonden, dat de auteur een stukje film had ingelascht tusschen de bedrijven. Maar het stukje film bleek dan feitelijk zoo banaal, dat er bezwaarlijk nog kon sprake zijn van "experiment". Een verblijdende gebeurtenis was echter de opvoering van "Peer Gynt" in het "Théâtre du Parc", en het is maar jammer dat bedoeld theater ons niet meer op zulke spektakels vergastte.

Het valt den recensent moeilijk, na een vertooning als deze, zijn indrukken te resumeeren. Deze indrukken zijn zoo talrijk als verscheiden. Bij het ordenen er van gaan de meeste verloren. Laat mij toe u 'n recensie aan te bieden, die volstrekt afwijkt van al de regelen van het vak. Wat kan het u, lezer te Maeseyck, Gent of Brugge, ook schelen of Janine de Vally mooi gedanst heeft ? Nou, in 'n behoorlijke bespreking moet ik dat allemaal vertellen, want dat is zóó, 'n behoorlijke bespreking ; eerst de inhoud van het stuk, daarna 'n waardebepaling en eventueel een beknopte levensschets van den auteur, dan 'n beoordeeling over iederen speler en ten slotte enkele woorden over de regie. Scheld me dat ditmaal kwijt. Het stuk kent gij, 'n waardebepaling zult ge wel niet weer van me eischen. Er zijn menschen die nu Georg Kaiser "ontdekken", en over diens "experimenten" 'n oordeel vellen als was hij een jongetje dat zijn eerste proefwerk indient. Idem voor Ibsen. Daar zijn menschen die voortdurend alles ontdekken. Lees over "Peer Gynt" de bladzijden 18 en 19 van Kahle's boek : "Henrik Ibsen, Björnson und ihre Zeitgenossen." Dat is beknopt en zeer juist. Mijn bedoeling is u te vertellen wat "Peer Gynt" op de planken wordt, welke tooneel-mogelijkheden het bevat -- en dan wensch ik nog, vooral met het oog op deze opvoering te Brussel, te wijzen op enkele bijzonderheden, nl. op de coupures, op de muzikale adaptatie, op den specialen aard van den bijval dien het stuk krijgt, ook dan op de waarde van een stuk als "Peer Gynt" in de evolutie van ons huidig tooneel-streven; want dit stuk is onder al het werk van Ibsen misschien het dichtst bij ons gebleven -- het is modern. Ik durf zelfs te beweren dat het vermoedelijk thans meer genoten wordt dan ten tijde der creatie. En men voelt dat het stuk tegen den tijd bestand is. Stukken als "Poppenhuis" en "Klein Eyolf" zijn reeds verstrakt tot dokumenten. Wij vinden ze interessant en catalogeeren ze. Bij het zien van "Peer Gynt" ondergaan wij een gevoel dat wij in een schouwburg slechts kennen als er gespeeld wordt van Shakespeare of Molière. D. w. z. wij voelen dat deze kunst eeuwig is.

Aase.-- Peer, je liegt!

Peer Gynt.-- Dat doe ik niet!

De drie eerste bedrijven, vanaf den Bruidsroof tot Aase's dood, werden gespeeld zonder tusschenpoos, en nagenoeg zonder coupures. Slechts een paar kleinigheden, een paar tusschentooneelen zonder beteekenis welke overigens in een opvoering den dramatischen gang van het spel slechts schaden kunnen, vielen weg. De décors waren van Gustave Delescluze; eerst de oude molen in een gestyleerd landschap vol kleuren met als hoofdtoon een malsche groene tint. Hierin de lustige leugen van Peer's rit op den bok -- tot hij met een handigen zwaai zijn moeder op het dak zet en er uit trekt naar Ingrid's bruiloft.

Daar verschijnt hij te midden van het uitbundige feest. In den achtergrond een soort lusthuisje, roze en geel, waarin gedanst wordt -- en waaruit telkens de bruidegom verschijnt, sukkelige jong-getrouwde, een wandelende pop gelijk.

"Zij wil niet, vader; zij is zoo stug!"

De Vader. -- Wat wil ze niet ?

De Bruidegom. -- Zij heeft zich opgesloten.

De Vader. -- Nou, zie dan den sleutel te vinden.

De Bruidegom. -- Ik weet hier den weg niet.

De Vader. -- Je bent een uil !

Te midden van het tooneel draaien dansende meisjes rond een met festoen en lintjes versierden boomstam en een lachend landschap vormt van dit lieflijk tafereel, dat denken doet aan een of ander kunstwerk in suiker en marsepein, het kader. Als Peer Gynt verschijnt stuiven de meisjes uiteen -- en dan volgt het tooneel dat behoort tot het allerschoonste van het werk : Peer's eerste ontmoeting met het stille, lieve meisje, Solveig.

"Hoe blank ! Neen, zoo iets zag ik nog nooit ! Keek neer op haar schoenen en haar witte schortje ! En terwijl hield zij moeders schortpunt vast, En droeg een kerkboek in een doek gewikkeld... ! Ik moet dat meisje zien."

En dan zijn prachtige liefdeverklaring :

"Ik kom bij je als een booze geest !

Ik kom voor je bed staan, als de klok twaalf slaat van den nacht

Hoor je dan om je heen blazen en sissen,

Dan hoef je niet te denken dat het maar de kat is.

Dat ben ik dan! Ik tap je bloed af in een kop ;

En je kleine zusje eet ik heelemaal op ;

Ja je moet 't maar weten dat ik 's nachts een weerwolf ben. 'k Zal je bijten in je lenden, je rug...

(slaat plotseling over en smeekt als in angst) ;

Dans met mij, Solveig !

Solveig (kijkt hem donker aan). Hé, dat was slecht !

(Zij gaat de kamer binnen).

Hierop schaakt Peer Gynt, in een dolle bui, Ingrid de bruid. Tusschenin de langzame klagende muziek van Grieg -- melodie die tot het mooiste behoort van de Peer-Gynt-Suite -- en dan "op een smal voetpad hoog boven in 't gebergte" de schaker met de geschaakte :

Peer Gynt.

Naar den duivel alle vrouwen...

Uitgezonderd één...

Ingrid.

Wie is dat ?

Peer Gynt

Jij bent 't niet.

Hieruit kennen wij nagenoeg zijn stemming. Als Ingrid aandringt luidt zijn heftig antwoord :

Peer Gynt.

Heb jij een gezangboek bij je? Heb jij lange gouden haren ? Kijk jij blozend langs je schortjes ? Hou jij vast je moeders rokken ? Zeg ?

Ingrid.

Neen; maar...?...

Peer Gynt.

Ben je van 't voorjaar aangenomen ?

Ingrid.

Och, maar, Peer...?

Peer Gynt. Kan jij zedig voor je kijken ? Kan jij afslaan als 'k wat vraag ?

Ingrid.

Lieve Heer, hij is krankzinnig ?

Peer Gynt. Wordt hij rein, die naar je kijkt ?

Zeg !

Ingrid.

Neen, maar...

Peer Gynt.

Wat blijft dan over ! (wil weggaan.)

Dan begint voor Peer de vreemde tocht. Hij loopt het stille geluk voorbij om allerlei gekke droombeelden na te jagen; zijn verbeelding stuwt hem vooruit, eerst langs het fantastische van den droom tot een even fantastische werkelijkheid. Wij denken aan Teirlinck's "Man zonder lijf", aan Georg Kaiser's kassier in "Van 's morgens tot middernacht", aan Andrejew's "Man, die de klappen krijgt". Had ik geen gelijk "Peer Gynt" modern te noemen ?

De droom van Peer Gynt werd op volgende wijze veruiterlijkt. Peer wandelt vóór het fluweelen gordijn, dat hier beduiden moet : "zonsondergang; lichtende sneeuwtoppen rondom" en zegt er zijn monoloog, schreeuwt er klare wenschen :

"Ik wil wasschen mij rein in

Der scherpste winden bad !

Ik wil óp. 'k Wil mij vermooien

In stralenden zonneglans !"

tot hij bij de vaststelling :

"Peer, jij bent van groote afkomst

En wat groots zal uit je worden eenmaal !"

met zijn neus tegen een rotsblok loopt, valt en blijft liggen -- d. w. z. hij legt handig zijn mantel op het voorplan neer en verdwijnt onopgemerkt. De fluweelen gordijn schuift open. Een doorzichtig waas is neergedaald, waarachter nu de heele droom vertoond wordt, eerst Peer's ontmoeting met de in-'t-groen-gekleede en dan vooral zijn ontvangst in het rijk van den bergkoning. Hiervoor had Delescluze een fantastisch décor ontworpen, reusachtige koepel die denken deed aan een reusachtige spin of aan een onderaardsche zon met witte stralen. Daaronder dansten de dwergen. Het was, vaal-belicht, een echte heksendans, een onafgebroken sterk-gerhythmeerde beweging van voorbij glijdende schimmen tegen een achtergrond die op bepaalde momenten scheen mee te roeren -- alsof daar onafzienbare watervallen neerstortten op de kadans van feest en zang -- dit alles onderlijnd door Grieg's bekende duivelachtige muziek. Hier was trouwens heel het spel vol interessante détails, dewelke op te sommen mij echter te ver zou brengen.

Na zijn avontuur bij de kabouters, als in zijn droom de koninklijke hal is ingestort, staat Peer Gynt "in het stik-donker, en houwt in 't rond met een grooten tak". Hiervoor werd een zwart gordijn neergelaten achter het doorschijnende waas des drooms. Hij zit vast tusschen die twee gordijnen; wij zien hem als een schim die inderdaad een worsteling te voeren heeft met onzichtbare machten, hier "la grande courbe", in de gordijn verbeeld.

En zwart mildert in grijs. Peer Gynt wordt wakker op de plaats waar nog zijn mantel ligt. Hij ontmoet er Solveig's klein zusje -- wat, ongelukkiglijk, gecoupeerd werd. Peer staat op, spuwt eens op den grond en zegt:

"He ! 'k wou dat 'k een gezouten haring had !"

Volgt een tafereel, dat vooral bij de vertooning, zeer goed tot zijn recht komt. De muziek speelt : "Glaube". Peer Gynt staat voor zijn hut, in het woud en spijkert een groot houten slot vast. Solveig komt bij hem. Zij heeft alles verlaten om hem

Solveig.

De weg, dien ik ging, voert nooit meer terug.

Peer Gynt.

Ik heb je dus!"

Hij laat Solveig binnen gaan in het huisje en is vol blijdschap. Maar op hetzelfde oogenblik komt een oude vrouw in een gescheurden groenen rok uit het kreupelhout. D. w. z. zijne verbeelding, zijn zucht naar avonturen, zijn bestendige ontevredenheid laten Peer niet los.

Nu weet hij dat hij haar niet waard is. Als Solveig buiten komt en hem vraagt binnen te gaan in het huisje, zegt Peer Gynt:

"Wacht nog even.

't Is hier donker, en 'k heb nog iets zwaars te halen.

Solveig.

Wacht; 'k zal je helpen ; dan dragen wij 't samen.

Peer Gynt.

Neen, blijf liever daar! Ik zal 't alleen wel dragen.

Solveig.

Maar blijf niet te lang, zeg !

Peer Gynt.

Geduld maar , eisje !

Of lang of kort..., blijf maar wachten.

Solveig (knikt hem toe),

'k Zal wachten !"

Dit wachten duurt, zooals gij weet, zeer lang. Solveig wordt al wachtende grijs. En onderwijl zet Peer Gynt zijn gekken tocht voort. Het eerste gedeelte van het stuk sluit met het bekende, ik zal maar zeggen : klassiek-geworden tafereel van Aase's dood. Peer komt nog even zijn moeder bezoeken en vindt ze stervende. Hij fantazeert dan een reis in slede naar het Hemelsch slot, bij Sinte Pieter. Dit tooneel werd gespeeld in een sober geheimzinnig-belicht décor -- en hier mag melding gemaakt van een zeer geschikte coupure. Als Peer gezien heeft dat zijn moeder dood is, sluit hij hare oogen, gaat heen en laat de deur open staan. De huisvrouw, die op bezoek komt, wordt weggelaten. Dat is zeer goed. Als het tooneel heelemaal verlaten is, en bleek manelicht valt op het witte doodsbed, zet de muziek "Aase's dood" van Grieg in. Ik heb in deze op zich zelf zoo mooie, maar plechtige en statige muziek, die eerder evenals Beethoven's treurmarche de benaming verdient "op den dood van een held", nooit eenig verband kunnen ontdekken met de pittoreske, tragi-comische scène van Aase's afsterven, zooals het is uitgebeeld in Ibsen's stuk. Terecht greep het orkest, bij deze opvoering, eerst in -- als de scène gedaan is en als Peer heeft gezeid :

"Heb dank voor je heele leven,

Voor klappen en teedere zorg..."

In verband met het tweede gedeelte van het hier besproken stuk zal ik u slechts spreken over de coupures. Dat er in "Peer Gynt" dient gecoupeerd kan niet betwijfeld worden. Maar waar dan en hoe ? Deze vraag krijgt in vertooningen van zulke stukken ongemeen belang. Zij werd in onderhavig geval beantwoord met meer attentie voor de regie-mogelijkheden, welke het stuk biedt, dan voor den inhoud zelf van het werk. Dat wil zeggen, dat vaak zeer veel belang werd gegeven aan scènes, waar- van de weglating niet zou geschaad hebben aan het dramatisch verloop -- en vice versa. Het gevolg dezer m. i. verkeerde methode was dat er in de 2e helft van het stuk tweemaal een gracieus ballet werd gedanst, dat drie keer in het stuk Solveig verscheen wachtende in de deur van Peer's huisje en zingende haar heerlijk liefdelied, dat het tooneel met het wegsnellende en verzinkende schip werd opgewerkt tot een geestig exempel van regie-acrobatie -- wijl tooneelen als de kroning van Peer Gynt tot keizer in een gekkenhuis werden weggelaten ondanks hunne onloochenbare symbolische waarde. Ook scènes die literair tot het beste behooren van wat "Peer Gynt" bevat -- ik noem : de lijkrede bij het graf van hem die zich verminkte om te worden vrijgesteld van den legerdienst,

"En van dien keuringsdag af droeg hij 't oordeel,

Zoo zeker als het schaamrood op zijn wang,

En zijn vier vingers, in zijn zak verborgen" .

werden geweerd. Deze wijze van coupeeren brengt mij tot een ander punt mijner bespreking. Want niet alleen werd door deze methode de kunstwaarde van het spektakel geschaad -- het verloop er van te volgen werd voor hem, die niet het stuk las, ten zeerste bemoeilijkt, doordat alle overgangstooneelen, die meestal ter motiveering van nieuwe toestanden dienen, waren afgeschaft.

Niet-begrijpen, of althans niet-voldoende-begrijpen moet de oorzaak geweest zijn van het koude onthaal vanwege een publiek dat nochtans door een drukke opkomst ongemeene belangstelling aan den dag lei. Natuurlijk was daar ook voor een deel snobisme bij. In elk geval werd dit stuk, ondanks een alles behalve gunstige pers, en ondanks het feit dat weinig plaatsen onder de 26 frank werden beschikbaar gesteld, drie weken lang voor eivolle zalen gespeeld in dezen tijd dat de theater-malaise te Brussel vrij duidelijk merkbaar is en dat onlangs bij een tweede voorstelling in het "Théâtre du Marais" honderd vijftig menschen aanwezig waren.

12.12.25.

Items that may be related to this text

  1. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Georg Kaiser : "Van ... 1925-12-20
    Van 's morgens tot middernacht • Georg Kaiser • (date-year) 1925 • (date-month) 1925-12 • (author) Willem Putman
  2. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Jules Delacre : Het ... 1925-06-01
    Henrik Ibsen • Théâtre du Marais, Brussel • M. • Kleine Eyolf • Herman Teirlinck • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  3. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Leonid Andrejew : "H... 1925-10-19
    (author) Willem Putman • (date-year) 1925 • Leonid Andrejew • Man, die klappen krijgt
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Stève Passeur : "Un... 1925-12-05
    Théâtre du Marais, Brussel • (date-year) 1925 • (date-month) 1925-12 • (author) Willem Putman
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: August Strindberg : ... 1925-01-03
    Man zonder lijf • (date-year) 1925 • M. • Herman Teirlinck • Théâtre du Marais, Brussel • (author) Willem Putman
  6. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
    (date-year) 1925 • (author) Willem Putman • Herman Teirlinck • Théâtre du Marais, Brussel
  7. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Gustave Van Zype : "... 1925-10-24
    Henrik Ibsen • Théâtre du Parc • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  8. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: EEN TWEEDE TOONEEL-T... 1925-10
    Henrik Ibsen • (date-year) 1925 • M. • Théâtre du Marais, Brussel • Kleine Eyolf
  9. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: J. M. Barrie : "La n... 1925-01-17
    droom • (date-year) 1925 • Théâtre du Marais, Brussel • (author) Willem Putman
  10. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Philippe Lambert : "... 1925-01-20
    (date-year) 1925 • vader • Théâtre du Parc • (author) Willem Putman