August Strindberg : "Advent" in "De Nieuwe Spieghel"

Willem Putman, 1925-01-03


Source

Willem Putman, Tooneel-groei (1921-1926): Indrukken over het na-oorlogsch tooneel-herleven in ons land. Brugge: Excelsior, 1927, pp. 16-22.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Felix Timmermans en ... 1925-09-27
  2. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Michiel De Swaen :"D... 1925-02-21
  3. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
  4. ◼◼◻◻◻ Wies Moens: Om een nieuw reperto... 1925-01
  5. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Frans Delbeke en Ger... 1925-04-04

August Strindberg : "Advent" in "De Nieuwe Spieghel"

Ook ditmaal is de keuze van het stuk niet gelukkig. Johan De Meester jr. schijnt weinig belang te geven aan zijn stukken. Ik meen daarmee: hij ziet alleen in een stuk de al of niet rijke gelegenheid tot spel ; wij kennen trouwens zijne opvatting, die ongeveer met die van Teirlinck klopt. Advent is dan ook den regisseur een zoo ruime als rijke basis en laat ik hier maar dadelijk zeggen, dat De Meester op die basis een tooneel-bouwsel heeft voltrokken, zooals totnogtoe nog nooit een in Vlaanderen werd getoond. Het komt me wel voor, dat de gebreken van een stuk door dergelijke merkwaardige regie kunnen weggetooverd, maar ik onderstel toch, dat die gebreken niet een vereischte kunnen zijn. En zoo ziet het er uit. Het lijkt of, ten behoeve der regie, zwakke stukken in het "Vlaamsche Volkstooneel" zijn gewenscht. Alleen wordt nagekeken, of de geestelijke inhoud wel vereenigbaar is met de katholieke levensbeschouwing.

Het is op die manier, dat men het gedaan heeft gekregen, zelfs van August Strindberg een minderwaardig -- en trouwens bijna onbekend -- tooneelwerk op te delven. Wies Moens heeft het "verkatholiekt" en De Meester heeft er een reeks schitterende tooneelbeelden van gemaakt -- maar het stuk is daar natuurlijk minderwaardig bij gebleven. Advent is de zeer onevenwichtige uiting van een getormenteerde ziel. Het lijkt of de innerlijke fel bewogen strijd in Strindberg hem belet heeft, den vorm van zijn drama te beheerschen. Grondgedachte er van is : de slechten, die het ondanks hun gewetenlooze handelwijze, in dit leven vaak al te goed hebben, moeten, in het andere leven, de straf krijgen die zij verdienen.

De aanhef, waarin ons de oneerlijke rechter en zijn gade worden getoond, zittende in de weelde van hun gezegende velden, in de nabijheid van het blanke praalgraf, dat zij te hunner voorname rust lieten opbouwen, onder een bloeienden boom een nieuwe Adam en Eva gelijk in een nieuw Aardsch paradijs, is overweldigend. In den nacht stijgen echter de schimmen van bedrogenen en verongelijkten uit het praalgraf op en kwellen de misdadige echtelingen in hun slaap, nadat hun door een monnik gewezen is op hunner zonden veelvuldigheid : zij bedrogen hun stiefdochter Amalie en maken er thans een asschepoester van ; zij zijn zonder medelijden voor hun schoonzoon, die, wegens den slechten oogst, zijn pacht niet betalen kan ; zij beloofden God een gouden remonstrans en gaven er een in verguld zilver -- en menigmaal liet de rechter bij zijn vonnissen op oneerlijke wijze invloed op zich uitoefenen en veroordeelde zelfs onschuldigen. Desondanks is het leven hem te allen opzichte gunstig geweest en, terwijl zijn brave buurman op allerlei wijzen geplaagd wordt, ziet de rechter al zijne ondernemingen door de kans gediend. Maar nu komt de straf -- voor den rechter, en dat is maar goed ; -- doch ook voor ons publiek, en dat was na dezen prachtigen inzet jammer. Van dit oogenblik af, na de twee eerste uitstekende tooneel-beelden, lijdt de verdere ontwikkeling van het gegeven aan alle denkbare kwalen, waaronder in de eerste plaats een hopelooze langdradigheid; wij zaten vijf uur lang in den schouwburg. Verder wordt voortdurend met een verbluffende virtuositeit van de hoofdlijn afgeweken. Het is geen stuk meer. Het is een fantasie op een vaag thema, dat om zoo te zeggen geheel verloren is gegaan. En, kijk eens, het is nog niet zoo lang, dat de fantasie op onze theater-planken opnieuw is binnengeslopen (De Nacht, De Man zonder lijf, Advent) en reeds ontpopt zij zich als een tyran, die alle tooneelwetten met de voeten treedt. In elk dezer drie stukken, en wel het meest in Advent, hebben wij kunnen vaststellen, hoe de dramatische ontwikkeling "rammelt" onder der fantasie ongetoomde kuren ; en thans heeft dat ons des te meer verwonderd, doordat wij genoegzaam den sterken bouw van Strindberg's naturalistische drama's kennen. Nu kan het stuk zelf wél ondergeschikt worden -- zooals in voornoemde drie gevallen gebeurde -- maar niet weggecijferd. Hier bleef het als een last slepen aan den voet van den regisseur. Het hinderde hem en ons. Het was de vlek op de prestatie. De eenige -- maar een groote. Alleen een stuk met kloeken stevigen bouw, met vasten klaren ondergrond, met gedrongen strenge uitwerking kan den luister van een moderne regie dragen. Dat toonden ons Marieken van Nijmegen en de vele vertooningen van Molière's werk in het "Théâtre du Marais".

Maar de vertolking verdient op zich zelf den hoogsten lof. Zij was verreweg de meest vooruitstrevende, de zuiverst artistieke, de meest consequente onder alle pogingen, ingesloten de vertooningen van Teirlinck's stukken en de stijlrijke spektakels van het "Théâtre du Marais", die alhier in dien zin werden verwezenlijkt. De prestatie's van het vernieuwde "Vlaamsche Volkstooneel" mogen zeker gerangschikt onder het stoutste "théâtre d'avant garde" van dezen tijd. De Vlamingen mogen fier zijn op dit bezit. Alleen niet- of slecht opgevoede menschen zullen die ingeslagen richting betreuren.

De decoratie van Gerard Rutten verdient een omstandige vermelding, waarbij ik ook pogen zal u de vele merkwaardige vondsten der regie duidelijk te maken. Net als bij de enscèneering van De Nacht werd thans gespeeld in een omlijsting van effene zwarte gordijnen waarin dan allerlei decoratieve panneelen werden geplaatst als zoovele aanduidingen van de plaats der handeling. In I zagen wij de twee echtelingen neerzitten onder een prachtigen boom vol bloemen en vogels, waarmede harmonieerde het bonte achtergronddoek. In de verte vlekte daartegen de barre onvruchtbare heuvel des buurmans. Links in den hoek stond het praalgraf als een slanke witte kapel, zeer zuiver van lijn --- en met een lang-smalle zwarte opening vol mysterie. Buitengewoon geslaagd mag het tooneel met de schimmen heeten, waarbij zeer expressieve maskers werden gebruikt, welk tooneel ons even denken deed aan den optocht der illuzie's in De man zonder lijf te meer daar in beide stoeten een onthoofde meestrompelt, dragende zijn hoofd in zijn hand. Het rhythme in gang en houding gesteund door een origineele macabere muziek, werkte dezen "doodendans" op tot iets zeer merkwaardigs en deze scène droeg dan ook veel bij om den machtigen indruk te verwekken, dien dit eerste bedrijf ten gevolge had. Doch zakte hierop het stuk, decorateur en regisseur hielden niet op ons verrassing na verrassing te bieden en onder die vele bewonderenswaardige dingen zal ik noemen: in II, de portretten van den rechter en diens vrouw, die tegen het zwarte fond-doek waren opgehangen en ons de stemming bezorgden van een duf en pretentieus bourgeois-intérieur. Drie grijze cirkelvormige planken stelden tonnen voor en verplaatsten ons in den kelder, waar de kinderen van Amalie zijn opgesloten en bezoek krijgen van het Jezus-kindje, dat ze mede neemt in het blijde opene veld, om te spelen. Hier verdient een schoon détail te worden aangemerkt: in de donkerte van den kelder verschijnt namelijk het zonnetje in den vorm van een felle projectie, die van bezijden uit een lichtbak valt. Als de kinderen het Jezus-kindje volgen, lokken zij het zonnetje mee, "dat zich anders eenzaam voelen zou in deze kille duisternis", en wij zien dan werkelijk de projectie langzamerhand opstijgen en heenvlieden boven het bonte natuurtafereel, dat ons te zelfder tijd op het fond-doek wordt voorgetoeverd -- en daarbij klinkt een lieve kinderlijke melodie.

Hierop volgen nu de helle-tooneelen, in dewelke de decorateur uitsluitend witte indicatie's zet tegen de zwarte omlijsting. Prachtig was de bal-scène, als 's rechters gade haar ijdelen droom beleeft en op een troon plaats neemt als een koningin. Twee rijke witte zetels staan op een verhooging in het midden ; daartusschen danst een potsierlijk beeldje van den afgod Pan, maar vooral de speeltuigen van het orkest waaronder een reusachtige cello, waren prettig, veelal uitsluitend met witte lijnen geteekend op zwart hout -- in helle-stijl -- en dat ondermaansche strijkje vergastte ons bovendien op een onhoorbare muziek. Wij vernamen slechts het gerucht van strijkstokken op het hout. De duivel legt dit uit: deze helle-artisten waren destijds allemaal solisten en hebben in wereldsche concerten steeds te luid gespeeld; vandaar hun huidig diminuendo. In het volgend tafereel duidden vier witte pijlers de rechtbank aan -- daar spreekt de rechter zijn eigen vonnis uit en veroordeelt zijns gelijken. Meteen rees hier weer onder het publiek de spanning. Het schijnt mij, dat geheel het helle-verloop hieromheen moest geconcentreerd; dat zou de eenheid van het stuk min of meer gered hebben. Maar neen ; het motto luidde: van den hak op den tak. Het volgende beeld brengt ons opnieuw in 's rechters huis, waar wij den uitverkoop der meubelen bijwonen en Gerard Rutten heeft daarvan gebruik gemaakt om ons een eenig mooi portret te laten bewonderen van Amalie's ware moeder, een rein meisjeskopje vol stijl, dat een innige ontroering teekende te midden van veel extravagantie's. Maar hier ook gaf De Meester ons de volle maat van zijn virtuositeit en voltrok met dergelijken brio den uitverkoop, dat zijn spel eenieder meesleepte en, als een verbluffend knap intermezzo, met onverholen geestdrift werd toegejuicht.

Waarom dan nog die verdere vervelende helle-tooneelen, waar de eeuwigheid over de twee boosdoeners haar zwarten mantel spreidt? En vooral: waarom nog dat slot met dien kerstboom op aarde, dat door decorateur en regisseur bepaald verwaarloosd scheen ? Bij dat slot verviel de vertooning in een onverkwikkelijk patronagegenre, waaronder ik mede rangschik het eindkoor van Karel Albert.

We moeten kunnen onderscheiden. Dat juist kan het publiek moeilijk. Bij een slecht einde heeft het den merkwaardigsten aanhef vergeten. Stuk en vertolking verwart het dooreen en zoo zien wij voortdurend lof onthouden en lof toegezwaaid aan degenen die dat niet verdienen.

"Advent" was voor den regisseur een zeer rijke gelegenheid. Op die basis heeft Johan De Meester jr. een prachtig tooneelbouwsel gezet. Die indruk was dan ook zoo volgehouden, zoodanig werd met verassingen gegoocheld, zoo schitterend voor oog en oor was geheel de verbeelding dat de kunstzinnige toeschouwer hiermee ten volte kon bevredigd zijn en het "Vlaamsche Volkstooneel" danken mocht om een genotvollen avond zonder voorgaande. Maar het "Vl. Volkstooneel" heeft, meen ik, een roeping. Dat gezelschap moet geheel Vlaanderen doorreizen, contact vinden met het volk, den smaak van geheel ons publiek louteren. En daartoe is dit stuk een hinderpaal. Ik kan me niet voorstellen dat met zulk werk kan gereisd. En vrees bovendien ten zeerste dat het doorsnee-publiek bij deze fantastische heerlijkheden volkomen koud zal blijven. Het is, meen ik, niet de taak van het "Volkstooneel" geraffineerde spektakels te geven voor een handvol intellektueelen die tuk zijn op extravagantie's, noch tijd en geld te verspelen aan proeven die op zich zelf zeer interessant zijn maar geenszins het doel van dat gezelschap dienen. Te dien aanzien zal de leiding van het "Vl. Volkstooneel" wel moeten een compromis vinden. De overgang is te brutaal. Ook als wij aannemen dat "Advent" als interessante proefneming er door kon -- in geen geval mocht "Advent" na "De nacht" komen. Daar is geen doseering in de volgorde der stukken. Met het oog daarop verwijs ik naar het repertorium van het "Théâtre du Marais". Na Pirandello's "Chacun sa vérité" kregen wij het zoeterige "Marie ou la manière douce" en nu is aangekondigd het pittige werk van Barrie : "La nouvelle Cendrillon". Ik wil dat repertorium niet als exempel voorleggen maar waardeer daarin den goeden smaak en de kennis van het publiek die M. Delacre in hooge mate bezit.

Evenzeer als de regie verdienen de decoratie van Gerard Rutten en de muziek van Karel Albert onbegrensden lof. Het spel van alle artisten sloot daarbij aan. Ik kan daar werkelijk geen enkele schaduw in vinden.

De heele vertolking stond, in harmonieuze eenheid, op hetzelfde verheven peil. Dat juist heeft het stuk des te dieper in een afgrond gestooten.

En zooiets moest nu maar liever niet meer gebeuren.

3-1-25.

Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Felix Timmermans en ... 1925-09-27
    Marieke van Nijmegen • (date-year) 1925 • James Barrie • Vlaamsch Volkstooneel • regie • Johan De Meester jr. • meester jr • Théâtre du Marais, Brussel • volkstooneel • (author) Willem Putman
  2. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Michiel De Swaen :"D... 1925-02-21
    Wies Moens • Advent • De Nieuwe Spieghel • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • De nacht • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  3. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
    Gerard Rutten • (date-year) 1925 • De Nieuwe Spieghel • Vlaamsch Volkstooneel • Théâtre du Marais, Brussel • Johan De Meester jr. • Herman Teirlinck • (author) Willem Putman
  4. ◼◼◻◻◻ Wies Moens: Om een nieuw reperto... 1925-01
    meester jr • (date-month) 1925-01 • Marieke van Nijmegen • Advent • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • De nacht • (date-year) 1925 • August Strindberg
  5. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Frans Delbeke en Ger... 1925-04-04
    (date-year) 1925 • geheel • vlaamsche volkstooneel • De Nieuwe Spieghel • Vlaamsch Volkstooneel • Herman Teirlinck • stukken • Johan De Meester jr. • Théâtre du Marais, Brussel • volkstooneel • (author) Willem Putman
  6. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Marieken van Nijmege... 1924-10-04
    Marieke van Nijmegen • Karel Albert • vlaamsche volkstooneel • karel albert • De Nieuwe Spieghel • Vlaamsch Volkstooneel • meester • Johan De Meester jr. • meester jr • (author) Willem Putman
  7. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Johan De Meester jr... 1929-07-07
    De nacht • Marieke van Nijmegen • Advent • meester jr • Vlaamsch Volkstooneel • meester • Johan De Meester jr. • publiek • Herman Teirlinck • volkstooneel • (author) Willem Putman
  8. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Michel De Ghelderode... 1925-12-20
    meester jr • Jules Delacre • De Nieuwe Spieghel • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • publiek • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  9. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: J. M. Barrie : "La n... 1925-01-17
    (date-month) 1925-01 • Jules Delacre • James Barrie • (date-year) 1925 • La nouvelle cendrillon • Théâtre du Marais, Brussel • (author) Willem Putman
  10. ◼◼◻◻◻ Anon.: Een théâtre d'avan... 1925-05-12
    Gerard Rutten • (date-year) 1925 • Jules Delacre • De Nieuwe Spieghel • Vlaamsch Volkstooneel • Herman Teirlinck • Johan De Meester jr. • Théâtre du Marais, Brussel