Felix Timmermans en Edward Veterman: "Mijnheer Pirroen"
Lode Monteyne, 1926
Source
Lode Monteyne, Kritische Bijdragen over tooneel. Antwerpen: Ruquoy, Delagarde en Van Uffelen, 1926, pp. 141-145.
Items that may be related to this text • More...
- ◼◼◼◼◼ Lode Monteyne: Het mystieke tooneel... 1926
- ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Timmermans en Veterm... 1927-03-26
- ◼◼◻◻◻ Rob Erkens: "Het Kindeken Jezus ... 1931-05
- ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Gaston Martens: "De ... 1926
- ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
MIJNHEER PIRROEN.
Wie « Anne-Marie » las, en daarin genoot van de kleurenweeldrige beschrijvingen -- meer misschien dan van de psychologische teekening der menschen -- zal zich niet goed kunnen voorstellen, dat het mogelijk was naar dezen, aan actie-armen en aan pakkende dramatische oogenblikken gewis niet rijken, roman, een komedie -- en dan nog wel eene in vier bedrijven -- te bewerken. En toch, in dit gewaagde opzet zijn
Wat komen we, bij het nagaan der zich opvolgende tooneelen, al verder en verder te staan van het doodgewone tooneelspel -- je weet wel, de eeuwige comedie, met één voorbereidend bedrijf, gevolgd door een middenmoot, waarin de handeling culmineert, en eindigend op een acte, welke de ontknooping brengt. Wat
Wanneer we ons trachten rekenschap te geven omtrent de impressie, welke dit stuk op ons maakte, dan komen we algauw tot de conclusie, dat het niet mogelijk is bij de beoordeeling den gewonen maatstaf aan te leggen. Levendig-opgekleurde houtsneden vormen de verschillende tooneelen, die elk op zich zelf hoogst belangwekkend en aantrekkelijk zijn. Op de rake, plezierige bizonderheden valt een guller licht dan op het niet altoos even goed sluitend en niet zonder willekeur geschikte geheel.
Misschien loont het wel de moeite even na te gaan wat er van de zoo eigenaardige gaven van
Wij allen vormen ons wellicht van zijn oorspronkelijke kunst een denkbeeld, dat zoo het al niet heelemaal valsch is, dan toch zeer éénzijdig kan genoemd worden. « Pallieter », de vrije, zinnelijk levende en zinnelijk-genietende dagenmelker, de panthéïstisch-aangelegde mensch, wiens wezen zich met de natuur vereenzelvigt, blijft al te veel het oordeel der
Het tragische waas, dat de vriendelijke kleurigheid der houtsneden uit de laatste twee bedrijven temperde, wordt aan het slot vaneengereten.
Tragiek ! Lijkt dit woord niet te drastisch, te donker van klank, waar het
In het derde bedrijf, wanneer Pirroen te vergeefs wacht, viert de tragiek haar elementaire macht bot. Dan heeft de in zijn verwachtingen bedrogen minnaar zijn evenwicht van vast-willend man nog niet teruggevonden en is het oogenblik hem de baas... oogenblik dat hij vasthouden wil, als hij den slinger der oude hangklok tot onbeweeglijkheid dwingt.
Deze tragiek, slingerend als een zwarte draad door het zonnige stramien der tooneelen, ontwikkelt zich uit het tweede bedrijf, waarin Pirroen, ondanks zijn eed, door de koketteerende Cesarine van Sint-Jan ertoe gedwongen wordt haar voor de tweede maal te vragen. Psychologisch lijkt dit tweede bedrijf het sterkste.
Het beeld van Cesarine van Sint-Jan krijgt werkelijk leven door de soms scherpe omlijning van haar karakter, waarin vrouwelijke behaagzucht, halsstarrige gehechtheid aan heur adellijke afkomst, wrokkigheid tegenover het lot, dat haar arm maakte, beurt om beurt den boventoon voeren.
Deze karakteriseering slaagt erin den toeschouwer te doen begrijpen hoe het mogelijk was, dat Pirroen twintig jaar van zijn leven wachtte op de jonkvrouw.
Het verhaal van Pirroen, dat in het eerste bedrijf komt na de in den grond weinig belangwekkende vertellingen der gasten, lijkt ons dan ook vrij overbodig ! Deze eerste akte met haar uiterlijke actie is eigenlijk te lang ! Grooter concentratie zou de stemming welke door die inleidende tooneelen moet gewekt worden, nog verinnigen.
Langdradig schijnt ons ook dit deel van het derde bedrijf, waarin Pirroen zich tot sterven voorbereidt. Er zou hier zelfs kunnen gewezen worden op een gebrek aan evenwicht en een miskennen van den goeden smaak. De overige figuren zijn slechts schimmen -- aardige schimmen dan.
Mijnheer Pirroen brengt buiten een goed omlijnde psychologische hoofdactie -- het lang niet grondig uitgewerkte minnarijtje tusschen « Anne-Marie » en Corenhemel blijve hier liefst buiten bespreking -- veel stemmingskunst. Uit eigenaardigheden van den tekst en de fleurigheid der gezegden, die het op het tooneel toch altijd minder doen dan in den roman, bloeien de stemmingen op en groeit de atmosfeer. Wat
Items that may be related to this text
- ◼◼◼◼◼ Lode Monteyne: Het mystieke tooneel... 1926
Edward Veterman • Mijnheer Pirroen • (author) Lode Monteyne • Anne Marie • timmermans • Felix Timmermans • (date-month) 1926-00 • Pallieter • (date-year) 1926 • pallieter - ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Timmermans en Veterm... 1927-03-26
Edward Veterman • Felix Timmermans • (author) Lode Monteyne • timmermans • Mijnheer Pirroen • Pallieter - ◼◼◻◻◻ Rob Erkens: "Het Kindeken Jezus ... 1931-05
kindeken jezus • Felix Timmermans • Pallieter • Het Kindeke Jezus in Vlaanderen - ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Gaston Martens: "De ... 1926
(author) Lode Monteyne • Pieter Breughel • (date-month) 1926-00 • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
(author) Lode Monteyne • bedrijf • (date-month) 1926-00 • leven • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ V.G.: Het Vlaamsche Volkst... 1930-02-27
felix timmermans • Felix Timmermans • Edward Veterman • timmermans - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Lode Baekelmans: Ove... 1926
(author) Lode Monteyne • bedrijf • (date-month) 1926-00 • leven • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ Michel de Ghelderode: Het poppenspel... 1926
(date-year) 1926 • Felix Timmermans • leven • (date-month) 1926-00 - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Gaston Martens: "Der... 1926
(author) Lode Monteyne • (date-month) 1926-00 • leven • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Karen Bramson, "Tijg... 1926
(author) Lode Monteyne • (date-month) 1926-00 • leven • (date-year) 1926