Lode Baekelmans: Over de tooneelschrijfkunst (Een intervieuw)

Lode Monteyne, 1926


Source

Lode Monteyne, Kritische Bijdragen over tooneel. Antwerpen: Ruquoy, Delagarde en Van Uffelen, 1926, pp. 127-133.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Lode Baekelmans: "De... 1926
  2. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Herman Teirlinck: "D... 1926
  3. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Herman Teirlinck: "I... 1926
  4. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
  5. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Felix Timmermans en ... 1926

Lode Baekelmans

OVER DE TOONEELSCHRIJFKUNST

(Een intervieuw.)

-- 1923 --

't Gebeurde vroeger heel dikwijls, dat ik met Lode Baekelmans wat ging keuvelen. Over literatuur, natuurlijk ! Vóór enkele jaren wijdde ik een korte studie en een lang artikel aan zijn werk, waarvoor ik sympathie gevoelde. Kon het anders ? Hij schreef boeken waarin het Antwerpsche schipperskwartier herleefde. Ik zelf koos een paar maal de stof voor een verhaal in het eigenste midden. Ook sprak Lode Baekelmans, in een opdracht, die hij te mijner intentie vooraan in zijn « Dwaze Tronies » schreef nog vóór we mekaar ooit ontmoet hadden, over « ons » schipperskwartier.

Ik heb het elders dikwijls gelezen en ik heb het zélf ook geschreven, Baekelmans « de» schilder is van het rumoerige Antwerpsche leven aan dokken en kaaien en ook van het stillere, vast knusse bestaan der Antwerpsche burgerluidjes... Dat hij dit alles beschrijft lijk een volbloed Sinjoor, levend het joviale bestaan der kinderen van Semeni, hebben we wel nooit beweerd... Toen we laatst, op een avond, weer eens doolden door de half-exotische, half-Antwerpsche havenwijk, kwam in ons op het denkbeeld, dat Baekelmans dit bedrijf van matrozen en deernen, inhalerige waardinnen en haaiige winkeliers, op buit azende pooiers en vieze slampampers, niet bekijkt met de oogen van een Sinjoor... En we herinnerden ons ook hoe steeds, bij de keuze van lectuur, zijn eigen voorkeur hem drong tot kennismaking met Noorsche auteurs... Ja, dat was het!...

Baekelmans begluurt het dwaze menschengedoe met de oogen van een Noorderling: schijnbaar koel en toch prettig-warm meevoelend, zonder dat evenwel van zijn emotie te veel naar de oppervlakte dringt... En dan komt daarbij nog zijn aanleg tot het wel niet al te diepzinnig, maar toch filosofisch beschouwen der gebeurtenissen des bestaans in hun vaak snellen wentel en onverwachten keer - Een zich nimmer aan den lezer opdringende, slechts terloops moraliseerende, eerder teruggetrokken levensbeschouwing, die veeleer stemt tot toegevend monkelen dan tot luidruchtigen lach of tot nauw-bedwongen snikken, is de zijne... Ze vereenzelvigen met diegene van vele Skandinavische auteurs gaan we niet doen. Er zou hier en daar in het wereldje der literaire kritiek protest gehoord worden... We willen slechts even wijzen op een karakterische verwantschap... Er is iets neveligs in de opvattingen van den rijperen Baekelmans gekomen. Zijn filosofische kijk op het bestaan van zijn schepselen blijft binnen de dimensies van hun eigen wereldje. Zijn wijsgeerigheid staat in eng verband met de mentaliteit zijner menschen en met de werkelijkheid waarin ze ademen. Ze behoort tot de atmosfeer, waarin zijn werk gedrenkt is en die hij, soms met één enkelen zin, zoo wondervol kan suggereeren...

't Gebeurde vroeger dikwijls, dat ik met Lode Baekelmans over literatuur ging praten... 't Is voor enkele weken weer eens geschiedt... We hadden het toen over zijn stuk « Europa-Hôtel », dat enkele dagen te voren in den K. Vl. Schouwburg te Brussel voor het eerst werd opgevoerd en de meeste menschen, vaklui en andere, eenigszins had onthutst...

De oordeelvellingen waren dan ook zeer uiteenloopend. Alleen, dat de schrijver om het gebeuren in zijn stuk atmosfeer had weten te weven, werd vrij algemeen toegegeven, terwijl men de gelukkige milieuschildering loofde in het eerste en derde bedrijf, beide spelend in de schenkkamer der herberg « Europa-Hôtel»...

Ik las het werk en vond er den heelen Baekelmans in terug... niet den Baekelmans, die « Dwaze Tronies» en « Zonnekloppers » schreef, maar den rijperen auteur, met neiging tot overpeinzing en wijsgeerig beschouwen der levensdingen. Daarom voelde ik het als een noodzakelijkheid dien eigenaardigen Baekelmans even voor te stellen en te karakteriseeren, alvorens weer te geven, wat hij mij omtrent zijn opvattingen der tooneelschrijfkunst meedeelde...

De Baekelmans, dien ik hooger schetste, naar het beeld, dat ik me van hem vormde in den laatsten tijd, is wel dezelfde, die « Europa-Hôtel » schiep...

* * *

Nu ik me geneigd gevoel te schrijven, dat Lode Baekelmans' eerste proeve op tooneelgebied, lang geen meesterwerk is, herinner ik me dat Maurice Boissard ergens opmerkte:

« Je ne sais d'ailleurs, je l'avoue, ce qu'est un chef-d'oeuvre. Il y en a tant fermement reconnus comme tels, qui sont pour moi le vide, l'ennui le plus profond... »

Terwijl ik deze zinnen overschrijf betrap ik er mij op, dat ik goedkeurend te knikken zit...

En elders zegt Boissard nog:

« Une oeuvre dramatique, aussi bien qu'une oeuvre littéraire doit nous donner de l'émotion; nous emporter hors de nous-mêmes, nous remplir de rêverie ou nous faire penser en nous offrant le spectacle des individus mêmes que nous sommes selon qu'elle est l'oeuvre d'un poète, d'un philosophe ou d'un observateur».

Wel een geschikt motto ten gerieve van een of anderen tooneelschrijver, die er niet op gesteld is zijn stuk door een pleidooi pro-domo van eigen maaksel te doen voorafgaan -- Baekelmans kan het al vast gebruiken. Want -- en we maken hier abstractie van de technische kwaliteiten of fouten van zijn stuk, waarover we eerst na een opvoering kunnen oordeelen -- op het gebeuren in « Europa-Hôtel » zijn deze woorden vrij gemakkelijk toe te passen... Baekelmans koos een ander motto : het veertien-honderd en tiende vers uit Vondel's « Jozef in Dothan... »: Het rad draait wonderlijk !

Dat zijn woorden, die lezer en toeschouwer van dit spel van het bitterzoete leven in drie bedrijven, als ze aan het einde gekomen zijn, gewis zullen beamen... Ze vormen de filosofische kern van het werk, dat een levensspel is... Menschen komen en gaan, het bestaan wentelt, dagen brengen kentering, en ten slotte blijkt alles: een eeuwig herbeginnen. In het eerste bedrijf zegt de kok : « Niks blijft duren...»

En de oude waard oordeelt wat later:

« Gelukkige menschen, die niks meer verwachten, kok ! »

Volksche wijsgeerigheid gesponnen rond het tragische begrip der niet te ontkomen vergankelijkheid ! En toch in het gemoed van den ouden baas leeft een waan. Als de sirenen op de stoomers en de klokken op de zeilbooten het nieuwe jaar zullen begroeten dan -- zoo zegt hij -- « denken er overal in de wereld sailors aan Europa-Hotel en zijn baas » Dergelijke zinnetjes wekken atmosfeer !

Maar niet dit alleen moet de tooneelschrijver bereiken... Of was het Baekelmans te doen een anderen dan den gewonen vorm aan zijn tooneelspel te geven ?

Wil ik hem liever zelf aan 't woord laten ?

-- De gewone opvatting van het tooneelspel -- aldus Lode Baekelmans -- eischt in elk stuk dat zich respekteert, een voorbereiding, klimming, een hoogtepunt en een ontknooping... Verder moeten er nog, altijd volgens hetzelfde receptje, zijn: hoofdpersonen en een intrige...

-- Ik leg me daar bij neer, doch acht al die eischen niet absoluut noodzakelijk of onmisbaar... Moeten we persé aan een vorm gebonden blijven ? Zoolang men de actie, uiterlijke of psychologische, binnen het beluik van het tooneel brengt, is elke vorm goed. Een Maeterlinck-drama geeft heel andere indrukken dan een veristisch tooneelspel... Wij, Vlamingen, zijn gewoon alles te veel te zien door het Fransch tooneel heen...

-- Wat doen de moderne Engelschen, Duitschers, Skandinaven ? Ze... evokeeren... wekken gevoelens... (Baekelmans skandeert heel krachtig deze woorden, welke de pit van zijn betoog vormen)... Een dieper impressie wordt bereikt door het onverwachte dan door het zorgvuldig voorbereide !

-- In « Europa-Hôtel » wilde ik geven, wat ik noemen zal « den golfslag van het leven »...

-- Een film ?... Het woord werd gebruikt door een criticus na de première... Jawel, mij goed... maar dan een film waarin de trilling van het echte leven voelbaar blijft... Daartoe hoefde ik te schrijven een natuurlijken dialoog en bovendien te bereiken, zonder den eenvoud prijs te geven, innigheid van toon. Zoo trachtte ik atmospheer te scheppen.

-- Langs alle zijden wordt er geroepen om vernieuwing, doch wie het eerst anders durft doen krijgt de kleine critiek op het lijf !

En gemoedelijk filosofeerend lijk de waard en de kok en vele andere personages uit « Europa-Hôtel», merkt Baekelmans op :

-- Afwijken van de gewone wegen wordt iemand al gauw kwalijk genomen.

-- Een « leesbaar» tooneelstuk schrijven is goed... Een speelbaar werk bezit dikwijls geen literaire waarde... Wat is nu het geval met « Europa-Hôtel» ?

En nadat hij zich-zelf vóór deze vraag gesteld had, hernam de auteur :

-- Uit de geschiedenis der literatuur blijkt dat al wat leesbaar is ook kan opgevoerd worden als het maar in de handen van intelligente lui valt... Denk maar eens aan ons oud tooneel !

-- Amusementstooneeel wilde ik met « Europa-Hôtel» niet geven... Wie het stuk zóó opneemt, zal zich al-gauw bestolen achten...

-- Ik heb alle respekt voor tooneelschrijvers. Zij behoeven veel wil en uithoudingsvermogen... Over een boek wordt gewoonlijk geschreven door iemand, die er wat van kent en zelf schrijft... Een tooneelschrijver ziet zijn werk dikwerf beoordeeld door een dood-gewoon journalist zonder éénig literair talent en dan mag hij nog blij zijn zoo het niet een indringerig gelegenheidsjournalistje is, dat zijn stuk afkamt in schooljongensproza...

-- Of ik mij een vernieuwer voel ?... Welnee... 'k Heb eerbied voor het werk van allen... Mijn doel is enkel: Mezelf uitzeggen, lijk ik in mijn vertellingen doe... Méér niet... En nu ik het over mijn vertellingen heb herinner ik mij, hoe een recensent Europa-Hôtel karakteriseerde als een opeenvolging van korte verhalen.

Hoe zou die man dan staan tegenover sommige jongere Franschen lijk Lenormand die stukken in veertien tafereelen schrijft, net lijk in Shakespeare's tijd !

-- Ontmoedigen laat ik me nooit... Ik zal nog tooneel schrijven... Ik gaf nog « Deezeken schudt zijn beddeken uit», een Kerstmisverstand in één bedrijf, dat speelt in een bedelaarskolonie. En weldra hoop ik te beginnen aan « De blauwe Schuit», een spel uit het Antwerpen van rond de jaren 1700.

-- Een stuk schrijven is prettige arbeid. Ik voel er me toe genoopt, 't Vraagt me materieel minder tijd dan een roman. En dat beteekent wat voor iemand, die heele dagen in een boekerij vastzit.

- Hadden we hier ook maar een regeering, die, lijk die der Skandinavische Staten, stipendia ter beschikking der auteurs stelt Onze literatuur zou er door gebaat worden.

* * *

Toen we uitgepraat waren, opperde Baekelmans eenig bezwaar tegen de publicatie van dit intervieuw.

-- Zullen ze (ze, dat zijn de beste vrienden gewoonlijk) niet spreken van een vriendendienst ?

Waarde Lode, ik ben er zeker van !

Zelfs de moralist La Rochefoucauld staat aan de zijde van die scherpgebekte boozen ; waar hij mediteert :

« L'amitié la plus désintéressée n'est qu'un commerce où notre amour-propre se propose toujours quelque chose à gagner !»

Maar een schrijver als gij, die graag filosofeert zal bedenken, dat La Rochefoucauld, die van zich zelf beweert : « j'ai quelque chose de chagrin dans la mine », in feite een pessimist was...

En : Leve het optimisme, niet ?


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Lode Baekelmans: "De... 1926
    Europa hotel • leven • (author) Lode Monteyne • Lode Baekelmans • De blauwe schuyte • (date-month) 1926-00 • baekelmans • (date-year) 1926
  2. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Herman Teirlinck: "D... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • menschen • bestaan • (date-month) 1926-00 • bedrijf • (date-year) 1926
  3. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Herman Teirlinck: "I... 1926
    Maurice Maeterlinck • leven • (author) Lode Monteyne • (date-month) 1926-00 • Koninklijke Vlaamsche Schouwburg, Brussel • bedrijf • (date-year) 1926
  4. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • menschen • (date-month) 1926-00 • bedrijf • (date-year) 1926
  5. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Felix Timmermans en ... 1926
    (author) Lode Monteyne • bedrijf • (date-month) 1926-00 • leven • (date-year) 1926
  6. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Jef Horemans: "Slang... 1926
    (author) Lode Monteyne • (date-year) 1926 • menschen • (date-month) 1926-00 • bedrijf
  7. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
    (author) Lode Monteyne • bedrijf • (date-month) 1926-00 • leven • (date-year) 1926
  8. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Tolstoj: "Het levend... 1926
    (author) Lode Monteyne • menschen • (date-month) 1926-00 • leven • (date-year) 1926
  9. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Charles Vildrac: "De... 1926
    (author) Lode Monteyne • menschen • (date-month) 1926-00 • leven • (date-year) 1926
  10. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
    leven • (author) Lode Monteyne • (date-month) 1926-00 • bedrijf • François de la Rochefoucauld • (date-year) 1926