Paul de Mont: "Telescopage"

Lode Monteyne, 1927-04-09


Source

Lode Monteyne, Koorn en Kaf. Antwerpen: Het Tooneel, 1928, pp. 37-42.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: "De Sp... 1928
  2. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: Het ge... 1926-04-03
  3. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: "Nuanc... 1926
  4. ◼◻◻◻◻ Anon.: "Reinaert de Vos" va... 1927-05-08
  5. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Jef Horemans: "Het W... 1927-04

« TELESCOPAGE »

« Het was toch onze bedoeling te filosofeeren... »

« Woorden wat 'n povere munt! »

Paul de Mont heeft « Telescopage » -- wat een zonderlinge, weinig passende titel! -- in het Fransch geschreven en Dr De Gruyter heeft het vertaald. Het stuk was zooveel eer zeker niet waard. Wij, die meenden, dat de schrijver van « Nuances » slagen zou in het mondaine tooneelspel met een specifiek na-oorlogsch onderwerp, hebben ons deerlijk bedrogen! We zijn bovendien overtuigd, dat dit stuk, indien het in de oorspronkelijke taal ware opgevoerd geworden, even diep zou zijn gevallen. En nu moet de schrijver zich maar niet gaan inbeelden, dat zijn werk een zoo ongunstig onthaal genoot wijl het een zgn. «praatstuk» is. De waarheid is, dat « Telescopage » als een « slecht praatstuk » met wijsgeerige pretenties, die ternauwernood de holheid van den inhoud kunnen duiken, moet gedoodverfd worden en de auteur werkelijk die grenzen overschreed, waar de verveling zelfs voor met schatten van goeden wil bewapende toeschouwers, niet langer draaglijk blijft.

In « Telescopage » dan, zien we hoe een van principes doortrokken en door menschlievendheid beheerschte Amerikaan, -- Mr Calvin Caltrop -- die eigenlijk sardines in blikjes verkoopt, aanlandt in een bergpalace, waar een zeer select en cosmopolitisch gezelschap vereenigd is. De zedepreekende Caltrop is vergezeld van zijn dochter. In het hotel treffen ze een Amerikaansch professor aan. Dit drietal moet nu het jonge Amerika voorstellen en zorgen voor een scherpe tegenstelling met het oude Europa, dat door den Franschen gezant de Lugères, met zijn zoon Guy, en door een Schotsch edelman Sir Eric Duncan en zijn zuster Lady Norah, blijkt vertegenwoordigd. Het gele gevaar wordt verpersoonlijkt door een vinnigen Japanner -- baron Kimura -- terwijl een paar Zuid-Amerikaansche kreolen op het tooneel wandelen, zichtbaar gepijnigd door het besef hunner nutteloosheid in het stuk. Terwille van de waarheid zij hier gezegd dat de kreolen af en toe dansen en flirten -- wat wellicht belangwekkend zijn kon indien zij deze hoogstgewichtige bezigheden niet achter de schermen uitvoerden.

Nu behoorde het ongetwijfeld tot de inzichten van den zich wereldwijs-wanenden auteur, een drama te scheppen, dat hem toeliet de Europeesche mentaliteit te plaatsen tegenover de Amerikaansche en er terloops op te wijzen hoe de Japanner met leedvermaak de ontaarding van het blanke element beschouwt als een voorteeken van de wereldoverheersching door het gele ras. Als een der oorzaken van verval geldt de inzijpeling van neger-invloeden, waarvan de jass het uiterlijk teeken is. Een lange tirade, waarin de jass-passie wordt gehekeld en die, op zich-zelf beschouwd, wel interessant kan schijnen, doet in het stuk aan als een hors-d'oeuvre -- een verwijt, dat we telkens weer zouden moeten formuleeren wanneer De Mont aan het filosofeeren gaat. Zijn wijsheid groeit helaas niet op uit het gebeuren! Van de door vermenging met het zwarte ras veroorzaakte afwijkingen, zouden de kreolen, die er in het stuk hulpeloos rondspoken, een denkbeeld moeten geven. De schrijver wist evenwel geen raad met deze personages en liet ze aan hun lot over...

De tegenstelling Amerika-Europa werd reeds vóór 1914, toen het wezen van de kinderen van Uncle Sam ons nog geheel vreemd was, door Fransche blijspelschrijvers als thema gebruikt voor een paar leuke stukken, waaronder we ons nog herinneren het drastische doch oppervlakkige spel « Les Transatlantiques » door Abel Hermant en de fijnere, alhoewel eenigszins banale comedie « Mon ami Teddy », door Rivoire en Besnard. De na-oorlogsche toestanden hebben die kontrasten, welke voorheen hoofdzakelijk troffen in uiterlijkheden, verscherpt. De moraal, de levenshouding, de wijsgeerige bekommernissen, de wereldbeschouwing van beide vaste landen zijn gescheiden door afgronden, dieper dan deze van den Atlantischen Oceaan. We hebben een oogenblik durven hopen, dat Paul de Mont de tragi-comedie, die er uit dit antagonisme geboren kan worden telkens menschen uit de oude wereld met hun zedelijkheidsbegrippen, hun godsdienstige overtuigingen, hun door een eeuwenoude traditie geadelde levensopvattingen, in botsing komen met de zelfingenomenheid der van protestantisme en handelsgeest doordeesemde en met proselietenijver bezielde Amerikanen. We zijn zeer sterk ontgoocheld geworden. Paul de Mont heeft het geschikte midden ontdekt, waar dergelijk conflict kon gesitueerd worden. Hij heeft ook de gewenschte personages gekozen en zelfs met eenig geluk hun representatieve waarde vastgesteld. Het embryo van het drama bestaat. Maar het is niet eens tot ontkieming, laat staan tot groei en ontwikkeling gekomen. De Mont had een idee. Méér ook niet. Hij beschikte ook over een paar tirades, die hij in den loop van het te bouwen stuk gebruiken kon en waarin hij dan zijn ethische en politieke bedoelingen zou ontsluieren. Maar de grondgedachte werkte hij niet uit. Het geestelijk probleem, waarvan hij het bestaan beseft en dat hem tot uitgangspunt dienen moet, heeft hij niet « gedramatiseerd ». Hij gaf daaraan noch vorm, noch kleur. Hij slaagde er niet in een kristallisatie te bereiken rond een concreet conflict, dat dan het geraamte zou geworden zijn van deze drie bedrijven, die nu met elkaar schijnen te wedijveren in slapheid en inhoudloosheid! Wel voelde hij de behoefte aan een « verwikkeling », die de akten aan elkaar schakelt, en daarom ging hij allemachtig veel waarde hechten aan de weinig belangwekkende moeilijkheden, die Calvin Caltrop met den toldienst heeft naar aanleiding van zijn telescoop. Dit optisch instrument heeft al een vreemde bestemming!

«Met deze telescoop -- zoo oreert Calvin, die blijkbaar voor dominee studeerde vóór hij sardines in blikjes verkocht! -- ben ik van plan het heele continent gezond te maken, de smerige stiklucht te verdrijven die het vergiftigt, de atmosfeer weer zuiver te maken voor uwe longen, weer heilzame begrippen in u te enten, u 'n nieuwe levenskracht in te spuiten, voor uw ziel te doen, wat Voronoff voor het lichaam doet... »

Dat is bewonderenswaardige onzin! De verwachtingen, die de schrijver omtrent den telescoop bij den toeschouwer wekt, worden nimmer verwezenlijkt. Hoe het kijken door dit toestel de menschen van oud-Europa van hun scepticisme moet genezen, heeft de auteur vergeten toe te lichten. Heel vagelijk begrijpt de toeschouwer ook, dat Calvin Caltrop ten-slotte de bekoorkracht der oude beschavingen ondergaat... De verloving tusschen Caltrop en Lady Norah en deze van Phyllis Caltrop met Guy de Lugères moge daarvoor als bewijs gelden.

In Phyllis Caltrop heeft de auteur de zgn. Amerikaansche vrijpostigheid willen verbeelden. Daarom laat hij die jonge dame zelve een huwelijksaanzoek doen aan Guy. Een paar maal zelfs werpt ze haar mantel open en vertoont zich dan in badcostuum : Zoo stelt ze zich-zelf schadeloos voor 't verbod van haar vader, waardoor ze belet wordt in avondtoilet te verschijnen. Even vreemd als willekeurig, want door niets voorbereid, doen dergelijke tooneelen aan, waardoor de zwakheid in den bouw van het stuk nog scherper wordt aangetoond. «Telescopage» is geen «theater». Het is een onbehendig gedialogeerd politiek en ethisch traktaatje, waarin de auteur vruchteloos gepoogd heeft het probleem der tegenstellingen tusschen Europa en Amerika, uit te werken, hierbij strevend naar een wijsgeerige diepzinnigheid, die hij nimmer heeft bereikt. In dit stuk preekt iedereen... Maar Calvin Caltrop en de Lugères schijnen wel de voornaamste woordvoerders te zijn. De laatste dient blijkbaar den auteur tot tolk. Hij verkondt de wijsgeerige gedachten, die Paul de Mont schijnen lief te zijn en die hem soms enkele paradoxen doen formuleeren als deze:

«Het geloof is de laatste toevlucht van het scepticisme ».

«Alle pogingen om het individu vrij te maken eindigen in de dictatuur van de massa.»

Hij maakt het proces van den Amerikaanschen geest, waarvan hij een zeer bizonder beeld ontwerpt in een uitlating als deze :

«Sodoma is nooit heel ver van Babel vandaan. Alle zuiver materieele cultures zijn in de geslachtsverwarring ondergegaan. Ook zij komen er toe. Zij hebben de echtscheiding vergemakkelijkt om de veelwijverij te wettigen. Zij hebben de garconnen uitgevonden om hun heimelijke driften te kamoufleeren ».

Paul de Mont heeft wel een eenzijdigen doch zeer bijzonderen kijk op de Amerikaansche beschaving. Hij zelf zal daarover wel zeer tevreden zijn. In zijn werk heeft hij echter voor den toeschouwer niets van hetgeen hij vooruitzet, waar gemaakt door veraanschouwelijking. Al doceerend maakt men geen tooneel! Hoe meer het stuk vordert, hoe sterker een apologetisch karakter, dat hier vreemd aandoet, in elk van de Lugères woorden te erkennen valt. Na eerst te hebben vastgesteld:

«De wetenschap verklaart niemendal, ze maakt alleen maar alles ingewikkelder»

concludeert hij:

Het oude dogma «is de erfgenaam van de hervormde gedachte geweest. De proefnemingen volgen elkaar op, en het dogma doet er telkens nieuwe ervaringen mee op. De koers van het schip kan veranderen, het roer blijft hetzelfde. Het dogma ankert ons vast in het verleden, maar houdt ons naar de toekomst gericht. »

Eigenlijk ontspoort Paul de Mont hier, vermits hij thans een nieuw, en in wezen ondergeschikt thema, op den voorgrond rukt! Feitelijk zou de Lugères nog lang kunnen voortdeclameeren. De auteur, die hem inblaast, zwelgt in woordovertolligheid. Hij vergeet heel licht, wat hij een zijner personages in den aanvang van het stuk laat verklaren: «Woorden... wat 'n povere munt». Elke gedachte, die hij al mediteerend veroverd heeft, laat hij verwateren door ze telkens onder anderen vorm te herhalen. Waar de tooneeltaal slechts treffen kan door een kernachtigheid, die spontaan aandoet, vermeit Paul de Mont zich in een zoo zelfgenoegzaam als inhoudloos frazeeren. Wat Calvin beweert om de tragiek van den Europeeschen cultuurtoestand te karakteriseeren, zou de auteur van Telescopage wel eens mogen overwegen: «Een zet, een aardig woord en gij voelt U gered. De geest is het, die U doodt. »

« Telescopage » komt ons voor als een onbehendig aaneengevoegde mozaïek van brokstukjes uit een pseudo-wijsgeerige verhandeling, geschreven door iemand, die geen oogenblik twijfelt aan de voortreffelijkheid van zijn eigen ideeën, waarom hij ze dan ook graag aan de wereld verkondt, en wiens proselietenijver alle zelfkritiek heeft gedood. Anders toch, kunnen wij het niet verklaren, dat de schepper van « Het Geding van Ons Heer » en « Reinaert de Vos », dergelijk verraad tegenover zijn eigen faam van tooneelschrijver zou hebben kunnen plegen.

(1) « Telescopage » werd gecreëerd in den K.N.S. te Antwerpen op 9 April 1927.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: "De Sp... 1928
    schrijver • (author) Lode Monteyne • Paul de Mont • Het geding van Onze Heer • Nuances • Telescopage • mont • paul • Reinaert De Vos
  2. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: Het ge... 1926-04-03
    schrijver • (author) Lode Monteyne • Paul de Mont • Het geding van Onze Heer • Nuances • mont • paul • Reinaert De Vos
  3. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: "Nuanc... 1926
    schrijver • (author) Lode Monteyne • Paul de Mont • mont • Nuances • auteur
  4. ◼◻◻◻◻ Anon.: "Reinaert de Vos" va... 1927-05-08
    Het geding van Onze Heer • Paul de Mont • Reinaert De Vos • (date-year) 1927
  5. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Jef Horemans: "Het W... 1927-04
    (author) Lode Monteyne • (date-month) 1927-04 • auteur • (date-year) 1927
  6. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Paul de Mont : "Rein... 1925-07-13
    paar • paul • Paul de Mont • Reinaert De Vos • mont
  7. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Timmermans en Veterm... 1927-03-26
    (author) Lode Monteyne • auteur • schrijver • (date-year) 1927
  8. ◼◻◻◻◻ J.: Doolhof der Liefde... 1927-04-05
    (date-month) 1927-04 • (date-year) 1927 • Jan Oscar De Gruyter
  9. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Michel de Ghelderode... 1927-02
    (author) Lode Monteyne • auteur • schrijver • (date-year) 1927
  10. ◼◻◻◻◻ A.J.M. Wijdeveld: 'n Premiere te Ninov... 1930-03-28
    paul • Paul de Mont • auteur • mont