Michel de Ghelderode: "Beeldekens uit het leven van Sint-Franciscus van Assisie"

Lode Monteyne, 1927-02


Source

Lode Monteyne, Koorn en Kaf. Antwerpen: Het Tooneel, 1928, pp. 67-72.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Gerard Walschap: "Ma... 1927-09-24
  2. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Michel De Ghelderode... 1925-12-20
  3. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Timmermans en Veterm... 1927-03-26
  4. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ward Schouteden: "Je... 1927-01-09
  5. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Jef Crick: "Fra Ange... 1928-04-28

Michel de Ghelderode

«BEELDEKENS UIT HET LEVEN VAN SINT-FRANCISCUS VAN ASSISIE »

De kunst van Michel de Ghelderode, die in het Fransch reeds de spelen «Oude Piet» en «La Passion de N. S. Jésus-Christ» uitgaf, heeft den sterkenden invloed ondergaan van de folklore, waarin hij zich blijkbaar thuis voelt. Vooral de zeer primaire dramatische kunst, zooals ze den volke wordt geopenbaard in de aloude poesjenellenkelders, die er nog hier en daar -- te Brussel, te Antwerpen en te Luik -- bestaan, heeft den schrijver van de «Beeldekens» aangetrokken; ja, hem zelfs direct geïnspireerd toen hij, in samenwerking met den betreurden Jef Vervaecke, een klucht in vijf schuifjes en éen proloog: «Van den Dood, die bijna stierf», herwrochte naar een poppenspel «De Dood op Wandel», dat -- naar de auteurs in hun voorbericht meedeelen -- nog in 1919 in het poesjenellentheater van de Hoogstraat te Brussel werd vertoond. Wanneer we met eenigen nadruk herinneren aan dit oudere en veel meer folkloristische dan zuiver literair product van Michel de Ghelderode, dan is het, wijl we in zijn jongste door Willem Doevenspeck vervlaamschte werk, in zijn «Beeldekens uit het Leven van Sint-Franciscus van Assisië», een zeer opvallende nawerking van indrukken, bij het zien opvoeren van poesjenellenspelen opgedaan, gewaar worden. Ons trof in deze «Beeldekens»: een neiging tot het groteske; een streven naar volksche naïeveteit; een drang om, zonder rekening te houden met de omstandigheden van tijd en plaats, evenmin als met de sociale verhoudingen, al het gebeurende te brengen op hetzelfde plan, te reduceeren tot de eigenste afmetingen; en niet het minst: het bij plaatsen bezigen eener bizondere rhetoriek...

Het is echter onloochenbaar dat de auteur, die zijn werk niet geheel ten onrechte overigens, een « mysteriespel» heet, den invloed van het middeleeuwsch tooneel in hooge mate heeft ondergaan. De groote vrijheden welke onze oude kunstenaars -- of ze nu schilders, tooneelschrijvers of dichters waren -- zich permitteerden ten opzichte van tijd en plaats, heeft de Ghelderode op zijn beurt toegepast. Zelfs slaagde hij er in, hier en daar, denzelfden mystischen indruk te wekken, dien wij ondergaan telkens we een middeleeuwsch spel met godsdienstigen ondergrond lezen. Maar slechts heel zelden werd deze indruk zeer zuiver en innig tegelijk. Te veel vreemde elementen kwamen het ongestoorde openbloeien fnuiken van de mystieke rozen, wier geuren de toeschouwers moet opvoeren in hooger sferen. Te zéér werd er geofferd aan uiterlijke beweging, aan de gewone dynamiek van het naar moderne opvattingen gebouwde tooneelwerk, opdat er wijding uitgaan zou van de verschillende tafereelen en deze «beeldekens» ten slotte bij den toeschouwer denzelfden diepen, vromen indruk zouden nalaten als de lezing van die grootsch-eenvoudige « Fioretti » -- of maar van de bladzijden, die de gelukzalige Jacobus de Voragine in zijn «Gulden Legende» aan het leven van Franciscus van Assisi heeft gewijd en waarin wordt verteld hoe de groote Eenvoudige tot de vogelen sprak, weigerde de kaarsen te dooven om het Licht niet te profaneeren, in den Winter honig en wijn bracht aan de bijen, de wormpjes van den grond opnam om te beletten, dat ze vertrapt zouden worden, slechts met omzichtigheid op steenen trad wijl hij meende, dat daarin een geest woonde -- en zon, maan en sterren steeds aanzette den Schepper te beminnen... Van de diepe, innige vroomheid, welke ons verrukt wanneer we het leven van Franciscus overpeinzen, vinden we toch maar luttel sporen in den op grover effecten berekende film, die Michel de Ghelderode heeft opgebouwd.

De technische eischen, waaraan elk tooneelwerk moet voldoen, hebben den schrijver heel zeker genoopt tot het verwaarloozen van juist deze elementen, die de grootste geestelijke waarde in zich besluiten en het meest geschikt waren om een zuivere atmosfeer van mystische ontheffing te scheppen. We hebben deze bron van geestelijk genot ongaarne gemist en telkens weer, naarmate elk beeldeken uit dit rijke leven in schelle kleuren vóór onze oogen werd ontvouwd, drong deze vraag zich aan ons op: Kon een zoo extatisch, een in zijn diepten zoo onstoffelijke en onaardsche leven als dit van den H. Franciscus, waarin de oogenblikken van strijd -- zijn bekeering; de bekoring door den duivel in zijn vleesch gewekt; -- eerder zeldzaam zijn, wel gedramatiseerd worden? In schijn slechts geeft het werk van de Ghelderode een bevestigend antwoord op deze vraag, want een eigenlijk drama met één of meer conflicten zochten wij tevergeefs in de meeste dezer « Beeldekens ». Alleen in de eerste drie tafereelen woelt er strijd, en dan voornamelijk in het derde, waarin Franciscus zich voor den Rechter over zijn door de menschen als zonderling en wanordelijk gelaakt gedrag, heeft te verantwoorden terwijl diep in hem even de groote al-Liefde worstelt met de genegenheid voor zijn vader. En zoo bizonder sterk kan ook dat conflict niet genoemd worden. In deze eerste drie tafereelen treft het hoe de schrijver elementen aan het leven van dezen tijd ontleend, vermengt met gegevens uit de legende van Franciscus, mede wellicht in de hoop deze heiligen-figuur nader te brengen tot ons, moderne menschen, en de nawerking van de Franciscaansche gedachte op deze wijze te bevorderen. Tegelijk merken wij bij den Dichter een streven op naar het treffen van den populairen toon, wat ons alweer herinnert aan invloeden van het familjare poppenspel, zooals het door minder verfijnde volksche kunstenaars steeds werd beoefend. Niet het minst de neiging naar een vervorming in de richting van het groteske, gepaard gaande met een min of meer bewusten drang naar eenvoud in de wijze van voorstelling van gebeurtenissen en menschen, illustreert deze vaststelling. Tegelijk valt het op hoe de bewerker van Franciscus' leven zich gedrongen voelde tot het toepassen der revue-techniek, die hem toeliet schijnbaar onsamenhangende episodes naast elkaar te voegen. In het kostelijke, alhoewel niet van een gemakkelijke oppervlakkigheid vrij te pleiten tafereel der gerechtszitting, dat in wezen zuiver grotesk is, komt de satiricus, die een dubbelganger van den dichterlijken de Ghelderode schijnt te wezen, plots de volle maat van zijn kunnen geven. En het tafereel, dat aldus ontstaat bezit wel al de eigenschappen waardoor een revue-tooneel zich onderscheidt van een scène uit een gewoon drama. Het lag overigens in de bedoelingen van den auteur om de grens, die het gewone tooneel scheidt van de revue, geheel te doen verdwijnen. Zijn Franciscus-legende, die een heel leven wil omvademen in negen tafereelen, is dan ook in de allereerste plaats een spektakel, waarbij het oog van den toeschouwer een grootere rol te vervullen krijgt dan het oor, terwijl het dichterlijk woord meer dan eens verdrongen wordt door houding, gebaar en beweging... Heel dikwijls wordt bij dergelijke opvatting de tekst door de acteurs in het gedrang gebracht, wat -- te oordeelen dan naar die brokken, welke minder te lijden hadden onder de luidruchtigheid van het scenisch gebeuren -- als een zuiver verlies dient te worden geboekt. Het is inderdaad uit deze fragmenten gebleken, dat de Ghelderode een bezield dichter zijn kan. En nu vragen we het in gemoede: Mag de schrijver zich inbeelden, dat hij een goed stuk schreef wanneer men achteraf merkt hoe de scenische verwezenlijking in stede van zijn schepping een dieper en breeder leven te schenken, enkel en voornamelijk voor gevolg heeft de gaafheid van zijn werk te schenden? Bij een opvatting als deze, waarnaar de «Beeldekens» werden geconcipieerd, hoeft de tekst minder mooi en meer besnoeid te wezen. Langs een anderen kant zouden wij dat ten zeerste betreuren, waar wij toch allen weten, hoe het woord als eerste en voornaamste gebaar, meer dan welke beweging ook, meer dan kleur en lijn, de gave bezit tot het wekken van ontroeringen en hierbij enkel moet onderdoen voor de muziek, welke verklanking is van het zuiverste sentiment. Het zij hier onmiddellijk gezegd, dat we, zóó oordeelend, niet doelen op de wangeluiden, waarmee M. de Ghelderode zijn beeldekens onderlijnde, waarbij soli voor groote trom een overwegende rol vervulden en welke hoofdzakelijk bedoeld schenen tot aandikken van het uiterlijk beweeg op het tooneel...

Letterlijk alles heeft de auteur willen veruiterlijken en verstoffelijken -- welk pogen dan het gebruik van velerhande «accessoires» vereischt. Wanneer in de beeldekens uit het wereldsch leven, Franciscus, midden het heidensch kabaal van de soldaten uit alle oorlogen, van den geharnasten dood en de domme menigte, de « groote smartelijke stem » verneemt, dan dalen uit den hooge kartonnen luidsprekers neer. Hun afmetingen worden grooter, naarmate de Stem luider klinken gaat. Franciscus, in wiens boezem de onrust jacht, wordt steeds vergezeld van een dansend wezen, dat de «koorts» voorstelt, die zijn lijf en zijn ziel doet rillen... De «domheid» der vormlooze massa wordt verbeeld, door met beesten-koppen getooide figuranten. De toeschouwer heeft vooral te kijken. Zijn verbeelding kan intusschen indommelen. Zijn gevoeligheid mag verstarren. Hij hoeft alleen na te gaan in hoeverre de grootte van den luidspreker in juiste verhouding staat tot het volumen van de Stem, die Franciscus waarschuwt. Hier dient de vraag gesteld, of het gebruik van al die rekwisieten niet nutteloos is... of het zelfs niet vernietigend werkt op de vrije ontplooiing van gevoel en gedachte bij den toeschouwer, die niet meer hoeft te reageeren en passief al deze beeldekens langs zijn geestesoog voorbij laat trekken. Nog vragen we of het eeuwig-menschelijke, dat in elk drama -- ook in dit Franciscus-spel -- het publiek het diepst zou moeten treffen, niet teloor gaat, vermits het scenisch beeld door vergankelijke bestaansvormen wordt bepaald...

De dichter heeft in de volgende beeldekens uit het wereldsch leven, het innerlijke Franciscus-drama uitgewerkt door middel van verpersoonlijkingen. Zoo laat hij Franciscus in aanraking komen met de verheven Christusgedachte en elders weer stelt hij het mystiek huwelijk voor van den naar hooge heiligheid hakenden man met Vrouw Armoede. Het hoeft gezegd, dat, in tegenstelling met hetgeen we heel dikwijls bij onze jongere dramatisten moesten opmerken, de symbolische bedoelingen van de Ghelderode niet al te zeer aan duidelijkheid te wenschen overlaten. Op de massa kan een tafereel als dit van het mystieke huwelijk een sterken indruk maken, niet het minst wijl daarin de symboliek betrekkelijk zuiver ligt verbeeld.

Anderzijds hebben de meeste tafereelen meer illustratieve dan dramatische waarde. En waar de auteur, blijkbaar zonder opvallende opzettelijkheid, hierbij gestreefd heeft naar volksche kleurigheid en naïveteit, voelt men zien gerechtigd te wijzen op gelijkenis met de oude santjes, waarvan de makers nog niet geheel aan de bekoorkracht der middeleeuwsche gevoeligheid waren ontsnapt. Als artistiek gelouterd, én omdat de Franciscaansche geest daarin zoo levendig blijkt, én wijl de kinderlijkheid in de voorstelling van gebeurtenissen en feiten als zoo oprecht aandoet, roemen we graag het derde beeldeken uit de tweede handeling, voorstellend het innig godsdienstig leven van den verheerlijkten heilige...

Langs een stijgenden weg beweegt zich de groeiende Franciscus-figuur naar de apotheose van den zaligen Dood. De volksche humor, die af en toe de kleur der vorige beeldekens verscherpte en de pittoreske lijn kwam aandikken, wijkt hier voor zuiverder geestelijke waarden, die de auteur in zinnebeeldige vormen hult. We achten het een groote verdienste, dat hij thans al het licht op de Franciscus-figuur concentreert. En nadat de heilige stierf, rumoert de chaotische verwarring van de moderne wereld door de zaal: een wrange tegenstelling met de ontheffingsgedachte, die er groeit en rankt doorheen de beeldekens der laatste handeling, verbeeldende het opgaan van Franciscus in de Godsidee.

Het werk van Michel de Ghelderode, dat in geen enkel opzicht beantwoordt aan de norm van het gewone tooneel en waaraan wel niemand den naam « drama» geven zal, brengt op de planken geanimeerde beeldengroepen, die de ontwikkeling van een gevoelsleven moeten illustreeren of in zijn roerselen symboliseeren. Het is een in alle opzichten interessante poging, waarvan we de zwakheid onderlijnden toen we lieten verstaan, dat het lezen van den tekst zeer zeker een verfijnder intellectueel genot waarborgde dan de scenische verwezenlijking, waardoor de hechtste waarden van het stuk worden verdonkeremaand. Want, luisterend naar de predicatie van Franciscus tot de vogelen -- een der rustigste brokken uit het scenisch felbewogen werk -- werd het ons duidelijk, dat deze «Beeldekens» waaraan voornamelijk de voor een drama toch onmisbare dynamische kracht ontbreekt (al de beweging komt van de acteurs en maar zelden uit den tekst!), zeer aantrekkelijke literaire schoonheden bergen...

(1) Gecreëerd door het VI. Volkstooneel in Februari 1927.


Items that may be related to this text

  1. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Gerard Walschap: "Ma... 1927-09-24
    toeschouwer • (author) Lode Monteyne • tafereelen • drama • dood • auteur • (date-year) 1927
  2. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Michel De Ghelderode... 1925-12-20
    Michel De Ghelderode • Van den dood die bijna stierf • dood • Jef Vervaecke • tekst
  3. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Timmermans en Veterm... 1927-03-26
    drama • (author) Lode Monteyne • auteur • schrijver • (date-year) 1927
  4. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ward Schouteden: "Je... 1927-01-09
    schrijver • (author) Lode Monteyne • tafereelen • drama • auteur • (date-year) 1927
  5. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Jef Crick: "Fra Ange... 1928-04-28
    drama • (author) Lode Monteyne • wezen • tafereelen • leven
  6. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Paul de Mont: Het ge... 1926-04-03
    drama • (author) Lode Monteyne • schrijver • tafereelen • toeschouwer
  7. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Modernistische exper... 1938-11-30
    Michel De Ghelderode • dood • Images de la vie de saint François d'Assise • ghelderode • leven
  8. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
    drama • (author) Lode Monteyne • auteur • leven
  9. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Gaston Martens: "Het... 1926-04-11
    drama • (author) Lode Monteyne • auteur • leven
  10. ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Herman Teirlinck: "D... 1926
    (author) Lode Monteyne • dood • auteur • schrijver • leven