In den Koninkl. Ned. Schouwburg; "De halfbloed" door Frans Demers
Victor J. Brunclair, 1933-03-03
Source
Pan, 1933-03-03 pp. 5-6
Items that may be related to this text • More...
- ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Het realistisch toon... 1938-11-30
- ◼◼◻◻◻ Ernest W. Schmidt: Koloniaal Tooneel... 1935
- ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Fa... 1933-11-25
- ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-01-13
- ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ter nagedachtenis va... 1933-03-17
In den
"DE HALFBLOED"
In een door den heer
Laat ons uit zijn opwerping enkel
De klakkeloosheid van deze bewering laat ons werkelijk tureluursch. Inderdaad, Sonna vecht voor haar kind, maar waar liggen de drijfveeren ? Liggen zij enkel binnen de gewonde moederliefde, die het bloed van haar bloed verdedigt of spelen er ook andere motieven. Je moet blind zijn om niet te zien, dat het precies de « haat » tegen een blanke plaatsvervangster is die Sonna tot verzet drijft. Niet tegen een plaatsvervangster zonder meer, maar tegen een « blanke » plaatsvervangster. Het dubbele, in zijn uitingsvormen gelijkloopende konflikt omvat hier de moederliefde en den rassenhaat. Het verraadt juist de meesterhand van Fabricius, in dezen, dat hij een « Einzelfall» uit de individueele psychologie wist te verbreiden naar de rassentegenstelling Oost-West, waarvan dit geval een pregnant symbool wordt.
En laat ons even maar verwijlen bij dit ongespeelde stuk van
Wij kunnen
Wij zijn van oordeel dat, waar een stuk met zulk praedicaat wordt voorgebracht, er inderdaad mag worden verwacht, dat de schrijver aandacht zal verleenen aan de tropische gevoelswereld en dito atmosfeer. Is dit niet het geval, dan kan de ondertitel genoeglijk wegvallen. Schrijft b.v.
Het is vreemd te moeten vaststellen dat een man als
Ik wil me geen oordeel over Kongoleesche toestanden aanmatigen, want ik vertoefde nooit in het Evenaar gebied. Maar toch zeg ik : het feit dat
Neenee : zoo verstaan wij de zaak niet. Als een auteur werkelijk koloniale dramaturgie wil leveren, dan moet hij de verantwoordelijkheid van zulke onderneming niet ontduiken en zijn opdracht in alle volstrektheid algeheel nakomen. Geen stukken met uithangbordjes a.u.b., want zulk een procédé lijkt me al te naïef. De uitzonderlijke vlag mag geen banale lading dekken. De belofte moet worden ingelost. Een spel uit de tropen moet zijn een spel uit de tropen, en alle rond de potdraaierij is daarbij larie. Een auteur die marginaliën rond zijn werk brouwt, wekt den indruk dat hij zijn tekortkomingen beseft en wil vergoelijken.
Dat bouwen met het hart lijkt me een gewaagde architectuur. Het hart is een slechte geleider, begeestering en enthousiasme zijn slechte bouwmaterialen. Voeren rechtstreeks naar excessen en onvoldragenheid. Bezonkenheid alleen kan voor gedegen werk een waarborg zijn. Werk dat niet organisch geestelijk staat voltrokken, zondigt aan de bazis.
Allicht zal men ons voorwerpen, dat wij ons kritisch ontleedmes te opzettelijk aanscherpen. Wij doen het in
Het schrijven beschouwt hij, naar eigen uitlating, als zijn natuurlijke roeping. Dat malheur gebeurt ieder jongmensen rond den ouderdom van 16 jaar en we hebben in den litterairen kweektuin van dichter
Tot de Scheppingsgenade is alleen hij geroepen wiens leven geteekend staat door beproeving en wijsheid. Ik hoop hartsgrondig dat dit wonder over U vaardig worden zou, en U behoeden voor veelschrijverij en dit al te kinderlijk autogobisme, waarvan de al te lawaaierige reclame rond uw werk een uiting is.
De tragedie van den halfbloed nogmaals willen veraanschouwelijken, is voor
Het stille spel met dezen bril is heel het tafereel waard.
Nu krijgen we in II een babbeltje tusschen de vrouwen van Joubart en De Loo, en daar toont Deniers de zwakheden van zijn psychologische teekenkunst. Hij stelt de vrouwen over het algemeen in het licht eener slappe en semi-perverse erotiek. Het gebazel over Anna's blooten rug is daarvan een uiting.
Er verschijnen dan figuren die heusch monumenten zijn : Mandefu, de ontwikkelde neger, die de weldaden der blanke kultuur in den vorm van geestelijke begaafdheden mocht ervaren en die voor zijn onderdrukte landgenooten het sein van den opstand wil geven, waartoe hij Joubart den tusschenstaander (half neger, half blanke) noodig heeft. Verder nog Vergoot, een koloniaal, die van den blanke alleen de huidskleur heeft en van de inlanders alle ondeugden overnam. Deze verdierlijkte cynicus Vergoot vertelt over kolonisatie dan ook gedenkwaardige dingen. Nu legt
Samengu, de moeder, een morsig nikkervrouwtje, kan hem slechts afkeer inboezemen. Anna geeft haar een zoen om daarna in snikken los te breken. Samengu lacht kinderlijk verblijd en half onnoozel om Anna's liefdeblijk en Jean Joubart blijft stug terzij staan.
Nu nadert het konflikt zijn hoogtepunt. Joubart, de getrapte, wil craneeren. Hij begeeft zich naar een restaurant waar blanken komen. De patroon wijst hem de deur. Hier worden, naar ons inzicht, de feiten wel wat vervalscht. In Amerika kan men inderdaad nog lezen :
Toegang verboden voor honden en joden.
of « No colored people », maar onder den Evenaar achten wij zooiets uitgesloten. Joubart komt voor het gerecht, ironiseert en banvloekt daar de blanke beschaving en komt achter de tralies.
Jammer dat
In het slottafereel zien wij dan Joubart die de houding van een plaatselijken Ghandi heeft aangenomen. Een groote zwakheid is daarbij de veronderstelling waarin Demers ons laat, dat Joubart enkel uit persoonlijken wrok tegen Vergoot, den ploert die Anna wou geweld aandoen, naar de negeremancipatie overslaat. Andere zichtbare teekenen van zijn ommekeer heeft Demers ons niet gegeven. Vergoot wordt in de brousse afgemaakt en de tamtans geven door den tropennacht het sein tot de rebellie tegen de uitbuiters en de verdrukkers. Daarop valt het doek.
Als wij het stuk van
Een werkelijk dramatisch geldige oplossing van zijn onderwerp ware er slechts gekomen met de veraanschouwelijking van psychologische momenten waaruit Joubart's evolutie in tooneelmatige feitelijkheid zou zijn weergegeven geworden. Als « konkrete » gegevens, waardoor zijn overgang naar het negerdom wordt gemotiveerd, krijgen we enkel bij den aanvang van het stuk de ongehoorzaamheid en het verwijt van den ondergeschikte De Loo, die den afkeer van de blanken voor de mestiezen moet bewijzen en nog ergens in het stuk de opwerping van een inlander, dat hij wel door een blanke wil gerammeld worden maar niet door een halfbloed.
Men zal toegeven dat dit als aanleiding voor zoo'n geweldige evolutie bij Joubart eerder magertjes aandoet. De veruiterlijking van deze evolutie werd dus niet volgens de eischen der psychologische logica doorgedreven. Demers stelt ons telkens voor voldongen feiten, en dezer geleidelijke afwikkeling loopt niet met innerlijke overgangen evenwijdig. De eigenlijke handeling speelt zich niet af aan het voetlicht, maar achter de schermen. Tusschen het konkrete gebeuren en het spel der zielkundige elementen gaapt al te zeer een hiaat.
Waarin ligt de oorzaak van dit in gebreke blijven?
De litteratuur evenwel is van de allerbeste. Ik aarzel niet te zeggen dat sommige paginas van Multatuli er bij verbleeken. Maar met een litterairen bril krijgt men nog geen theaterkijk.
Bij vroeger werk (o.m. Eva) vergeleken, is deze « Halfbloed » van
Het mangelde de zes tafereelen van intense concentratie. Van bijkomstigheden te veel : o.m. het huiselijk geval met Anna, van essentie te weinig : bijv. de voelbare druk van de blanken op de inlanders, die wij enkel vernemen uit de op zichzelf inzake stijl zeer hoogstaande betoogen van Mandefu en Vergoot. Intake typeering haalt deze Vergoot het zelfs op de centraalfiguur, die, al te mat en te schimmig werd gehouden, spijts haar schier bestendige aanwezigheid op de planken.
De vertolking werd ons met een summum verdiensten geboden. Aan de spits R. Angenot, die met een magistrale soberheid deze centraalfiguur langs al haar gevoelsvlakken heeft belicht. Door den auteur eigenlijk verplicht als passief buitenstaander heel het gebeuren bij te wonen, wist hij waar hem daaraan even schaarsche deelachtigheid werd toegemeten, toch aangrijpend reliëf te geven aan zijn optreden. Het heftige slottafereel met Vergoot heeft hij meesterlijk gespeeld, en de verbitterde geslotenheid waarin hij omgord zat opengespleten tot wrange tragiek die hunkert naar verlossing.
Anna was voor J. Van Santvoort een rol vol mogelijkheden. Vooraf moeten wij vaststellen, dat die huismoederlijke figuur wel wat vloekte in het kader. Anna heeft Jean in Europa ontmoet en aldaar liefgekregen. De blanke vrouw die een mesties trouwt, kan onmogelijk de psychische structuur van deze Anna hebben. Anna was een sentimenteel, moeilijk uit den bakvisch ontborsteld vrouwtje. Wij hadden haar eerder gewenscht in het genre « superwoman », niet overgevoelig maar scherpschrander, een « femme du monde » kortom, die den kleurling om wille van zijn exotische charme huwt, zonder in het minst manziek te zijn. Nu kregen we een haast banaal huismoedertje, wier verzuchtingen en wier overgave de doorsnee-sentimentaliteit niet overschrijden. Haar offer voor Jean leek erg op keukenheroïsme, want nauwelijks zegt Jean, dat hij zijn betrekking kwijt is, of de bom barst en zij geeft lucht aan haar mistevredenheid.
J. Van Santvoort's prestatie getuigde van een zeer grondig begrip van den uit te beelden wezensinhoud. Te onthouden was haar tooneel met Vergoot, waar zij Jean met heftige slagvaardigheid verdedigt.
Zonde was het dat E. Koch zich voor dit onaanzienlijk eindje rol van Samengu in den schoensmeer moest zetten.
Het verloopen bleekgezicht Vergoot kreeg bij J. Gevers de juiste aksenten. Zijn schaamtelooze brutaliteit en zijn cynisme werden zeer suggestief weergegeven.
A. Van Thillo muntte uit door plastische zegging in de rol van den latenten oproerling Mandefu.
W. Cauwenberg stelde zijn De Loo met de noodige weerbarstigheid samen.
In II verscheen Nora Gevers als Mevr. De Loo. Zei haar rol nog stram. Wanneer wordt het ijzige debiet van deze zeer verdienstelijke kracht, die enkel training mist, warmer?
Ch. Janssens had met Mamba, den nikkerklerk een prettig eindje rol beet, ging bij de schrijfmachine te werk als een aapjeskoetsier.
Free Waeles was (Makabongo) een gemoedelijke en niet al te statige koning van de Kongo. Maar deze Indiaansche vredespijp was een overbodig requisiet.
De heeren W. Condés en L. Janssen volledigden het geheel.
De regie verried Ch. Gilhuys' meesterhand.
Milieuteekening was in orde, behalve daar waar werd toevlucht genomen tot Japansche waaiers.
De negerkraal in tropennacht, uit VI, muntte uit door belichting en vooral door zindelijkheid.
Heeft Ch. Gilhuys het negerdorp 1930 aan de Kielsche poort niet gezien ?
Het samenspel had vlotter mogen verloopen.
Het tempo was wel wat traag. .
Alles in Allem :
Nu houdt Mandefu ellenlange monologen in betoogtrant. Op de essentieelste tekortkomingen hebben wij hooger gewezen.
Het applaus benaderde den bijval der sensatiestukken.
Items that may be related to this text
- ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Het realistisch toon... 1938-11-30
demers • Dolle Hans • jean joubart • joubart • De tragedie van den halfbloed • Frans Demers • Eva • Johan Fabricius • jean • anna • vergoot - ◼◼◻◻◻ Ernest W. Schmidt: Koloniaal Tooneel... 1935
tropen • demers • Dolle Hans • Eva • halfbloed • De tragedie van den halfbloed • geest • jean joubart • Johan Fabricius • jean • A. de Geest • Frans Demers - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Fa... 1933-11-25
Victor J. Brunclair • Marcel Pagnol • (date-year) 1933 • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • Marius - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-01-13
Victor J. Brunclair • Een Zomerzotheid • (date-year) 1933 • Jan Oscar De Gruyter • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ter nagedachtenis va... 1933-03-17
Victor J. Brunclair • (date-year) 1933 • Jan Oscar De Gruyter • (date-month) 1933-03 • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederlandsche S... 1933-03-31
Victor J. Brunclair • (date-year) 1933 • (date-month) 1933-03 • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • werkelijk - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Ma... 1933-12-16
Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • Jan Oscar De Gruyter • (author) Victor J. Brunclair - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-03
Victor J. Brunclair • (date-month) 1933-03 • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S.: "Voor Zonson... 1933-03-18
(date-month) 1933-03 • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • Jan Oscar De Gruyter • (author) Victor J. Brunclair - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-05-26
Victor J. Brunclair • Een Zomerzotheid • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair