Jules Romains : "Knock, ou le triomphe de la médecine"

Willem Putman, 1924-05-05


Source

Willem Putman, Tooneel-groei (1921-1926): Indrukken over het na-oorlogsch tooneel-herleven in ons land. Brugge: Excelsior, 1927, pp. 137-143.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Jules Romains: "Knoc... 1926
  2. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: TOONEEL TE BRUSSEL I... 1923-04-28
  3. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Gogol : "Le Revizor"... 1926-02-13
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Henry Soumagne : "Ba... 1924-03-04
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Jules Delacre : Het ... 1925-06-01

Jules Romains : "Knock, ou le triomphe de la médecine."

Te Brussel gebeurt iets wonderlijks. Het stuk van Jules Romains, waarvan de première ook te Parijs zeer sympathiek onthaald werd, verscheen in den aanvang van Maart op het affiche van het Théâtre du Marais en staat er nog op. Het stuk gaat, zonder onderbreking, twee maanden lang voor eivolle zalen -- en dit dankt de heerDelacre aan den sensationeelen autorit van het eerste bedrijf.

Het bestuur van voormeld theater moest zich vooralsnog met een zeer lovende kritiek en een zeer slappe belangstelling vergenoegen en gaf dan ook, zonder ongeduldig te worden, meer dan eene vertooning voor halve zalen; zoo bijv. Martine, het lieve stukje van J. J. Bernard, dat nochtans in zoo uitstekende voorwaarden werd vertoond. Ook voor het blijspel van Soumagne kwam er weinig volk en het was overigens een gewoonte in dezen schouwburg, het programma aldus te ordenen, dat ongeveer elken dag iets anders werd gespeeld (zooals in den Muntschouwburg), zoodat de zeven spektakels van het seizoen, ieder op zijn beurt, gedurende een aantal opeenvolgende weken werden gegeven.

Knock bracht echter ineens zulke geestdrift naar deze sobere, paisibele schouwburgzaal, dat hierbij zelfs de tot dan toe gevolgde orde der spektakels gebroken lag, Knock deed alle voorgaande programma's in den grond zinken en triomfeerde over de geheele breedte der affiches, zooals hij, in het stuk, triomfeert over den a-medischen geestestoestand der bevolking van het kanton Saint-Maurice.

Daar zijn wondere onverklaarbare dingen : Knock kreeg burgerrecht. Elke Brusselaar moest Knock zien ; Delacre heeft het gedaan gekregen dat elke Brusselaar zich zedelijk verplicht voelde naar Knock te gaan kijken. Vóór Knock was het "Théâtre du Marais" een rustige maar bijna verlaten kunsttempel" zooals het stille gemoedelijke kanton onder de even gemoedelijke heerschappij van Parpalaid. Zooals Knock aan bedoeld kanton "le sens médical" geeft, gaf Jules Romains aan de Brusselaars zin voor goed tooneel maar den schitterenden uitslag dankt laatstgenoemde niet, zooals Knock, aan een voorafgaande "consultation gratuite", wel aan een autorit (het heele eerste bedrijf is namelijk een opwekkend reisje van de hoofdpersonages in een ouden, versleten, rammelende autowagen, die schommelt onder den last van opeengestapelde koffers, puft en kraakt, stilvalt en bij gelegenheid wordt open gelegd om dan steeds met meer lawaai den tocht verder te zetten, tot de ijverige chauffeur ten slotte zelf afstijgen moet en van achteraan duwende de curieuse machien op den bergtop omhoog helpt). Ook al geef ik graag toe, dat al zoo wel de geretrousseerde rok van "Ia dame en violet" als het ontbloote bovenlijf van den "deuxième gars" hun deel hebben in het succès, toch deed vooral deze autorit de zaal schaterlachen, want naast de sautire op de corporatie der geneesheeren en de door hen voorgeschreven gezondheidsleer ontwikkelt zich feitelijk in het eerste bedrijf, misschien zonder dat de auteur er schuld aan heeft, een tweede satire op de steeds aanwassende autobedrijvigheid, die ik een dezer dagen nog hoorde noemen : den ruimte-waanzin der hedendaagsche maatschappij.

Het onderwerp kan nagenoeg op de volgende wijze worden samengevat : De bejaarde dokter Parpalaid verkoopt aan den jongeren Knock een kliënteel zonder de Minste waarde. Totnogtoe bekommerde het kanton Saint-Maurice zich weinig om zijn geneesheer, en Parpalaid heeft daarbij even onverschillig zijn dagen gesleten en veraangenaamd in de stemmige biljart-zaal van het "Hotel de la Clef". Gevolg : eene zeer onbelangrijke medische bedrijvigheid. Die brave lui loopen niet bij den dokter om ziek te worden, en als ze ziek zijn gaan ze zelfs, zonder 's dokters hulp, dood. De waarde van dezen werkkring is dus natuurlijk : nul. Zoo gauw echter Knock het bewind in handen neemt, verandert het uitzicht der dingen. Zijn methode is : de gezonde lui te overtuigen, dat ze ziek zijn -- "tous les gens bien portants sont des malades qui s'ignorent !" -- en aldus het heele kanton te brengen tot een medisch leven. Met een weinig psychologie, veel handigheid en een volstrekte autoriteit, die zijn optreden kenschetst, gelukt dit hem uitstekend. En niet alleen betaalt het kanton met speciën en dankbaarheid, het schenkt den dokter, die als een god der medicijnen het hem toegedeelde perceel beheerscht en desnoods de heele menschheid zou willen te bed neerstrekken, roem en vereering. Na drie maanden komt Parpalaid zijn rekening met Knock vereffenen en vindt zijn geliefkoosd, stemmig "Hotel de la Clef" herschapen in niets minder dan een modern "Medical-Hotel", waar hij ternauwernood nog logies krijgt. Parpalaid is over de dingen die hij verneemt in zulkdanige maat verbluft, dat hij zelf, op één woord van Knock, twijfelt aan zijn eigen gezondheidstoestand, met ontstelden blik om medische behandeling verzoekt, en aldus plaats neemt in de rij der 250 zieken, -- "die allen op dokslag negen hun temperatuur nemen" en wier algehele bestaan door het genie van Knock geleid wordt. Dit stukje van Jules Romains is natuurlijk niet de eerste parodie op de medici ; feitelijk zijn de dokters sinds vele eeuwen een zeer gegoûteerd voorwerp geweest voor den spotlust van het publiek. Waarom ? In een zijner "lettres sur les spectacles" wijdt Robert Sand dit aan "un sentiment obscur de vengeance contre ces corps dont Ie commun des mortels subit par moments l'inévitable tyrannie" en noemt dan onder deze corporatiën : de geneesheeren, de militairen, de ambtenaren en de rechtsgeleerden. Wie het Vlaamsch tooneel kent, zal hier meer in het bijzonder bepalen : de sjampetters, de gardevils, de burgemeesters-brouwers, de godvruchtige oude jonge dochters en de kosters. Waar Sand het heeft over "inévitable tyrannie", is zijn meening wel juist. Welk mensch met medischen twijfel voelt niet die volslagen ondergeschiktheid, waarbij hij om zoo te zeggen geheel zijn eigen persoonlijkheid aflegt, wanneer hij zijn pols omkneld voelt door een bedreven doktershand, het ondoordringbaar gelaat gadeslaat van den medicus, die kucht, mompelt, op een briefje enkele woorden neerkrabbelt, die de behandelde nooit begrijpt, en hem dan ten slotte zijn gezondheids-toestand op zulke wijze uitlegt, dat de patiënt de innige overtuiging meedraagt, dat de dokter er "meer van weet" dan hij eigenlijk wil of durft zeggen, ook al gebeurt het dat de dokter er heelemaal niets van weet maar dan steeds zijn prestige redt door een voorname superieure geheimzinnigheid, waarvoor de patiënt zonder meer het hoofd buigt. Het is deze geheimzinnigheid, die het ons moeilijk maakt, aan een dokter onze algeheele dankbaarheid te betuigen, ook al verdient hij deze soms ten volle. Met een dokter redeneeren wij niet. Een dokter antwoordt ons wat hij wil. Een dokter heeft tegenover ons de misprijzende meerderwaardigheid van een "agent du fisc", waartegen wij in ons meest hopeloos verzet niet op kunnen en daaraan onder meer is het te wijten, dat wij, schouwburgbezoekers, in de ontspannen de omarming van een orkestzetel, een zoete wraak vinden bij een bijtende parodie op deze corporatie van de hoogste "weldoeners der menschheid", aan wier behandeling niemand ontkomt. Molière heeft ons op dat gebied werk gegeven, waarvan het typische zoo diep-menschelijk is, dat nog steeds een comedie als L'amour médecin, waarmee het "Théatre du Marais" voorgaande jaar een zoo geestdriftig succes oogstte, tot het genietbaarste behoort, dat twintigste-eeuwschen toeschouwers kan worden aangeboden. De verdienste van Romains in zijn opzet van dit blijspel is, dat hij er in geslaagd is, de Molière-parodie te verjongen en in den geest onzer eeuw te plaatsen door het geval van den in het nauw gebrachten patiënt te veralgemeenen en uit te breiden tot eene medisch behandelde en dus handig gefopte collectiviteit -- en hiertoe vond hij gelegenheid in het meer sociale karakter der moderne geneeskunde, de hygiène, waar het nu niet zoo-zeer meer te doen is om individueele ziektegevallen te heelen dan wel om de gemeenschap in medische behandeling te nemen en haar een hygienisch leven op te dringen. Knock zegt ergens : het komt er niet op aan, in de eerste plaats de ziekten te genezen, dan wel de ziekten te voorkomen. Dus zijn álle menschen tot medische behandeling geschikt. De kring van patiënten breidt zich uit over geheel de menschheid.

Dit onderwerp was voor Romains een rijke gelegenheid tot geestige kwikslagen en grappige verwikkelingen; hij heeft er ruim gebruik van gemaakt. De dialoog is een vuurwerk, dat geen oogenblik stil valt; sprankelende genster op genster houdt het interesse in spanning en voedt den glimlach op onze lippen, tot het derde bedrijf ons een "slotnummer" geeft -- "bouquet" van het vuurwerk --, waarbij de charge tot haar toppunt is gedreven, en Knock in volle majesteit zich openbaart als een "docteur magnifique" van even grootsche "envergure" als de Cocu van Crommelynck. Veel meer dan in Romains' vorig stuk Trouhadec, saisi par la débauche is deze geestigheid hier ondergeschikt aan de eischen van het voetlicht, en zeker

heeft de laatste comedie van Romains meer tooneelkwaliteiten dan bedoelde Trouhadec. En nog gaat bij een vertooning, veel van de geraffineerde geestigheid des dialoogs verloren -- en dit is voorzeker te wijten aan een onbeperkte overvloedigheid, waarbij de verbluffende handigheid van Romains zich niet de noodige begrenzingen stelt en het woord overheen de handeling laat fladderen in een pittoreske maar niet steeds gemeten vlucht. Molière blijft ook hiervoor een eeuwig exempel.

Delacre (Knock) en Florencie (Parpalaid) zijn twee echte komiekers en vonden ieder in deze klucht de gelegenheid dit schitterend te bewijzen. Het heele spel, van den autorit af, overheen de consultatiën, tot de slot-scène in het "Medical-hotel" was in een zeer... clownesken toon gehouden. Delacre's autoriteit schaatste in witten kiel op vervaarlijke wijze rond; de ontpopping van zijn medisch genie ging crescendo; hier en daar schoot hij er zelfs, op gelukkige wijze, zijn bekende soberheid bij in, wijl Florencie thans integendeel zijn Parpalaid-figuur omhulde in een fijne intrigeerende bescheidenheid (zoo zijn fluistergesprek met den chauffeur om de machien in beweging te brengen -- zoo vooral zijn waardige toon tegenover Knock, wanneer hij dezen ten slotte inlichtingen vraagt over diens... eventueele scrupules). Met elke rol geeft Florencie een verrassende creatie -- hij zal op die manier al maar door bewijzen, dat niets buiten zijn kleurig en veelzijdig talent ligt. Zijn eigen hygienische twijfel was dan ook een culminatiepunt.

Bij het tweede bedrijf, dat der consultatiën, moet aangeteekend, dat, ook al bedoelt de auteur ons hier de inzet te geven van Knock's duel met de collectiviteit der "malades qui s'ignorent", deze opeenvolgende leuke tooneeltjes, ondanks het kleurige spel, tot een zekere eentonigheid leidden, die de belangstelling op den duur verminderde, temeer daar wij vroeger op het tooneel reeds dikwijls dergelijke rangschikking van koddige tafreeltjes te genieten kregen in de wachtzaal van een station, bij den tandarts, bij den photograaf, en het tragisch equivalent daarvan in de gehoorzaal van den önderzoeksrechter.

De omkleeding was vol smaak ; dit maal was vooral het eerste bedrijf door zorgen omringd. Zooals reeds gezeid ging de twee-maanden-lange belangstelling van het Brusselsche publiek naar den autorit; dat wist Delacre zoo goed, dat hij, na enkele vertooningen, speciale gekleurde affiches liet uithangen, waarop niet de medicijn maar de auto triomfeerde. Het ritje was dan ook een spiritueele vondst. Hoewel de toeschouwer bij voorbaat door een bericht op een plankje verwittigd was, dat het de bedoeling was, de illusie van het auto-rijden niet te geven -- toch werden de noodige trucs hiertoe met brio gebruikt, maar zij werden dan ook als trucs voorgesteld, zonder camouflage. Het panorama-fonddoek: zonk langzaam naar beneden en de auto snorde den berg af onder vervaarlijk getoet, wijl kiekens, koeien en bomen, langs beide zijden van de beruchte machine voorbijrolden op wielkens.

Deze auto-geschiedenis zal dan vooral dezen goeden uitslag hebben bewerkt, dat het Brusselsche publiek op deze wijze een artistiek hoogstaande tooneel-onderneming, waarover in het buitenland steeds met zooveel lof gewaagd wordt, van naderbij heeft leeren kennen. Nu blijft echter nog de vraag bestaan, of een volgend stuk "zonder auto" deze belangstelling niet zal zien verzwakken.

De gustibus...

Ieder publiek, en dan voorzeker in de eerste plaats het publiek van onze hoofdstad, heeft overklaarbare luimen. Een schouwburgdirectie staat altijd voor verrassingen, en vooral in deze sfeeren is hij een wijze vader, "who knows his own child".

5.5.24.

(1) Voor de bespreking van "Martine", zie verder het hoofdstuk : "De Stilte op het Tooneel".


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Lode Monteyne: Jules Romains: "Knoc... 1926
    jules romains • Jules Romains • Knock ou le Triomphe de la médecine • M. • romains • jules • Monsieur le Trouhadec saisi par la débauche • knock • Théâtre du Marais, Brussel
  2. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: TOONEEL TE BRUSSEL I... 1923-04-28
    jules romains • Jules Romains • Théâtre du Marais, Brussel • M. • romains • jules • Monsieur le Trouhadec saisi par la débauche • Jules Delacre
  3. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Gogol : "Le Revizor"... 1926-02-13
    jules romains • Jules Romains • Knock ou le Triomphe de la médecine • Henry Soumagne • Jules Delacre • (author) Willem Putman
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Henry Soumagne : "Ba... 1924-03-04
    Ferdinand Crommelynck • Théâtre du Marais, Brussel • Henry Soumagne • Jules Delacre • (date-year) 1924 • (author) Willem Putman
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Jules Delacre : Het ... 1925-06-01
    Jules Romains • Knock ou le Triomphe de la médecine • Jules Delacre • M. • jules • J.J. Bernard • Théâtre du Marais, Brussel • (author) Willem Putman
  6. ◼◻◻◻◻ Karel Van de Woestijne: TOONEEL TE BRUSSEL I... 1923-04-30
    jules romains • Jules Romains • Théâtre du Marais, Brussel • M. • bedrijf • Jules Delacre
  7. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Raymond Rouleau : De... 1926-03-15
    Jules Delacre • publiek • Théâtre du Marais, Brussel • (author) Willem Putman
  8. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Fernand Crommelynck ... 1925-02-21
    J.J. Bernard • Le cocu magnifique • Ferdinand Crommelynck • (author) Willem Putman
  9. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Goldoni : "La Locand... 1926-03-13
    Jules Delacre • M. • Théâtre du Marais, Brussel • (author) Willem Putman
  10. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Claude-Roger Marx : ... 1924-11-30
    bedrijf • (date-year) 1924 • Ferdinand Crommelynck • (author) Willem Putman