Felix Timmermans en Edward Veterman : "En waar de ster bleef stille staan..." in het "Théâtre du Marais"

Willem Putman, 1925-09-27


Source

Willem Putman, Tooneel-groei (1921-1926): Indrukken over het na-oorlogsch tooneel-herleven in ons land. Brugge: Excelsior, 1927, pp. 44-47.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◼◼ Karel Van de Woestijne: TOONEEL TE BRUSSEL... 1925-09-27
  2. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: Michel De Ghelderode... 1925-12-20
  3. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
  4. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: August Strindberg : ... 1925-01-03
  5. ◼◼◻◻◻ Q.: "En waar de ster..."... 1930-02-24

Felix Timmermans en Edward Veterman : "En waar de ster bleef stille staan..." in het "Théâtre du Marais".

Het gezelschap van Johan De Meester jr., waarvan het secretariaat thans wordt waargenomen door Jan Boon, heeft zijn tweede speelseizoen ingezet met dit Kerstspel van Timmermans en Veterman, dat in Nederland met veel bijval werd gecreëerd.

Het zal u niet verwonderen, lezer, als ik hier begin met te zeggen wat ik in het foyer te allen kante rond mijn ooren vernam : "Waar de Sterre bleef stille staan..." is geen tooneelstuk. Sommigen voegden daar zelfs bij : gelukkiglijk -- en diegenen dan, die willen geestig zijn, beweerden dat het natuurlijk geen tooneelstuk is vermits het op het repertoire van het "Volkstooneel" staat.

Ik ga niet heelemaal akkoord met de aldus bewoorde beoordeeling van "Waar de ster...". Het jongste werk van Timmermans en Veterman is wel een tooneelstuk -- maar het is een tooneelstuk in één bedrijf.

Het eerste Kertsnachtverhaal is bewogen door een schoon volgehouden climax en langs een geleidelijk verinnerlijkende lijn komen wij van de drieste jeneverscène in het kroegje van Polien tot het stemmige tooneel rondom den foorwagen, bij de wonderbare verschijning der Heilige Familie. Het publiek doet dien heelen tocht mee. Na uitbundig te hebben gelachen bij de vele smakelijke zetten der eerste tooneelen, ondergaat het dan rondom den foorwagen een huivering die het nauwelijks begrijpt, zooals ook de drie koningen-drinkebroers niet begrijpen hoe zij er zoo ineens toe komen om weg te schenken al hetgene waarnaar zij reeds zoo lang hunkeren en dat zij nu eindelijk bezitten. Daar is op dat oogenblik werkelijk intense ontroering. Maar al dadelijk na dezen prachtigen inzet verslapt de belangstelling. Daar is geen stuk meer -- en dat kan de meest briljante regie niet goedmaken.

Trouwens, ook de belangstelling om de folkloristische kleur die op het werk ligt moet noodzakelijk verzwakken. Het interesse dat wij voelen voor de gesprekken van Pitje Vogel, Schrobberbeek en Suskewiet lijkt wel eenigszins op de belangstelling, waarmee wij, rustig zittende in een herberg, de doening nagaan van drie binnentredende zatlappen, die rake mopjes vertellen en den boel dreigen kort en klein te slaan. Dat boeit wel een tijdje lang -- maar op den duur gaat dat den meest inschikkelijken toehoorder vervelen. Wel, van het oogenblik af dat de geestige zetten van Timmermans ons niet meer kunnen boeien -- is dan gansch het heil der vertooning te zoeken in de guitige sprongen der regie. Zij was uitstekend, die regie -- maar ze kon niet de twee laatste bedrijven redden, ook al schonk ze ons onder meer in de scène van Pitje Vogel met de zwarte Madam, een der beste tooneelen die het Volkstooneel vertoonde. De dood van Suskewiet bijv. is van wege de auteurs 'n onherstelbare vergissing; ik bedoel de uitwerking. Bij elk gestameld woord van dien heeschen sukkel zakte de barometer in de zaal. De auteurs hebben waarschijnlijk gemeend te dezer gelegenheid de gevoelige snaar te raken. Daar was geen quaestie van.

Over den derden Kerstnacht zou er niets te zeggen vallen, was daar niet de heerlijke bekoring van de wandelende Onze Lieve Vrouwtjes. Het verschijnen van het kruisbeeld lijkt dan eenigszins een aanhangsel, en we kunnen dat moeilijk situeeren in een Kerstspel. De voornaamste fout echter van het stuk is dat de diverse tafereeltjes zoo veelvuldig zijn en niet stevig genoeg onderling verbonden. We konden reeds meer die opmerkingen aangaande opvoeringen van het "Volkstooneel" maken : dat gedurig dichtvallen van het gordijn is geen factor ten goede. En wat helpt het een heel stuk in één décor te spelen, als je dan toch voortdurend onderbreken moet en stilhouden ? Bij 'n gewone vertooning zien we dan ten minste na elk "rideau" een ander décor. Hier moeten wij ons meestal afvragen waarom de handeling onderbroken werd. Dit alles ontneemt natuurlijk niet de waarde die ieder tafereel heeft op zich zelf. Het zijn heusch leuke schilderijtjes, die voor ons oog worden opgehangen, levende illustratie's van Timmermans' verhaal, bovendien zoovele attesten van fijn spel en knappe regie, wondere printjes welke wij elk afzonderlijk toejuichen -- om dan de zaal te verlaten met het gevoel dat ons bitter weinig geboden werd, en dat we ons des ondanks toch kostelijk hebben geamuzeerd.

Het is klaar dat wij in dit geval veel danken aan Johan De Meester jr., voor wien deze vertooning een groot persoonlijk succes is geweest. Daar waren menschen in de zaal, die geen woord Vlaamsch verstonden, en die geen oogenblik ophielden geboeid te zijn door de verrassende vondsten van regie en mise en scène. Zij waren de geestdriftigsten -- bij zooverre dat wij hieruit afleiden kunnen dat het in deze vertooning wenschelijk, was geen woord te verstaan. Tot zulke paradoxale conclusiën geeft een moderne première aanleiding. Trouwens, zien wij niet langs om meer in de huidige ontwikkeling der tooneelkunst de regie thans naar voren treden ? Bij zulke stukken als "Waar de ster..." lijkt het bijna of de regisseur de werkelijke auteur is. En wij kunnen haast zeggen, dat na Cor van der Lugt Melsert nu ook Johan De Meester jr. een Kerstspel heeft gecreëerd, waarbij hij zich dan toevallig van denzelfden tekst bediende. Vooral een vergelijking ware dan interessant, maar uit deze vaststelling moet dan blijken, hoe gering de tooneel-waarde van zulk werk op zichzelf is.

De vertooning, hoe interessant zij ook moge genoemd, bood ons in elk geval niet de verrassing, waarop wij min of meer rekenden. Zij was een handig voorbereid en prettig opgediend mengsel van wat wij reeds zagen in Marieken van Nijmegen en De Gecroonde Leersse, en ik moet zeggen, dat geen oogenblik de indruk, die ons van genoemde vertooningen is overgebleven, werd geëvenaard,

Het specifiek Vlaamsch karakter van dit spel ligt vooral in het samengaan van jolige vroolijkheid met innige mystiek -- zooals wij dat nagaan kunnen tot op dezen dag in de Vlaamsche bedevaarten, die steeds te zelfder tijd kermissen zijn. Bij een "ommegang" in Vlaanderen draait de schetterende paardjesmolen nabij de stille kerk en het volk komt, zonder eenigen overgang, uit de geheimzinnige atmosfeer van knetterende kaarsen rondom vereerde heiligenbeelden in den jenever-en zweetreuk van tjokvolle danszalen. Zoo is er in dit stuk van Timmermans en Veterman het folkloristische element naast het religieuze; de regie kan hier onderlijnen naar willekeur en het "Vlaamsche Volkstooneel" laat geen gelegenheid voorbij gaan om met breed gebaar Vlaamsche uitbundigheid uit te stallen, zoekt vooral een eigen nationalen stijl te bereiken in de fel gekleurde weergeving daarvan -- heeft derhalve andermaal hier tot procédé tot in zijn meest gedurfde consequenties toegepast, ook al werd dan door deze methode soms het innerlijke van het spel geschaad.

Er werd dialect gesproken -- met het logische gevolg, dat wij een mengsel kregen van Antwerpsch, Liersch, Gentsch -- net als bij de vertolking van, een stuk van Gaston Martens. Dat is natuurlijk noodlottig voor de eenheid van een vertolking, maar anderzijds zet het oneindig veel meer kleur bij. En kleur is, zooals gezeid, van het "Volkstooneel" niet het minste betrachten.

27-9-25.

Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◼◼ Karel Van de Woestijne: TOONEEL TE BRUSSEL... 1925-09-27
    En waar de sterre bleef stille staan • Edward Veterman • Marieke van Nijmegen • De gecroonde leersse • Felix Timmermans • (date-year) 1925 • (date-month) 1925-09 • timmermans • pitje vogel • Vlaamsch Volkstooneel • Cor van der Lugt Melsert • Gaston Martens • Johan De Meester jr. • meester jr • Théâtre du Marais, Brussel • volkstooneel
  2. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: Michel De Ghelderode... 1925-12-20
    De gecroonde leersse • Gaston Martens • vertooning • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • meester jr • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  3. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
    De gecroonde leersse • (date-year) 1925 • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • Théâtre du Marais, Brussel • (author) Willem Putman
  4. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: August Strindberg : ... 1925-01-03
    Marieke van Nijmegen • (date-year) 1925 • James Barrie • Vlaamsch Volkstooneel • regie • Johan De Meester jr. • meester jr • Théâtre du Marais, Brussel • volkstooneel • (author) Willem Putman
  5. ◼◼◻◻◻ Q.: "En waar de ster..."... 1930-02-24
    En waar de sterre bleef stille staan • Edward Veterman • Felix Timmermans • timmermans • Vlaamsch Volkstooneel • veterman • Johan De Meester jr. • volkstooneel
  6. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Michiel De Swaen :"D... 1925-02-21
    Johan De Meester jr. • Vlaamsch Volkstooneel • (date-year) 1925 • De gecroonde leersse • (author) Willem Putman
  7. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Piet Langendijk : "D... 1926-07-15
    De gecroonde leersse • vertooning • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • volkstooneel • (author) Willem Putman
  8. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Tooneel in België: ... 1924-08-25
    En waar de sterre bleef stille staan • Marieke van Nijmegen • Felix Timmermans • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • Théâtre du Marais, Brussel • volkstooneel • (author) Willem Putman
  9. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Calderon's "Schouwto... 1925-05-16
    Johan De Meester jr. • Vlaamsch Volkstooneel • (date-year) 1925 • De gecroonde leersse • (author) Willem Putman
  10. ◼◼◻◻◻ Anon.: Een théâtre d'avan... 1925-05-12
    De gecroonde leersse • Théâtre du Marais, Brussel • vertooning • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • (date-year) 1925