Michel De Ghelderode en Jef Vervaecke : "Van den dood die bijna stierf..." in "De Nieuwe Spieghel"

Willem Putman, 1925-12-20


Source

Willem Putman, Tooneel-groei (1921-1926): Indrukken over het na-oorlogsch tooneel-herleven in ons land. Brugge: Excelsior, 1927, pp. 52-56.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: Felix Timmermans en ... 1925-09-27
  2. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: Michiel De Swaen :"D... 1925-02-21
  3. ◼◼◼◻◻ Anon.: Een théâtre d'avan... 1925-05-12
  4. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
  5. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Calderon's "Schouwto... 1925-05-16

Michel De Ghelderode en Jef Vervaecke: "Van den dood die bijna stierf..."in "De Nieuwe Spieghel".

Dit nieuwe stukje is : een Brusselsch poesjenellen-spel, opgeraapt in de Hoogstraat en voor het tooneel verwerkt "in vijf schuifkens en een proloog". Het Volkstooneel gaf deze vertooning als "kluchtig intermezzo". Laat ik maar dadelijk zeggen, dat dit de eenige benaming is, waaronder dit spektakel min of meer kan gered worden. Daarmee is namelijk alle literaire pretentie der auteurs afgelegd (zoo hoop ik toch) en ook de regisseur heeft gemeend zich zelf onkwetsbaar te moeten maken door zich te verstoppen achter volgende zinnetjes, die wij op het programma te lezen krijgen : "Pas op; wie vecht vliegt buiten ! Stilans onder de komedie ! Geen smoutpeeren uitdeelen aan onze acteurs! Verboden te werpen met appelen en slechte centen !" De regisseur is nochtans de eenige onder de schuldigen in dit spektakel, die geen excuses noodig heeft. Hij heeft door een paar leuke vondsten op het stukje den stempel des "Volkstooneels" gedrukt en ons een paar maal, vooral bij den aanvang, de illusie gegeven, dat wij iets aardigs te zien kregen. Maar ditmaal toch is de regie in haar strijd tegen den tekst definitief bezweken, welke nederlaag ons bijna een aanleiding tot vreugde is; want dit intermezzo moet aan Johan De Meester jr. toch iets geleerd hebben. In zulk geval wijzigen wij dan het adjectief "kluchtig" door "nuttig" en kijken uit naar de gelukkige gevolgen, die kunnen voortvloeien uit deze vergissing.

Maar laat ik eerst het onderwerp vertellen.

Beter nog dan de titel der verwerking, die denken doet aan Ghéon, gaf de titel van het poesjenellenspel zelf : De dood op wandel den juisten inhoud van het spel. Niet het feit, dat de dood "bijna stierf" schijnt mij van belang -- wel de omstandigheid, dat de dood 'n wandelingetje doet met 'n filosoof en 'n drinkebroer; wandeling die ontaardt in een drinkpartijtje, waarbij de dood minder dan gelijk welke levende blijkt bestand te zijn tegen den bedwelmenden invloed van het Vlaamsche bier. Bij de eventualiteit van den dood des doods staat de geheele wereld onderste boven, maar in het laatste "schuifje" blijkt al gauw, dat deze dood des doods slechts een gewoon dronkemansroesje was -- en Pietje verschijnt opnieuw, meer dan ooit te voren met moorddadige inzichten bezield en er ten slotte van onder trekkend met de vrouw van den filosoof, een soort Xanthippe, die haar einde inderdaad verdient na de onverkwikkelijke dingen, die wij uit haar mond mochten hooren. Gevolg hiervan : opgewonden vroolijkheid van den filosoof, die de waarde zijner gade zeer juist schijnt te schatten -- maar de lach verdwijnt al gauw van diens gelaat en mede van het gelaat zijns vriends, den drinkebroer, wanneer ze opnieuw Pietje den dood aan 't venster bemerken en vooral wanneer ze het bedreigende woord vernemen : "Heden zij, morgen... gij". De filosoof vraagt angstig aan den drinkebroer : "Ik... of gij?" en de jolige drinkgezel antwoordt, wijzende op geheel het publiek : "Wij !"

Het is, zooals de auteurs zeggen, een poesjesnellen-spel. Dit was te verwerken. Daar was inderdaad op dat gegeven iets te maken. Maar dat is niet gebeurd. Er ontbreekt in deze bewerking-voor-het-tooneel een stuk. Aanleiding is er nochtans te over, bijvoorbeeld in de thans idioot lijkende kroegscène, waar uit het gegeven iets groeien kon, dat dan werkelijk de envergure kreeg van een groteske moderne klucht. Met een beetje fantasie konden wij ons zelfs voorstellen, dat al die personages, die den dood komen halen uit zijn leutig drinkbedrijf en van wie wij nu slechts de koppen te zien kregen (zooals in 'n poesjesnellenspel), dat generaal, apotheker, notaris, geneesheer, kistenmaker, koster, klokkenluider, grafmaker als zoovele groteske figuren zouden uitgebeeld worden, een interview zouden vragen aan Pietje den dood, die vergeet te werken -- wat eindigen kon in een gigantische vechtpartij, waarin Pietje dan "bijna sterven zou" tot groote ontsteltenis van al degenen, die van den dood leven. Maar, ik zeg u, daar komt allemaal niets van, zooals ook niet de diepere grondgedachte, die in dit gegeven ligt, in het stuk de noodige uitwerking vond. Alleen het programma leert ons, "dat de man met de zeis verschijnt als de onafwendbare wreede Ernst, in wiens werkelijkheid er meer wijsheid ligt dan op den bodem der kan van den zatlap en dan in de folianten van den filosoof" --"maar dit groeit niet uit het stuk, doordat de auteurs niet uit de anecdote zijn losgekomen. En men zal toch niet van ons eischen, hoop ik, dat wij aan een anecdote van zulk gehalte belangstelling schenken. Zooals de tooneelbewerking van Van den dood die bijna stierf nu is, kan ze voortreffelijk gespeeld worden in zaaltjes op den buiten door vroolijke drinkebroers voor een landsch publiek -- in zulke milieu's namelijk, waar er werkelijk "met appelen en slechte centen gegooid wordt". Het stuk is een aanwinst voor dat répertoire; het is niet op zijn plaats op het speelplan des Volkstooneels.

En men kome ons niet zeggen : het is gewild in het poesjenellen-genre gehouden, dus een soort curiosum. Want dan antwoorden wij : "Speel dan niet een tooneelbewerking maar de oorspronkelijke klucht en speel ze met poesjenellen. Het publiek van de première's in "De nieuwe Spieghel" komt daar niet naar toe met de bedoeling, te zien wat gewoonlijk in een poesjenellenkelder vertoond wordt. De menschen, die dat willen (ook zij die dat willen uit dilettantisme), gaan naar den poesjenellenkelder zelf, en gooien er desnoods met appelen en centen, Hier was daar werkelijk geen reden toe -- want men kon er nauwelijks om lachen -- omdat wat kluchtig is in een poesjenellenkelder in een schouwburgzaal gaat vervelend lijken, dom en onsmakelijk. Onwillekeurig vergeleken wij met De gecroonde Leersse ; ook daar is het anecdootje vrij banaal, maar wij worden geboeid door het rhytme van een rijken sappigen tekst, die hier totaal ontbreekt -- en zelfs Gaston Martens weet dan ten minste zijn dorpshistorietjes zoo op te kleuren, dat ook daar telkens een verbale waarde voorhanden is, waarop dan de regie het gebouw zetten kan van hare pittoreske vondsten. In onderhavig geval hingen die vondsten te flapperen in de lucht, waren als zoovele anecdootjes gevoegd bij de anecdote van het stuk, konden niet een bouwsel worden.

Ik zei : misschien kan dit intermezzo Johan De Meester jr. nuttig zijn. Hij laat zich veelal bij de keuze van zijn stukken verleiden door de gelegenheid, die hij er in ziet tot pittoreske mise-en-scène. Ook hier heeft hij gewild, iets leuks, iets clownesks te maken -- maar de tekst sleept aan zijn beenen. Dat is niet door handigheid goed te maken. De tekst zal steeds een belangrijke factor blijven in de kunstwaarde van een tooneelprestatie en wij kunnen niet beter doen dan bij de vertooning van "Van den dood..." (het is trouwens om die reden, dat ik er belang aan geef) volgende woorden van Jules Delacre aan De Meester ter overwinning aan te bieden. Hij were "tout! ce qui peut paraître tolérable à la scène et devient sottise à la lecture, tout ce qui ne révèle qu'une recette ayant fait ses preuves par la vente, une habilité -- parfois remarquable d'ailleurs -- de fabrication". Ook hier is er "recette", juist in het gewild-onhandige. Maar wat hier het geval erger maakt, is, dat in een volksch raam naar bouw en uitdrukking een tekst is geplaatst, die overgenomen schijnt uit de meest slordig geschreven stukjes van Van Peene.

Bij de vertooning zijn de tekortkomingen van het stuk duidelijk gebleken. Zij was trouwens nog al slordig, de vertooning. Geen der spelers kende zijn rol. Ieder fantazeerde er duchtig op los (bij poozen werd het bijna een parodie op een... parodie) en dat vertraagde vaak het tempo. Enkele tooneeltjes werden nochtans met brio gespeeld en ook het slot maakte indruk, zoodat het publiek dan toch maar hartelijk heeft toegejuicht; het "Volkstooneel" heeft nu eens even onbegrensde sympathie -- en ten slotte blijft dit nog te waardeeren van den avond : ieder kostuum was een parel van schilderachtigheid en humor.

20-12-25.

Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: Felix Timmermans en ... 1925-09-27
    De gecroonde leersse • Gaston Martens • vertooning • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • meester jr • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  2. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: Michiel De Swaen :"D... 1925-02-21
    De gecroonde leersse • De Nieuwe Spieghel • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  3. ◼◼◼◻◻ Anon.: Een théâtre d'avan... 1925-05-12
    De gecroonde leersse • Jules Delacre • vertooning • De Nieuwe Spieghel • Vlaamsch Volkstooneel • (date-year) 1925 • Johan De Meester jr. • gegeven
  4. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: Tchapek : "R.U.R."... 1925-05-12
    De gecroonde leersse • De Nieuwe Spieghel • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  5. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Calderon's "Schouwto... 1925-05-16
    De gecroonde leersse • De Nieuwe Spieghel • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • (date-year) 1925 • (author) Willem Putman
  6. ◼◼◻◻◻ Karel Van de Woestijne: TOONEEL TE BRUSSEL... 1925-09-27
    De gecroonde leersse • tekst • Gaston Martens • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • meester jr • (date-year) 1925
  7. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: August Strindberg : ... 1925-01-03
    meester jr • (date-year) 1925 • De Nieuwe Spieghel • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • publiek • Jules Delacre • (author) Willem Putman
  8. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Johan De Meester jr... 1929-07-07
    meester jr • Henri Ghéon • tekst • vertooning • Vlaamsch Volkstooneel • Johan De Meester jr. • publiek • (author) Willem Putman
  9. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Helmuth Unger : "De ... 1924-12-06
    De Nieuwe Spieghel • Johan De Meester jr. • dood • (author) Willem Putman
  10. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Piet Langendijk : "D... 1926-07-15
    Johan De Meester jr. • Vlaamsch Volkstooneel • (author) Willem Putman • De gecroonde leersse • vertooning