Molière: "De ingebeelde ziekte"
Lode Monteyne, 1926
Source
Lode Monteyne, Kritische Bijdragen over tooneel. Antwerpen: Ruquoy, Delagarde en Van Uffelen, 1926, pp. 247-258.
Items that may be related to this text • More...
- ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
- ◼◻◻◻◻ A. Props: Over Molière... 1922-02
- ◼◻◻◻◻ Lodewijk Dosfel: Molière, bij zijn d... 1922-03
- ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: P.C. Hooft: Hooft's ... 1926
- ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Jules Romains: "Knoc... 1926
DE INGEBEELDE ZIEKTE.
Toen Lodewijk XIV, de Zonnekoning, die in 1672 geoorloogd had in Holland, te Versailles teruggekeerd was, had hij behoefte aan ontspanning voor zijn door krijgs- en staatszorgen vermoeiden geest. Het was
* * *
Niet een louter toeval is het, dat
Al lange jaren laboreerde hij aan een chronische bronchitis, die zijn zwak gestel ondermijnde en, voor een deel althans, ook een gevolg was van zijn bewogen jeugd en zijn intens sexueel leven. In den Herfst van 1672 toen hij aan zijn stuk werkte, bleek des schrijvers gezondheid wankeler dan ooit. Geschokt was ze geworden door het sterven van het zoontje, dat de nog jeugdige Armande Béjart hem geschonken had op 15 September 1672. Ook Madeleine Béjart, de moeder van Armande (?), die zijn zaken administreerde en een echte zuster was geworden voor den dichter na zijn beminde te zijn geweest, was in Februari 1672 overleden. Hij zelf dacht aan sterven. Misschien vroeg de vijftigjarige zich af of zijn hartstochtelijke geliefde doch jonge vrouw -- Armande met wie hij in 1662 trouwde, was amper 27 jaar -- hem betreuren en of zijn dochterken Esprit-Madeleine zijn heengaan beweenen zou... Hebben deze en soortgelijke makabere overwegingen wellicht aanleiding gegeven tot het schrijven van het tooneel, waarin Argan -- de ingebeelde ziekte -- na in zijn testament al zijn bezittingen aan zijn tweede vrouw Beline te hebben vermaakt -- zich, op voorstel der snuggere meid Toinette, voor dood laat doorgaan ?
Lanson zegt wel :
« L'oeuvre de
Onpersoonlijk ?... Schier in elk zijner werken kan gewezen worden op brokken, die hij lillend uit zijn eigen hart rukte, op personen, die zijn ervaringen -- zijn leven was rijk aan ondervindingen op allerlei gebied - vertolken. Slechts wie intens leefde en veel leed, groeit tot een groot kunstenaar.
De eerste ontgoochelingen in zijn huiselijk leven doen hem « L'école des femmes » (1662) schrijven. In Georges Dandin, den bedrogen echtgenoot, bespot
Andere voorbeelden liggen voor het grijpen. De dokters heeft
In 1668 verklaart hij voor 't eerst den oorlog aan de geleerde faculteit in « L'Amour médecin» nadat hij in « Don Juan ou le Festin de Pièrre » de geneesheeren reeds even gehekeld had. In « Le médecin malgré lui » zet hij den krijg voort. Ook in gedeelten van « l'Amphitrion» en « Monsieur de Pourceaugnac ». Doch het zerpst lijkt zijn spot in « Le malade imaginaire» dat zijn zwanenzang werd.
Wat kan
Grimaret schrijft de humeurigheid van
In de vijf practizijns uit « l'Amour médecin » erkende men de bekende hofgeneesheeren van dien tijd. En door wat zij deden en vertelden werd de belachelijke zijde van de medische wetenschap der XVIIe eeuw in een grel dag licht geplaatst.
Misschien heeft deze heele historie, welke het ontstaan van « l'Amour médecin » verklaart, enkel maar de waarde eener min of meer pikante anecdote. De weerzin voor de geneesheeren en hun kunst wortelde dieper. In zijn jeugd had
« Sire, wij redekavelen samen. Hij schrijft me geneesmiddelen voor, die ik niet neem en ik genees ».
Die Mauvillain, welke reeds tweemaal uitgesloten werd door de geleerde faculteit, bracht
Die kwakzalverij hinderde
Na « l'Amour médecin », waarvan een Nederlandsche bewerking door
Eigenlijk was dit blijspel de bewerking in drie bedrijven van een klucht, door zijn gezelschap vroeger tijdens zijn omzwervingen door Frankrijk en ook later te Parijs reeds ten tooneele gebracht onder de titels : « Le Pagotier» of « Le Médecin par force ». In dit stuk komt het beroemde tooneel voor der raadpleging met het bekende « voila pourquoi votre fille est muette » van Sganarelle.
Enkele jaren later schept
* * *
« Il y a -- aldus
De verwikkeling is in « Le malade imaginaire », zooals in vele spelen van
In « De ingebeelde Zieke » valt de volle klaarte op Argan. Zijn broer Béralde is een raisonneur lijk
Heel ter snee merkt
-- Argan beeldt zich in, dat hij ziek is en voert al de voorschriften der geneesheeren stipt uit. Zonder deze hebbelijkheid zou hij een goed vader zijn. Nu is hij een werktuig in de handen zijner in veinzen behendige tweede vrouw, die tuk is op zijn goederen en Angélique, de oudste dochter van haar man, liefst in een klooster zag gaan. De dokters en de apothekers overbluffen Argan door hun geleerdheid en hij is hun slachtoffer. Argan maakt een testament ten voordeele der listige Beline. Hij wil zijn dochter Angélique, die Cleante bemint, doen trouwen met den jongen Dr Thomas Diafoirus -- om een geneesheer in zijn familie en ten zijnen dienste te hebben. Zoo ze weerstaat moet ze naar een klooster. Béralde wil Argan bewijzen hoe de artsenijkunde een der grootste dwaasheden van het menschdom is.
Wijl Argan het verzuimde een voorgeschreven lavement te nemen, laat Dr Purgon hem aan zijn lot over. Dan verkleedt Toinette zich als geneesheer en geeft heur meester raad. Dit parodieeren eener geneeskundige raadpleging is een der grappigste deelen uit het stuk.
Toinette raadt heur meester aan zich dood te houden om te weten hoe hij zou betreurd worden. Nu komt Beline's hebzucht aan den dag en blijkt het hoe teer Angélique heur vader lieft. Argan laat nu zijn dochter met Cleante trouwen. Doch deze moet dan dokter worden. Béralde stelt voor, dat Argan, die door ondervinding zeer bedreven zijn moet in de artsenijkunde, zelf den graad van geneesheer verwerven zal. Dan begint de burleske ceremonie, waarin de promotie van een dokter -- hier Argan -- gevierd wordt. Het was bij Mme de la Sablière, na een souper, waaraan deelnamen: Boileau, la Fontaine en Ninon de Lenclos, dat dit kluchtige slot van het blijspel opgevat en uitgewerkt werd.
* * *
In zijn gesprek met Argan zegt de wijze en evenwichtige « Béralde » -- door wiens mond
« Bien loin de la tenir véritable, je la trouve, entre nous, une des plus grande folies qui soit parmi les hommes, et, à regarder les choses en philosophe je ne vois rien de ridicule qu'un homme qui se veut mêler d'en guérir un autre ».
En later verwijst Béralde zijn broer naar
Wanneer Beline bij haar schijn-dooden man staat, schetst ze «Argan» met de volgende drastische termen:
«Un homme inconnu à tout le monde, malpropre, dégoûtant, sans cesse un lavement ou une médecine dans le ventre, mouchant, toussant, crachant toujours, sans esprit, ennuyeux, de mauvaise humeur, fatiguant sans cesse les gens, et grondant jour et nuit servantes et valets ».
Toinette beweerde vroeger spottend over hem :
« Hij gaat, slaapt, eet en drinkt, net als de anderen wat hem niet belet zeer ziek te zijn ! »
In « Le Mercure de France » heeft de geneesheer Etienne Levrat geschreven over « Le cas du malade imaginaire ». En deze geleerde aarzelt niet Argan wel voor ziek te houden.
« Argan est un intoxiqué alimentaire, un entérocolité, un dyshépatique. Cette dyshépatie entérique chronique des arthritiques et des nerveux aboutit parfois à de graves désordres nerveux et fait de ses victimes des obsédés de leur ventre. N'est-ce pas là le cas d'Argan ? »
Dr Levrat's ziektebeschrijving doorspekt met wetenschappelijke termen zou
Lijders lijk Argan moeten er vele geweest zijn in de XVIIe eeuw toen zoo algemeen aan tafelgenot werd geofferd !
Hoe moet het personage van Argan nu opgevat worden? Als een heusche zieke : een « nervosé intestinal » of als een « ingebeelde kranke ? »
Coquelin Cadet heeft over de uitbeelding der rol getwist met Francisque Sarcey... Voor Coquelin is Argan een « uiterst komische rol », precies lijk De Vrek. De groote acteur verwijst den eminenten criticus naar het portret dat Beline van Argan maalt en hij voegt erbij...
« Hij is onverdraaglijk. Hij roept, hij loopt, hij woelt in zijn zetel, hij is norsch, opvliegend, kerngezond als de ingebeelde zieke. Hij lijdt niet aan neurasthenie... o, neen... Hij eet goed, drinkt flink, slaapt vast: slaapmiddelen behoeft hij niet. Hij wordt door een gedacht beheerscht: de ziekte ; en hij wordt de speelpop dezer ziekte !... De ingebeelde zieke is een prachtig karakter-blijspel, dat soms de klucht nabijkomt. »
Sarcey, die terloops zegt dat « Le malade imaginaire » geen « question de cabinets » is, houdt Argan voor een hypochonder, waaraan
« Savez-vous, mon cher Cadet, que le « Malade imaginaire », c'est la comédie la plus rosse que l'on ait jamais écrite ! »
Ook waarschuwt Sarcey tegen het misbruiken van uiterlijke middelen als hoesten, spuwen, enz., waardoor de figuur van Argan te kluchtig wordt en buiten de lijst der comédie valt.
Over « Toinette » schrijft Sarcey, die eerbied had voor de traditie, nagenoeg het volgende : Toinette is niet spiritueel, wel vroolijk. Zij bezit een goed humeur, gezond verstand en fantasie. Zij dient als « repoussoir » voor Argan, die triest is, zwartgallig, humeurig. Deze tegenstelling werkt komisch. Het zijn de toestanden, die de gezegden van Toinette spiritueel en grappig maken. Zij-zelf denkt er niet aan om geestig te zijn. Zij is vroolijk 'lijk God haar schiep.
Wat later merkt Sarcey heel juist op:
« C'est la situation qui est comique, c'est
En deze beschouwing in acht nemend zal menig acteur eenvoudig, natuurlijk spel verkiezen boven een zoeken naar geforceerde effecten. Toinette moet joviaal blijven en tevens leuk als een kwajongen, nl. wanneer ze op het denkbeeld komt zich als geneesheer te vermommen. Ze doet dit vooral wijl ze er zelf behagen in vindt. Dan wordt het tooneel der raadpleging éénig van komische kracht. Het is, men denke eraan, een grapje van de levenslustige, vrijpostige meid !
Sarcey vertelt hoe dat tooneel, waarin de snullige « Thomas Diafoirus» optreedt, in de Comédie Francaise op uiterst kluchtige wijze in zijn tijd werd gespeeld. Thomas krijgt van Toinette den hoogen kinderstoel der kleine Louison. Terwijl de oude Diafoirus den lof maakt van zijn zoon, wordt deze door Toinette geplaagd en gesard. Ze trekt aan zijn haar, maakt grimassen. En Thomas is beurtelings bang en boos. Hij heft den elleboog op om zich te verdedigen, of grijnst lijk een booze kater. Dit laatste effect nu werd door Sarcey volkomen afgekeurd wijl de toon der comédie erbij te loor gaat en het lachen van het publiek de zeer eigenaardige tirade van vader Diafoirus onverstaanbaar maakt. Beter is het, dat Toinette zich onderwijl inspant om te begrijpen wat er gezegd wordt en de oratie van den ouden dokter mee te leven, waarvan een expressieve mimiek kan blijk geven.
Sarcey waarschuwt ook de actrice, die « Angelique » -- een ernstige en tamelijk banale rol -- speelt, niet in het tragische te vervallen in het tooneel van Argan's geveinsden dood, opdat de eenheid van indruk, dien het stuk maken moet op den toeschouwer, niet zou verbroken worden...
* * *
Uit zekere tirades van « Le Malade imaginaire » blijkt hoe
Op Vrijdag 17 Februari 1673, vóór de vierde opvoering van « De ingebeelde Zieke », voelde
Om te besluiten ontleenen we nog deze samenvattende waardeering van den grooten dichter aan het boek, dat
« Het werk van
« De ingebeelde Zieke », is een greep uit het volle leven en juist daarom een spiegel, ook voor latere geslachten.
Items that may be related to this text
- ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
L'Avare • leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • M. • (date-month) 1926-00 • l'Imposteur ou le Tartuffe • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ A. Props: Over Molière... 1922-02
l'Amour médecin • L'Avare • leven • molière • M. • ingebeelde zieke • Le Malade imaginaire • l'Imposteur ou le Tartuffe - ◼◻◻◻◻ Lodewijk Dosfel: Molière, bij zijn d... 1922-03
l'Amour médecin • Le médecin malgré lui • molière • M. • malade imaginaire • Le Malade imaginaire • l'Ecole des femmes • l'Imposteur ou le Tartuffe • L'Avare - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: P.C. Hooft: Hooft's ... 1926
molière • (author) Lode Monteyne • M. • (date-month) 1926-00 • William Shakespeare • Le Malade imaginaire • L'Avare • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Jules Romains: "Knoc... 1926
Le médecin malgré lui • (author) Lode Monteyne • M. • (date-month) 1926-00 • malade imaginaire • Le Malade imaginaire • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Het Nieuwe Volkstoon... 1930-12
ingebeelde zieke • zieke • M. • ingebeelde • Le Malade imaginaire - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Karen Bramson, "Tijg... 1926
(author) Lode Monteyne • vrouw • (date-month) 1926-00 • leven • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Willem Puteman: "De ... 1926
leven • (author) Lode Monteyne • vrouw • dokter • (date-month) 1926-00 • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Ernest W. Schmidt: "... 1926
leven • (author) Lode Monteyne • M. • (date-month) 1926-00 • l'Imposteur ou le Tartuffe • (date-year) 1926 - ◼◻◻◻◻ Lode Monteyne: Tolstoj: "Het levend... 1926
(author) Lode Monteyne • vrouw • (date-month) 1926-00 • leven • (date-year) 1926