De Lucifer van Johan De Meester

Willem Putman, 1937


Source

Willem Putman, Tooneeldagboek (1928-1938). Antwerpen: Globus-uitgaven, 1938, pp. 169-173.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: De Lucifer van Joris... 1937
  2. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: "Hamlet"... 1927-10-10
  3. ◼◼◼◻◻ Anon.: "Adam in ballingscha... 1928-10-05
  4. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: Molière's "Nieuwbak... 1927-07-21
  5. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: Piet Langendijk : "D... 1926-07-15

VONDEL EN VERSCHAEVE

DRIE ASPECTEN VAN "LUCIFER".

De «LUCIFER» van JOHAN DE MEESTER Jr.

Ongetwijfeld een der glanspunten uit de geschiedenis van het Vlaamsche Volkstooneel. Ik heb er reeds van gewaagd in het beknopte nawoord, waarmee mijn boek «TOONEEL-GROEI» is besloten. De Vondel-herdenking bracht ons einde 1937 een paar belangrijke Vondel-vertooningen, en deden als van zelf de vertooning van Johan De Meester opnieuw in ons geheugen herleven. Het is deze vertooning -- laat ik er aan herinneren -- die indertijd zekeren ophef maakte op het internationaal Tooneelcongres te Parijs.

...Op het programma konden we lezen : Bestaat er een richting voor het vers en een andere voor het spel, die zijn natuurlijk samen te verzoenen ; al luisterend naar Vondel's zuivere klanken, beschouwen wij zijn zalige tooneelen en beleven zijn wondere lessen». Naar zulke verzoening tusschen vers en spel ging De Meester's streven. Het kwam er immers op aan Vondel te «spelen» -- en dus een dramatisch gedicht om te zetten in een fel bewogen spel, zonder aan de schoonheid van het Vondeliaansche vers een noodlottigen kreuk te geven. Op dat gevaar was trouwens hier reeds onze aandacht .' gevestigd naar aanleiding van De Gruyter's realistische interpretatie van «JOZEF IN DOTHAN». Aan dat gevaar is Johan De Meester niet overal even goed ontsnapt. Er zijn in «Lucifer» gedeelten waar er bezwaarlijk van spel kan sprake zijn, en waar een vertooning zich noodzakelijk beperken moet tot «voordragen». Als dan in zulke gedeelten de zegging der spelers te kort schoot en ons niet die kristalheldere zuiverheid bood die wij berechtigd zijn te verwachten (want in het felle schokkende zeggen van den tekst poogde dan De Meester het rhythme van de ontbrekende dramatische actie te verplaatsen) moesten hieruit de enkele schaduwzijden ontstaan, die echter zoo schaars den luister dezer opvoering ontsierden, dat het misdadig zou zijn ze te onderlijnen. In het décor kregen wij een tweede realisatie van de bij de opvoering van «Tijl» gehuldigde principes. Geen kleuren meer. Geen symbolische aanduidingen. Volumen. Een houten staketsel, met drie verschillende speelplannen, naar beneden leidende langs verschillende nogal gecompliceerde trappen. Daaronder een zwart doek. De ruimte.

In dit strenge kader de fel gerhythmeerde gang van het spel, de bijwijlen haast gezongen kadans der verzen, onder een prachtig geslaagde belichting, die technisch uitstekend werd uitgevoerd. Belzebub staat, groene gestalte, in een groenen lichtstraal, hoog op het centrale plan. Naast hem Belial, dragende een wonder masker, waarin wij een kat en een ram kunnen herkennen. Aan iedere hand hangen twee enorme zwarte vingers, en met bewegingen als van het snijden eener gigantische schaar onderlijnt Belial het gesproken woord. Op het fond-doek werpt de projectie twee reusachtige schaduwen, die mede-spelen. Gedurende het heele verloop van het drama ontwikkelt zich zoo een tweede spel van schaduwen in den donkeren achtergrond. Hierdoor schijnen de dramatis-personae iets reusachtigs te worden -- en dit gelukkige procédé helpt er niet weinig aan mede om dit grootsche spel te zetten in den luister, die er bij past. Staf Bruggen speelt Belzebub. Hij is gehuld in een wrange tragiek; de opkomende afgunst kronkelt door zijn ledematen. Als Appolion (Renaat Verheyen, die opduikt uit een opening van het proscenium) met iets dartels in zijn stem de weelde vertelt van het aardsch paradijs, klinken dan Belzebub's vragen angstig, diep-doorvoeld, als de donkere teekenen van den strijd, die geboren wordt.

«Wat dunckt u van dat paer, dat ghij beneden zaeght ?»

En Appolion «zingt» zijn antwoord, waarrond hij de arabesken legt van zijn overdadige gebaren.

«Wat dunckt u van zijn ribbe, en lieve gemalin ?»

...En daar daagt nu de engel Gabriël op, en staat weldra in den gulden luister der reien. Judith Van Gelder laat kristal-helder de «zuivere klanken» van Vondel « Wie is het, die zoo hoogh gezeten Zoo diep in 't grondelooze licht» neerdalen over ons, zelf traagjes neerstappend langs de witte trap, wijl hoog op den donkeren fond een gouden klaarte zich langzaam uitbreidt en ten slotte het heele tooneel omvat. De hier begeleidende muziek schijnt vooral een aanduiding van het rhythme. Bij poozen trilt een zangerige vedel geheel alleen... en het lijkt of de stem van den engel, alzoo tot zuiveren klank gecristalliseerd, vervolgt en uitsterft. Deze muziek helpt vooral mede tot het bereiken eener volstrekt unanieme dictie, als de drie engelenstemmen samenslaan.

Het was zeer mooi, de ingetogen na-klank van elk bedrijf, alle geluiden verzoet, alle bewegingen verstild, strak en sereen als het onbeweegbare vergulde gelaat der engelen, die in korte witte rokjes er uit zagen als processie-maagdekens, simpel en vol devotie.

Eerst het tweede bedrijf bracht ons den polsslag van het spel. Na den «Belzebub» van Staf Bruggen, de «Lucifer» van

Johan De Meester Jr. Het openschuivende doek brengt ons een revelatie. Nooit zagen wij hier, bij onze veelvuldige scenische experimenten, een tooneelbeeld als dit. De zaal schrok er van. Een hortende, schokkende muziek schijnt op te stijgen uit het ondermaansche. Hoog op het houten verhoog staat de slanke gestalte van den stede-houder, en zijn schaduw vervult de «grondelooze» ruimte. In zijn linker hand houdt hij de roode teugels van den zonnewagen. Deze roode linten zijn vastgemaakt aan het «manteau d'arlequin». In zijn rechter hand omknelt Lucifer een zweep, en de slag er van klinkt snijdend en scherp, als een orchestrale waarde in de muziek...

« Ghy snelle Geesten, houdt nu stant met onzen wagen.»

De roode teugels gaan met een zwaai de lucht in ; de muziek valt stil. Als voorstelling van de Luciferfiguur is dit beeld eenig. En veelvuldig volgen nu nog de mooie tafereelen, welke allemaal te vertellen mij niet mogelijk is. En geen oogen-blik verzwakt het felle rhythme waarlangs het spel zich beweegt. De muzikale adaptatie blijft herleid tot rhythmische aanduiding. Het is of dit spel voortdurend gezongen wordt. Karel Albert, de componist, slaat de maat. Alleen in de reyen wil hij intensifieeren. Elders beperkt hij zich soms tot tromgeroffel zonder meer, dat een paar keer hinderlijk is, vooral dan in de scène der Luciferisten, in den aanvang van III, met de trage herhaling van het akelig geklaag :

«Helaes, helaes, helaes, waer is ons heil gevaren !»

Het hoogtepunt van de vertooning was -- zooals het hoort -- het einde van het derde bedrijf. Hier trouwens, in de scène van Lucifer's angstig twijfelen vóór de daad (hét dramatische moment van het stuk) smolten tekst en spel samen tot de zuiverste harmonie. Johan De Meester Jr. heeft dit tooneel meesterlijk gespeeld -- en crescendo ging dan de spanning van het publiek tot de stedehouder zijn vaandel grijpt (een gouden ster op een blauwen hemel) en in een prachtig kleurenspel zijn troon bestijgt, schuddend zijn weelderigen haarbos, en dragende op zijn gelaat de vermoeide verwaandheid van dengene, die heerschen wil, heelemaal zijnde de stoute en overheerlijke realisatie van wat Vondel in zijn «Berecht» citeert:

«zijnde, in de weelde van Gods Paradijs, bekleed met allerhande kostelijke steenen, sardis, en topazen, en jaspis, en chrizoliten, en onix en beril, safier, en karbonkel, en smaragden ; goud was uw sieraad. Op den dag uwer schepping waren uwe schalmeien vaardig. Gij breiddet u uit, gelijk een beschaduwende cherubyn, en ik zette u op Gods berg. Gij wandeldet midden onder de blakende steenen...»

En de stoet van Lucifer daalt traag het proscenium af en verzwindt in lage regionen.

Ik wees reeds op het feit dat het laatste bedrijf minder goed tot zijn recht kwam -- wat dan vooral te wijten is aan den jongen schildknaap Michaël, die niet opgewassen bleek voor zijn taak. Zijn verhaal van den engelen-slag was eentonig. Ook het heele tempo leek hierdoor vertraagd. Maar van desillusie kan hier niettemin geen spraak zijn. Het publiek verliet den schouwburg geheel onder den indruk van deze grootsche vertooning, waarvan sommige tooneelen schitterende glanspunten zijn in het oeuvre van Johan De Meester Jr. In zijn interpretatie is dit drama, dat een der schoonste parels is in Nederland's literaire kroon, zóó naar ons toegebracht dat het zeker het groote publiek bereiken en boeien moet.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: De Lucifer van Joris... 1937
    vertooning • (date-month) 1937-00 • (date-year) 1937 • Lucifer • lucifer • Johan De Meester jr. • Joost van den Vondel • (author) Willem Putman
  2. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: "Hamlet"... 1927-10-10
    Lucifer • Karel Albert • Vlaamsch Volkstooneel • meester • Johan De Meester jr. • Joost van den Vondel • (author) Willem Putman
  3. ◼◼◼◻◻ Anon.: "Adam in ballingscha... 1928-10-05
    Vlaamsch Volkstooneel • vondel • Staf Bruggen • Karel Albert • Lucifer • lucifer • bedrijf • Johan De Meester jr. • Joost van den Vondel
  4. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: Molière's "Nieuwbak... 1927-07-21
    Vlaamsch Volkstooneel • muziek • Karel Albert • spel • Lucifer • Johan De Meester jr. • Joost van den Vondel • (author) Willem Putman
  5. ◼◼◼◻◻ Willem Putman: Piet Langendijk : "D... 1926-07-15
    staf bruggen • vertooning • spel • Vlaamsch Volkstooneel • meester • Tijl • Johan De Meester jr. • (author) Willem Putman
  6. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Johan De Meester jr... 1929-07-07
    meester jr • Renaat Verheyen • Staf Bruggen • vertooning • jr • Vlaamsch Volkstooneel • meester • Johan De Meester jr. • johan • staf bruggen • (author) Willem Putman
  7. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Alph. Laudy : "De Pa... 1926-03-24
    Cyriel Verschaeve • Vlaamsch Volkstooneel • Jan Oscar De Gruyter • Tijl • Johan De Meester jr. • Jozef in Dothan • (author) Willem Putman
  8. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Marieken van Nijmege... 1924-10-04
    muziek • Karel Albert • spel • Vlaamsch Volkstooneel • meester • Jan Oscar De Gruyter • Johan De Meester jr. • meester jr • (author) Willem Putman
  9. ◼◼◻◻◻ Jan Boon: Argument bij Barraba... 1931-10-01
    Renaat Verheyen • Staf Bruggen • Karel Albert • Vlaamsch Volkstooneel • meester • Johan De Meester jr. • meester jr
  10. ◼◼◻◻◻ Willem Putman: Als meisjes Vondel s... 1937
    (date-year) 1937 • Cyriel Verschaeve • Lucifer • (author) Willem Putman • (date-month) 1937-00