Advanced Search found 28 item(s) featuring "Henri Ghéon"
1928 Cyriel Verschaeve: Twee legendespelen (Lode Monteyne)
- . . . Herman van Overbeke heeft gewrocht, van «Marietje's Hemelvaart» (uit den cyclus» «Marietje Hemelsoet») door Willem Putman , van enkele door Ghéon geïnspireerde stukjes van Edward Amter , van «Christoffel» en «De zonderlinge Gast» door Anton van de Velde , van «Fra Angelico» door . . .
1923-04-08 Wie is Henri Gheon? (Anon.)
- . . . HET KONGRES VOOR KATHOLIEK TOONEEL TE GENT - WIE IS HENRI GHEON ? Heden Zondag 8 April om 5 uur wordt dit kongres in St. Lievensgesticht te Gent geopend. Samen met Z.E.Heer Dr Kan. . . .
- . . . St. Lievensgesticht te Gent geopend. Samen met Z.E.Heer Dr Kan. De Baets, vicaris-generaal van 't bisdom Gent, treedt als spreker op de heer Henri Ghéon . Hij zal handelen over : "Le Théatre de Patronage". Henri Ghéon is de deknaam van Henri Vangeon . In 1901 . . .
- . . . van 't bisdom Gent, treedt als spreker op de heer Henri Ghéon . Hij zal handelen over : "Le Théatre de Patronage". Henri Ghéon is de deknaam van Henri Vangeon . In 1901 trad Ghéon als spreker op te Brussel. Onder de jonge Fransche . . .
- . . . zal handelen over : "Le Théatre de Patronage". Henri Ghéon is de deknaam van Henri Vangeon . In 1901 trad Ghéon als spreker op te Brussel. Onder de jonge Fransche schrijvers werd hij reeds opgemerkt onder de jonge vooruitstrevenden door zijn dichtstukken en later door . . .
- . . . schonk ons daarna in "Le Correspondant" een reeks prachtige brieven van zijn bekeerden vriend commandant Dupouey, gesneuveld aan den IJzer. Toen eerst ontdekte Henri Ginéon volledig zijn weg: het christelijk tooneel, "La farce du pendu dépendu", werd bij de eerste opvoering reeds als het beste tooneelstuk van het . . .
- . . . lui";"Du dit de l'homme qui aurait vu St. Nicolas";"Saint Maurice ou l' obéissance";"La bergère au pays des loups". In het Katholiek Jaarboek schreef Ghéon een belangrijk artikel over het katholiek patronaattooneel. En nog steeds groeien nieuwe tooneelstukken. Ghéon volgt de richting der moraliteiten. In Vlaanderen hebben . . .
- . . . des loups". In het Katholiek Jaarboek schreef Ghéon een belangrijk artikel over het katholiek patronaattooneel. En nog steeds groeien nieuwe tooneelstukken. Ghéon volgt de richting der moraliteiten. In Vlaanderen hebben wij prachtige christelijke tooneelwerken zien ontstaan in de laatste jaren, meest nochtans bijbelspelen. De moraliteit met . . .
1934-01-30 Opvoering van "Jezabel", door de Katholieke Gilde te Esschen (M.S.)
- . . . kon? En of wellicht, in die lijn van de caricatuur, de vrouwenrollen niet sterker door de mannen gespeeld zouden worden zooals ook telkens Ghéon doet voor z'n leuke stukken? Ik meen dat alsdan ook de tragische ondergrond van het slot sterker als contrast zou gewerkt hebben. Ondertusschen goed . . .
1924-08-25 Tooneel in België: Het vernieuwde "Vlaamsche Volkstooneel" (Willem Putman)
- . . . deze avonden-reeks, waarin niet slechts tooneel-vertooningon maar ook concerten en voordrachten zullen begrepen zijn. Zoo wordt gewaagd over spreekbeurten van Maritain , Ghéon , Felix Timmermans , Frederik van Eeden , L. J. M. Feber en Ellen Russe . . . .
1934-06-03 Het mysterie der mis (Anon.)
- . . . "Het mysterie der mis" door Calderon de la Barca , bewerkt door Henri Gheon Kan het "drama" bij uitstek, de Mis, wel voor het voetlicht gebracht worden? De groote Spaansche tooneeldichter Calderon de la . . .
- . . . Verleden jaar gaf Anton Van de Velde ons een bewerking van Calderon 's spel, die geweldigen bijval oogstte in het H. Graf te Turnhout. Thans heeft h. Ghéon - geen onbekende bij ons - het thema van Calderon hernomen en een . . .
- . . . ons een bewerking van Calderon 's spel, die geweldigen bijval oogstte in het H. Graf te Turnhout. Thans heeft h. Ghéon - geen onbekende bij ons - het thema van Calderon hernomen en een nieuw spel opgebouwd op gansch persoonlijke wijze. Groot en . . .
- . . . toeschouwers innig met elkaar verbindt bij middel van spreek- en zangkoren. Om dat kontakt te bekomen - het doel van echte tooneelkunst- gebruikt Ghéon procédés tot nog toe ongekend in ons land. En terwijl het drama wordt afgerold, gelijk in die kerkboeken welke wij kind zijnde gebruikten, zeggen . . .
1927-03-08 Te Lokeren: "O.L.Vrouw in de Doornkens" van Henri Ghéon en Felix Timmermans (J.B.)
- . . . Te Lokeren: "O.L.Vrouw in de Doornkens" van Henri Ghéon en Felix Timmermans De vertooning van "O.L.Vrouw in de Doornkens" die zoo juist werd gegeven in het Gildenhuis . . .
- . . . De voorstelling herinnerde mij aan de heerlijke vertooning van het spel der vroede en dwaze Maagden, die ik verleden Zomer zag in het H. Graf te Turnhout. Ook daar was geen tooneel-routine, geen stilkunde, maar intuïtief bereiken van zooveel zuivere tooneelmiddelen en door liefde en vlijt schoongeworden uitbeelding. . . .
- . . . van middelen, gedwongen aanpassing van kleine ruimte en gedwongen soberheid in het aanwenden van illustratieve effecten, schenken ons de hevigste en bewonderenswaardigste uitkomsten. Henri Ghéon heeft dit mirakelspel kadeau gedaan aan Vlaanderen: het zal noch gepubliceerd, noch gespeeld worden in 't Fransch. Hij schreef het frische spel op . . .
1938-11-30 Het motief der passie (Willem Putman)
- . . . tragedie van het passie-gebeuren, waarvan dit spel nochtans een «voorspel» wil zijn, tamelijk ver te zoeken... Van hooger bedied was het spel van Henri GHEON , «LE MYSTERE DE L'INVENTION DE LA CROIX», dat we vertoond zagen in een tuin te Tancrémont in Wallonië. In dit stuk zagen we . . .
- . . . dat door de Compagnie des Quinze ooit is verwezenlijkt, in «Le Viol de Lucrèce» bijvoorbeeld. Ik moet erkennen dat de tekst van Ghéon hier ook bijzonder suggestief is, maar ge moet hem hooren zeggen door deze kunstenaars, die alle conventie schijnen te hebben afgelegd en die waarlijk . . .
1924-01-29 Het eerste expressionistisch tooneel in Vlaanderen (Paul Kenis)
- . . . eere strekt; dit is een datum voor de verdere ontwikkeling van ons Vlaamsch tooneel. Begin Februari wordt te Gent het Sint Bernardus-spel van Henri Ghéon opgevoerd, onder leiding van Herman van Overbeke , eveneens met dekors en kostumen van Karel Maes . Met de grootste belangstelling . . .
1927-04-21 "Het diepe leven van Sint-Franciskus" te Aalst (J.M.)
- . . . dilettante, een compositie en nuanceering van tooneel en licht, een zegging, die steunen moet op geestelijken gevoelsontwikkeling. ...Franciskus uitbeelden, zooals de Heilige door Ghéon werd voorgesteld, vergt een acteur, die diep gevoelt de geleidelijke klimming der ziele van den zoon van Assisie naar de vereenzelviging van den Poverello . . .
1925-01-27 Henri Ghéon : "Duimpje" door de Kindergroep van de Katholieke Tooneelgilde, te Lokeren (Willem Putman)
- . . . Henri Ghéon : "Duimpje" door de Kindergroep van de Katholieke Tooneelgilde , te Lokeren. Zooals bij het te Gent gecreëerde Sint Bernardusspel, kunnen wij . . .
- . . . Lokeren. Zooals bij het te Gent gecreëerde Sint Bernardusspel, kunnen wij hier andermaal de curieuze vaststelling doen, dat dit jongste werk van Henri Ghéon het eerst wordt vertoond in Nederlandsche vertaling, nog vóór het in het Fransch op de planken kwam. Een zelfde verschijnsel deed zich voor . . .
- . . . zelfde verschijnsel deed zich voor te Leuven, waar ook voor een paar weken een "werkelijke première" werd gegeven van een splinternieuw stuk van Ghéon -- het leven van een of anderen heilige --, zoodat het er ten slotte bijna gaat uitzien, alsof Ghéon een Vlaamsch tooneelschrijver . . .
- . . . stuk van Ghéon -- het leven van een of anderen heilige --, zoodat het er ten slotte bijna gaat uitzien, alsof Ghéon een Vlaamsch tooneelschrijver ware, althans voor het Vlaamsche publiek een groote voorliefde heeft : of is het mogelijk, dat hij zijn stukken in Frankrijk . . .
- . . . gemakkelijk gespeeld krijgt als hier ? Het Vlaamsch publiek mag dit genre goed lijden en zonder twijfel komt deze ietwat overdadige import van Ghéon onze tooneelkunst ten goede, want het tooneel van Ghéon vervangt alhier de meest onsmakelijke patronagekunst, bracht dus ook in die bescheiden tooneelzalen . . .
- . . . genre goed lijden en zonder twijfel komt deze ietwat overdadige import van Ghéon onze tooneelkunst ten goede, want het tooneel van Ghéon vervangt alhier de meest onsmakelijke patronagekunst, bracht dus ook in die bescheiden tooneelzalen -- zooals ieder dorpje er hier een bezit -- meer echtheid, . . .
- . . . en te zien, hoe algemeen de gespannen aandacht was van dat jonge volkje voor het gespeelde sprookje, was ons reeds een attest, dat Ghéon bij deze bewerking van het bekende vertelsel, er in geslaagd is een kinderpubliek te boeien en te ontroeren. Hij bereikt dat met de vele . . .
- . . . vertaler hier schuld aan heeft, daar de origineele tekst mij niet bekend is en -- naar ik meen -- nog niet is verschenen. Ghéon schreef namelijk deze kindersproke speciaal ten gerieve der Lokersche kindergroep , die alleen meisjes omvat, zoodat in dit stukje alle mannenrollen, ingesloten de Menscheneter, . . .
- . . . meisjes omvat, zoodat in dit stukje alle mannenrollen, ingesloten de Menscheneter, door dames worden vervuld. Het programma leert ons, dat deze travestis van Ghéon opzettelijk als travestis voorzien zijn. Ik begrijp dat niet. Niemand toch zal beweren, dat het gewenscht kan blijken, dat een reus-menscheneter, dragende een reusachtig . . .
- . . . alles wat wij te hooren kregen was beslist minderwaardig. En dit is stellig niet alleen aan de vertolking te wijten. In Duimpje laat Ghéon , volgens een methode die volstrekt niet meer nieuw is, alle interieur-tooneeltjes spelen achter een gordijn dat naar het noodig blijkt open of dicht is . . .
- . . . de geaffecteerde pralerigheid van de oudere vertolksters vergeten. Ten slotte heeft de bekoring van het levend geworden sprookje ons toch te pakken ; Ghéon laat ons gedurende een paar uur weer kind zijn en wij kunnen ons enthousiasme gerust voegen bij den stormachtigen bijval, dien Duimpje onder het . . .
1938-11-30 Het realistisch tooneel: En het sprookje (Willem Putman)
- . . . Hun stukjes hebben meestal een boeiend en aardig onderwerp ; veelal klinkt de taal nog wat stroef, te naief of niet naief genoeg... GHEON heeft ons op dat gebied met een paar lieve geschenkjes verrijkt, «DUIMPJE» en «DE SCHOONE SLAAPSTER», fijn werk, zeer kleurig, en spiritueel genoeg om . . .
1925-12-20 Michel De Ghelderode en Jef Vervaecke : "Van den dood die bijna stierf..." in "De Nieuwe Spieghel" (Willem Putman)
- . . . kunnen voortvloeien uit deze vergissing. Maar laat ik eerst het onderwerp vertellen. Beter nog dan de titel der verwerking, die denken doet aan Ghéon , gaf de titel van het poesjenellenspel zelf : De dood op wandel den juisten inhoud van het spel. Niet het feit, dat de dood . . .
1924-10-04 Marieken van Nijmegen in "De Nieuwe Spieghel", Brussel (Willem Putman)
- . . . tocht mag genoemd de eerste poging tot beschaving van het Vlaamsch publiek. Hij speelde Shaw , Schnitzler , Wildgans , Ghéon , Fabricius ; en wat in onze officieele stadsschouwburgen werd onthaald op een pretentieus niet-begrijpen vond ingang bij plattelandsche toeschouwers. De reis van . . .
1926-08-23 TOONEELHERVORMINGEN II (Karel Van de Woestijne)
- . . . beter voor de aesthetische ontwikkeling van dat publiek. Maar van niet alle tooneelschrijvers kan men gaan eischen, dat zij navolgers zouden worden van Henri Ghéon , of stukken zouden schrijven in den aard van Reinaert de Vos of Thijl. Er zijn nu eenmaal auteurs, die zelfstandig denken; er zijn . . .
1923-03-25 Nieuw Katholiek Tooneel in Vlaanderen (Anon.)
- . . . een Lokersche tooneelgroep, onder de leiding van M. Prosper Thuysbaert , werd enkele weken geleden een reeks opvoeringen gegeven van werk van Henri Ghéon . Er was totnogtoe weinig aandacht geschonken in Vlaanderen aan de christelijke tooneelomwenteling die met Ghéon 's wenk was begonnen in Frankrijk en . . .
- . . . opvoeringen gegeven van werk van Henri Ghéon . Er was totnogtoe weinig aandacht geschonken in Vlaanderen aan de christelijke tooneelomwenteling die met Ghéon 's wenk was begonnen in Frankrijk en elders. Ghéon had weer heiligen op het modern tooneel gebracht, zuivere godsvrucht in zijn stukken gelegd, . . .
- . . . was totnogtoe weinig aandacht geschonken in Vlaanderen aan de christelijke tooneelomwenteling die met Ghéon 's wenk was begonnen in Frankrijk en elders. Ghéon had weer heiligen op het modern tooneel gebracht, zuivere godsvrucht in zijn stukken gelegd, een brok gemeenschapskunst geleverd, en ook de techniek van ons . . .
- . . . schonk, daarna in Le Correspondant een reeks prachtige brieven van zijn bekeerden vriend commandant Dupoucy, gesneuveld aan den Yzer. Eerst wat later ontdekte Ghéon volledig zijn weg : het christelijk tooneel. La Farce du pendu dépendu werd bij de eerste opvoering (1921) reeds als het beste Fransch tooneeltuk . . .
- . . . repertorium. Dan volgden, opzettelijk voor het patronaattooneel geschreven, maar sterk uitgewerkt als het beste uit de jongste tooneelliteratuur, nog een heele reeks werken. Ghéon vatte de traditie weer op der moraliteiten. Er is een toon van naïviteit in zijn spelen die u ver wegvoert van allé camouflage en . . .
- . . . Arbeiderscentrale » te Brussel de eerste opvoering plaats had. Ook in het te Lokeren opgevoerde werk De Doode te Paard was een heiligenlegende door Ghéon gedramatiseerd. In de middeleeuwen trekken de bedevaarders uit Luxemburg naar Compostella, in Spanje, patroonplaats van Sint Jaak. Grégoire, die mee optrekt is jonkman en . . .
- . . . wie onder hen het zuiver inzicht had en de ware liefde tot God. Niet de gewone indeeling in drama's en comedie's komt bij Ghéon te pas, het zijn gewone, sobere spelen van menschen, te ontroerender omdat het leven er met te meer waarheid wordt geschonken. Een oud gebruik . . .
- . . . zijn leerlingen, hen verzoekende hem aan te raken en zich te overtuigen, dat hij was van vleesch en bloed» . Sommige beoordeelaars van Ghéon 's werk kunnen met deze opmerkingen van pater F. Johnson zeker hun voordeel doen. Een poging die parallel loopt met deze binnenleiding van
- . . . Ghéon 's werk kunnen met deze opmerkingen van pater F. Johnson zeker hun voordeel doen. Een poging die parallel loopt met deze binnenleiding van Ghéon 's werk in Vlaanderen is te Gent aan te stippen. Door het aldaar pas gestichte Algemeen Verbond voor Katholiek Tooneel werd Vrijdag 16 Maart . . .
- . . . zijn stuk dat we om de groote bevangenheid die er over hangt haast een tragedie willen noemen. De opvoeringen van de werken van Ghéon en Bahr duiden ontegensprekelijk een veranderden geestestoestand aan dn Vlaanderen's tooneelwereld. De wegwijzer staat aan de richting : formeele katholieke vernieuwing. Nu . . .
1926-12-12 Tooneel te Brussel: "Slaet op den Trommele" ("The Song of Drums") van Ashley Dukes (Anon.)
- . . . The song of Drums, voorbereid te New-York. De Vlaamsche Schouwburg te Brussel is New-York vóór geweest. Sinds wij een stuk van Henri Ghéon zagen verzeilen uit het leescomiteit van de Comédie Française naar een dilettantenkring te Sint-Niklaas, kunnen wij daarover nog bezwaarlijk verwonderd zijn. . . .
1927-09-21 Nawoord (Willem Putman)
- . . . Yvette Guilbert ); hier wordt ons niet een reeks "sanctjes" van St Franciscus getoond, waarnaar wij met religieuze aandacht kunnen opkijken (zoo deed Ghéon ) -- hier wordt de heilige Franciscus naar ons toegerukt, te midden van ons geplaatst als een twintigste eeuwsche idealist, in een omgeving die onze . . .
1925-02-23 TOONEEL IN VLAANDEREN (Karel Van de Woestijne)
- . . . gaver gebleven. Wie echter naar deze vertooning kijken kwam met het verlangen hier andermaal, zooals bij het onder dezelfde regie gegeven Sint Bernardusspel ( Ghéon ), een experiment waar te nemen van origineele moderne regie, was ontgoocheld. Zelfs mag hier niet eens gezeid, dat een tooneelspel werd vertolkt. Het was . . .
1929-07-07 Johan De Meester jr (Willem Putman)
- . . . voor tooneel-experimenten gereed lag -- maar het lag elders. Het lag bij de Katholieke dilettanten. Ongeveer in dien tijd namelijk ontdekte notaris Thuysbaert Ghéon , vertaalde hem, speelde hem. Dat was een nieuwe toon en te zelfder tijd ontstond de mogelijkheid tooneel en godsdienstzin te koppelen. Als van zelf . . .
1925-09 TOONEEL-TENTOONSTELLING TE BRUSSEL (Karel Van de Woestijne)
- . . . staan, die hier bezwaarlijk als op hun plaats zijnde kunnen beschouwd. Om maar één voorbeeld te geven: de Katholieke Gilde van Sint-Niklaas vertoonde Ghéon 's Heilige onder de trap en daarvoor maakte Achiel Pauwels een decor-ontwerp. We verheugen er ons natuurlijk over, dat ook in de patronages de moderne . . .
- . . . van Herman van Overbeke toont ons nagenoeg geheel zijn documentatie, o.m. het kleurige decor-ontwerp van Karel Maes voor het Sint Bernardusspel ( Ghéon ), waarbij wij nu zien kunnen, hoeveel schooner het ontwerp is dan de realisatie. Ook een costuum voor een Zot van Karel Maes levert attest . . .
- . . . heeft en waarvan de kunstwaarde ver te zoeken is. Ten slotte dienen vermeld: prettige foto's van de kindervertooningen van Duimpje, een stuk dat Ghéon opzettelijk voor Vlaanderen schreef en dat hier zoowat overal is gespeeld onder leiding van den ijverigen notaris Thuysbaert . De directie van den . . .
1927-09-24 Gerard Walschap: "Maskaroen" (Lode Monteyne)
- . . . kunstvormen, eenerzijds den auteur belemmert in de vrije ontplooiing van zijn gedachten, en anderzijds den toeschouwer enkel boeien kan als een literaire curiositeit. Ghéon , die een der vernieuwers is van het genre, schrijft zijn mirakelspelen ter stichting van wat hij noemt «Ie peuple fidèle». Op het zuiver verstandelijke, . . .
1924-02-24 Gaston Martens : "Prochievrijers" in het "Volksgebouw", Antwerpen (Willem Putman)
- . . . dames moeten immers gauw, gauw op de hoogte worden gebracht van "l'esprit du siècle". Gevolg daarvan : allerlei ongelukkige huwelijken en reactie-theaterstukken van Ghéon . Ook Martens is een reactie. Niemand betwist hem het hoedanigheids-woord : gezond. Gelukkige tooneelschrijver. Als Teirlinck brouwer was !!... Ik . . .
1923-02 Henri Ghéon: zijn programma (Lodewijk Dosfel)
- . . . HENRI GHEON ZIJN PROGRAMMA door Lodewijk DOSFEL De naam Ghéon , is sedert eenige maanden in Vlaanderen zeer populair geworden dank . . .
- . . . HENRI GHEON ZIJN PROGRAMMA door Lodewijk DOSFEL De naam Ghéon , is sedert eenige maanden in Vlaanderen zeer populair geworden dank zij de voorstellingen ingericht te Lokeren, door de Katholieke Vlaamsche Jonge Werkerswacht aldaar, . . .
- . . . Thuysbaert met Leo De Palmenaer in de hoofdrollen. Ook het Vlaamsche Volkstooneel speelt van hem de vertaling van «Farce du Pendu dépendu». H. Ghéon , vóór den oorlog een ongeloovige, soms wel een cynieker, werd tijdens de groote jaren Christene en stelde zich tot levensdoel de vernieuwing van . . .
- . . . een voordracht te Leuven gehouden in November 1922 , in een artikel van Almanach Catholique français pour 1923 . Henri Ghéon is een bepaald tegenstander van de kunst om de kunstleer, een verdediger van tendenz. -- «Ieder die schrijft, drukt een meening uit. Zal . . .
- . . . heeft hij zich alleen om net schoone te bekommeren : daardoor zelf zal hij den eerbied voor liet goede bewaren» . Ghéon streeft verder naar het voortbrengen van volks-, van gemeenschapskunst, «Niets echter belet ons, ook voor de schouwburgen uit de wereld te schrijven en christelijk . . .
- . . . een weinig inspanning getroost.» Aanmoedigend voorwaar, klinkt dat voor onze kringen; voldoende bekrachtigd werd dit vertrouwen te Lokeren. Op «Patronaattooneel» ziet de schrijver Ghéon niet met verachting neer. Er zijn middelmatige schrijvers, er zijn geen lagere kunstsoorten. De schrijver droomt ervan de patronaten als uitgangspunt te nemen, de . . .
- . . . deze zijne esthetische eischen zoo hoog stelt dat het volk voorbijgaat, zonder er iets van te vatten . Ziedaar beknopt weergegeven Ghéon 's leer. Hoe hij die zelf toepaste gaan wij in een volgend artikel na. Stellig is de christelijke godsdienst een onuitputbare bron van inspiratie, schoonheid, . . .
1925-07-13 Paul de Mont : "Reinaert de Vos" te Merelbeke bij Ninove (Willem Putman)
- . . . Paaschweek. De penitentie bestaat in een ferme geeseling, na afloop waarvan Reintje onder een boom gaat liggen en zich deze geestigheid à la Ghéon permitteert: 'k Rust nu met een rein gemoed, maar de zonde heeft ook haar goed. (over zijn rug wrijvend) Toen het zwart . . .
1923-03 Henri Ghéon: zijn tooneelwerk (Lodewijk Dosfel)
- . . . HENRI GHEON ZIJN TOONEELWERK door Lodewijk DOSFEL Vóór zijn bekeering schreef Henri Ghéon Le pain, drame populaire; l'eau de vie, . . .
- . . . HENRI GHEON ZIJN TOONEELWERK door Lodewijk DOSFEL Vóór zijn bekeering schreef Henri Ghéon Le pain, drame populaire; l'eau de vie, drame rustique. Het eerste wat hij, op gebied van tooneel, na zijne bekeering schreef waren de . . .
- . . . Veel beter, in ieder opzicht, is Le pauvre sous l'escalier, de behandeling van de legende van den heiligen Alexis. In dit werk gebruikt Ghéon een stijl waarin «le comique voisinait avec le tragique, ton direct et bon enfant». Een heelen bloemtuil van fijne spreuken zou men hieruit kunnen . . .
- . . . door Sint-Jacobus van den dood worden gered. In Studiën (Maart 1923) vinden wij een opperbeste samenvatting van de farce, in een artikel over Henri Ghéon 's theater van de hand van G. Van Rijckevorsel . Wij schrijven over : «Een boer uit de omstreken van Trier is op . . .
- . . . de Gilles ou le Saint malgré lui (3e tafereel). La revue des jeunes gaf uit : Jeux et miracles pour le peuple fidèle. Henri Ghéon schreef daarbij de inleiding over De heiligen en het christelijk volkstooneel, welke wij in ons vorig artikel ontleedden. Het eerste stuk er in . . .
- . . . den titel : De doode te paard door de Lokersche groep te Lokeren en elders vertoond, werd. Wij verkiezen dit mirakelspel van Ghéon , boven alles wat wij tot nog toe van hem zagen of hoorden, omdat het zoo eenvoudig is en tevens zoo diep. Ghéon 's . . .
- . . . Ghéon , boven alles wat wij tot nog toe van hem zagen of hoorden, omdat het zoo eenvoudig is en tevens zoo diep. Ghéon 's gebreken zijn daarin allerminst te vinden. In Le pendu dépendu is er stellig overvloediger stof, maar de verwerking van het zeer simpele gegeven in . . .
- . . . komt het overeen met de legende van het Breviarium. Het is voor jonge spelers bestemd. Op dit mirakelspel is ten volle toepasselijk wat Ghéon schrijft : «Ils tiennent à la fois du drame et de la comédie, de La féérie, du guignol et même du cirque; la familiarité . . .
- . . . Waar Gilles gaat, geschieden mirakelen waarvan dame Magloire de eer aan den bisschop toeschrijft. Die twee worden prachtig uitgebeeld, en leven. Dat is Ghéon weer op zijn best. Gilles ontvlucht Arles en gaat in een bosch waar wij hem in het vierde tafereel terugvinden in gezelschap van een . . .
- . . . comédien pris à son jeu (Saint-Genès), Le conte des trois jeunes filles à marier. Uit wat tot heden verscheen, kunnen wij vaststellen dat Ghéon zeer veel talent van den meest verscheiden aard bezit. Hij kan vele snaren tokkelen, is wijs, geestig, vinnig, dichterlijk, ziet en hoort de schoonheid . . .
- . . . ons van het pedante, het verdorvene, het gezochte. Alle moeilijkheden aan heiligenspelen verbonden, zooals wij die hebben uiteengezet in ons vorig artikel, kwam Ghéon echter niet te boven. Waar zijn heiligen de hoofdrollen spelen, ontbreekt de eigenlijk-dramatische schoonheid. Waar wij de meeste schoonheden op tooneelgebied aantreffen (Farce du . . .
- . . . heiligen slechts eene toevallige, bijkomende rol en zijn het de menschen die boeien. Wat de toekomst geven zal, is moeilijk te voorspellen. Werkt Ghéon niet gemakkelijk? Wordt hij niet te veel lastig vallen? Zal men de heiligendrama's niet gaan maken, zooals de heiligenbeelden in werkhuizen, met tientallen, naar . . .
- . . . de heiligendrama's niet gaan maken, zooals de heiligenbeelden in werkhuizen, met tientallen, naar hetzelfde model, in denzelfden vorm, met dezelfde stof ? Aan Ghéon worde eene eereplaats gegund op ons Katholiek tooneel, doch men vermijde ieder monopool. «Laten wij stelselmatigheid weren als den dood, want ze is de . . .
- . . . wij stelselmatigheid weren als den dood, want ze is de dood. Liefde kent geen stelsels, maar vrijheid.» ( Verschaeve . «Over christelijke kunst».) Ghéon zelf heeft de vraag gesteld «of het publiek nog eenvoudig genoeg is om zijne kunst te smaken». Zonder onderscheid zal natuurlijk de vraag niet . . .
1924 Tooneelrenaissance in Vlaanderen (Jan Boon)
- . . . Voor de verhooging van het peil van het tooneelleven in Vlaanderen deed hij veel, en hij leerde de Vlamingen ook weer spelen. Het Ghéon -offensief dat uitging van Lokeren - een eervolle vermelding voor Prosper Thuysbaert ! - vond zooveel ingang tot het gemoed van het Vlaamsche volk: . . .
- . . . lui van overal. Lokeren zette ook een poging tot vernieuwing van de tooneeltechniek in, en incidenteel viel deze samen met de inleiding van Ghéon 's werken. Het Verbond voor Katholiek Tooneel van Gent , en Herman Van Overbeke , gingen met jongen overmoed nog een paar mijlen verder: . . .
- . . . doopten zelfs zekere ensceneering als expressionnistisch, en traden beslist en krachtig vooruit met gansch uitgesproken katholiek werk. En er ontstond over Vlaanderen een Ghéon - beweging en een ijveren om zekeren decorrommel naar den duivel te wenschen, en de handen grepen naar katholiek werk. De mentaliteit was reeds . . .
1930-10 De Geestelike, d. i. de Zedelik-Godsdienstige Waarde in het Katholiek Tooneelrenouveau (Aloïs de Maeyer)
- . . . tweeledig: loutering van den inhoud, loutering van den vorm. Principieel, het kan niet ontkend, wou de heele aktie in het teeken van het Gheon -streven staan, wat nog niet zeggen wil: Gheon -kunst, en de pioniersfiguur van notaris Thuysbaert met zijn schamele, maar doelbewuste en edelmoedig-nastrevende troep blijft . . .
- . . . Principieel, het kan niet ontkend, wou de heele aktie in het teeken van het Gheon -streven staan, wat nog niet zeggen wil: Gheon -kunst, en de pioniersfiguur van notaris Thuysbaert met zijn schamele, maar doelbewuste en edelmoedig-nastrevende troep blijft het zuiverste symbool van de heele beweging: apostolaat langs . . .
1937-07 Spreekkoor en Massa-Tooneel: Ontwikkeling, Theorie, Praktijk (Jozef Boon)
- . . . voor een heele gemeenschap, als b.v. een christen, een heiden, een jood. En zoo kon Anton van de Velde in het H. Graf de Geheimen der Mis geven tot een echt koorspel. Zoo konden we in Barabbas den wachter van dag en nacht die Calvarië in . . .
- . . . het opent voor de toekomst. We meenen dat vooral de aandacht moet gevestigd op de openluchtopvoeringen van Anton van de Velde in het Heilig Graf te Turnhout. In 1931 gaf men er Jephta van Vondel . Het volgende jaar gaf Anton van de Velde in . . .
- . . . ik slechts eigen bevindingen neerleg. Ik kon hier spreken van het fijne cultureel werk van Anton van de Velde in Turnhout ( H. Graf en St. Victors ) en ook in Holland (Eindhoven, Amsterdam, Breda). Ik kon spreken van de enthousiaste werking van Lode . . .
- . . . werking van Lode Geysen in sportpaleizen en bij de K. A. J. Ik kon hier spreken van het veroverende werk van Henri Ghéon die de laatste jaren tot bij de jeugd van Parijs telkens het massaspreekkoor ophaald: ik kon nog spreken van de Graal, met zijne . . .